525 Maakt deel uit van de beraadslagingen. Nog vragen in de richting van de heer Stubenitsky? Mijnheer Van Lunteren en mevrouw Van Beek. Mijnheer Van Lunteren. DE HEER VAN LUNTEREN: Dank u wel, voorzitter. Mijn vraag ging eigenlijk over de motie van die Boa's. Prima om dat te verbreden. Maar mijn huiver om mee te tekenen was eigenlijk: we gaan toch niet ambtenaren creëren die het begrotingsgat moeten gaan dichten van de gemeente en dan maar een taakstelling krijgen om zoveel mogelijk bonnen te gaan schrijven? Kunt u dat uitsluiten? Want dan kan ik wel meegaan met de motie als dat niet de bedoeling is van de boa's, dat we bonnenquota op gaan leggen aan de ambtenaren om maar het gat van Boelema te vullen. DE HEER STUBENITSKY: Ik ben een grote jongen en ik kan best wel wat dingen doen maar ik kan natuurlijk nooit uitsluiten dat ze extra bonnen gaan..., Maar het is niet mijn bedoeling in ieder geval. Het is de bedoeling dat ze gewoon hun werk doen. En komt toevallig een parkeerwachter op een parkeerterrein en hij loopt bonnetjes te controleren en ziet dat iemand zijn asbak leeg gooit, dan mag hij daar gerust een bekeuring voor uitschrijven. DE HEER VAN LUNTEREN: Dat delen we. En dan hoop ik dat de wethouder hem net zo uitlegt als u. DE VOORZITTER: Mevrouw Van Beek. MEVROUW VAN BEEK: Ik heb een vraag aan u. Ik vond het interessant dat u een vergelijking maakt landelijk om een beetje te benchmarken hoe we dat doen in Breda. U had het over de verkeersopbrengsten, dat die voor Breda 6 miljoen zouden kunnen, 6 miljoen winst zou kunnen zijn. Bedoelt u misschien niet omzet? Want ik vind dat verschil nogal groot van 6 miljoen en 1,75 miljoen. Misschien is dat het verschil tussen winst en omzet? Maar..., DE HEER STUBENITSKY: Als u naar de parkeeropbrengsten van Breda kijkt, dat was 13 miljoen. En als ik dat met 100 vermenigvuldig, dan zit ik aan 1,5 miljard. En de opbrengsten in het Nederlandse zijn 614 miljoen. Dus het is niet de omzet; het zullen de opbrengsten zijn. DE VOORZITTER: Goed. Dank u zeer. Nog andere vragen? Dan bent u zeer bedankt mijnheer Stubenitsky en wil ik overgaan naar de heer Ernst, fractievoorzitter VVD. DE HEER ERNST: Dank u wel, voorzitter. Als er een constante is in deze coalitieperiode dan zijn het wel de effecten van de financiële crisis op met name het Grondbedrijf. Want deze coalitie begon deze periode al met het afboeken van een groot bedrag op het Grondbedrijf. En nu zijn we toe aan de behandeling van de 3e begroting van deze coalitie en het beeld is onverminderd zorgelijk. Want ook dit jaar is het sluitend krijgen van de begroting geen eenvoudige zaak. Voorgaande jaren hebben we bezuinigingen ingeboekt door de uitvoering van het coalitieakkoord. Extra bezuinigingen waren de afgelopen 2 jaar nodig om een sluitend perspectief te krijgen. En deze effecten van de bezuinigingen zijn merkbaar voor iedereen in Breda. Minder buurthuizen, minder subsidies voor activiteiten en minder plantjes iangs de weg. De enorme versobering van de uitgaven van de gemeente hebben we conform het coalitieakkoord kunnen invullen zonder de rekening eerst bij de burgers te leggen want we hebben gesneden in eigen vlees. Ook voor 2013 ontkomen we niet aan bezuinigingen. 1 miljoen op de Bredase overheid. Het moet efficiënter, slimmer en met minder. Ook de bedragen die zijn ingeboekt bij Buurthuis van de toekomst, combinatiefunctionarissen en bibliotheek zijn voorbeelden van hoe het anders organiseren niet hoeft te leiden tot kwaliteitsverlies maar wel kan leiden tot minder kosten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2012 | | pagina 17