492 dienstverlening aan te leveren, ondernemers meer kwaliteit en snelheid te geven, een stukje deregulering, waarbij je ook veel beter op leegstand op een bedrijventerrein en ook sneller daarop kunt reageren om te voorkomen dat in crisistijd op bedrijventerreinen 8, 12 weken lang er niets gebeurt op zo'n plek waar een bedrijf weg gegaan is. Het gaat om milieucategorieën waarbij we het met die richtafstanden hebben over bijvoorbeeld geur, stof, geluid, gevaar. Mevrouw Van Hasselt heeft aangegeven waarom die flexibiliteit dan ingebracht is en we hebben met nadruk met elkaar afgesproken dat we in de Structuurvisie dat dilemma, die weging, met elkaar zouden doen. En inderdaad, we zouden ook een rondtocht maken langs de verschillende typen bedrijventerreinen die we in de stad hebben om uiteindelijk de discussie ook goed te laten landen. Alleen, de vraag is of je alle onderwerpen die we in de stad hebben elke keer weer tot stilstand moet brengen en moet laten stoppen en geen besluiten over moet nemen totdat we die discussie in de Structuurvisie hebben gehad. En mijn oordeel is dat het gewone werk natuurlijk wel door gaat vanuit een gezonde benadering wat we in die bestemmingsplannen met elkaar vast leggen en zoals al zojuist door enkelen van u aangegeven deze wijziging deze flexibiliteit is ingebracht op vraag van eigenaren van de bedrijfspanden daar aan de Lage Mosten en de Zinkstraat en op advies van de Kamer van Koophandel. Daarbij is natuurlijk altijd nog de mogelijkheid als een meerderheid van uw gemeenteraad straks bij de structuurvisie discussie vindt dat deze flexibiliteit te ver gaat en dat we terug moeten naar wat in feite het amendement is van GroenLinks, dan uiteraard voor alle bestemmingsplannen waar dat dan geldt in een beweging, in een procedure ook aangepast kan worden. Maar ik zou die discussie nu niet naar voren willen halen. Dit is volgens mij iets wat u in het bestemmingsplan Haagse Beemden op z'n merites moet beoordelen. En ons college is van oordeel dat het bedrijfsleven gebaat is om deze flexibiliteit te bieden en wat ons betreft, ook met die bezwaar- en beroepprocedure waar mevrouw Va Hasselt het over gehad heeft, zijn wat dat betreft de belangen van de inwoners die daar dicht bij wonen voldoende gewaarborgd. DE HEER DE BEER: Voorzitter, mag ik een vraag stellen alstublieft? U wilt graag voortgang waar het gaat om verplaatsen van bedrijven en vestigen van bedrijven. Kunt u aangeven hoeveel weken vertraging het recht trekken van een dossier Vermeulen ongeveer heeft gekost in dat kader? WETHOUDER ARBOUW: Ik weet het niet uit mijn hoofd maar als het gaat om de gesprekken die ik gehad heb met de bewonersverenigingen, met de verschillende ondernemersgroepen die bij dat bedrijventerrein aan de orde waren, en ook met hun advocaat, dan moet ik even kijken, dat is denk ik een 4-tal maanden geleden. Het was natuurlijk een vrij complexe operatie omdat natuurlijk allerlei andere, onder andere de casus Talmazone, natuurlijk er mee samen hingen, maar het heeft wat vertraging opgeleverd. DE HEER DE BEER: Zou dan de stelling ook gerechtvaardigd kunnen zijn dat als je investeert in zorgvuldigheid aan de voorkant, datje vervolgens ook duidelijkheid kunt bieden aan het bedrijfsleven en dus geen verdere vertragingen verder in het proces krijgt? Is die stelling gerechtvaardigd, wat u betreft? Want zo kijken wij wel naar Ruimtelijke Ordeningswetgeving. WETHOUDER ARBOUW: Wat mij betreft dus niet. Want als je daar dus een stap tussen zet, zoals nu door GroenLinks voorgesteld, dan ga je dus voor elk bedrijf wat zo'n stap wil maken pakweg een extra proceduretijd en kosten van pakweg 2 maanden introduceren. En dan heb ik het even nog niet over bezwaarprocedures die daar nog langs kunnen zitten. En als je kijkt hoe vaak nou zo'n casus Vermeulen voor komt, dan is dat maar zo sporadisch dat ik niet denk dat je daar je beleid op zou moeten baseren. Ik denk dat je het beleid moet baseren op het vertrouwen dat op een goede wijze binnen de regelgeving die er voor is, want het wordt ook getoetst en zo'n aanvrager moet ook kunnen aantonen bijvoorbeeld met een milieurapportage dat hij ook binnen de richtlijnen zoals we hebben vastgelegd in het bestemmingsplan, daaraan moet voldoen. Dan denk ik dat de belangen voldoende gewaarborgd zijn. 2e termijn. DE VOORZITTER: Mijnheer Scheltens. DE HEER SCHELTENS: 3a, ik kan reageren op de diverse sprekers maar ik kan meteen door gaan met mijn 2e termijn.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2012 | | pagina 37