539 DE HEER ERNST: Dank u wel, voorzitter. Ik ben blij dat het CDA als enige partij na de VVD het ook heeft over de fondsvorming van 50 miljoen om toekomstige problemen het hoofd te bieden. Want dat is volgens mij toch wel echt een substantieel deel van deze begroting. Tegelijkertijd zegt u dat een sluitende begroting voor het CDA niet altijd leidend is. En dat snap ik dan omdat u daarna met het regeerakkoord komt en tegelijkertijd ook met een lijstje met wensen dat wellicht meteen een gat in de begroting lijkt te slaan. Dus ik wil eigenlijk vragen aan het CDA: is een sluitende begroting nou wel of niet voorwaardelijk voor de plannen die het CDA heeft? DE VOORZITTER: Mevrouw Van Beek. MEVROUW VAN BEEK: Ik weet niet of ik het gezegd heb maar in ieder geval niet zo bedoeld. Want u heeft denk ik de woorden verkeerd begrepen. Een sluitende begroting is, wat ons betreft, natuurlijk wel leidend. Het ging er mij meer om dat een sluitende begroting niet het enige is waarmee je de stad vooruit helpt. En daarvoor mis ik de debatten hier in de raad over de economische positie in Breda. Hoe zorgen we ervoor dat er ook weer meer banen komen, hoe zorgen we ervoor dat we mensen hier een rooskleurig toekomstperspectief kunnen bieden? Daar ging dat dus over. De moties waarom wij vragen, hebben op dit moment geen financiële consequenties. DE VOORZITTER: Mevrouw Haagh. MEVROUW HAAGH: Voorzitter, dank u wel. Ik heb even een vraag met betrekking tot motie nummer 6 over topsectorenbeleid. U geeft aan dat de economische ambitie is onderbelicht in Breda. Nou, dan voert u uw coalitieakkoord niet helemaal goed uit volgens mij want het staat er vol van. Maar dat even terzijde. U wilt meer visie. Maar aan de andere kant zien wij de problemen en Dinalog, we hebben er veel over gesproken hier, we hebben ook de wethouder daarover veel gevraagd. Bijvoorbeeld de Dinalogcampus, daar zijn geen gegadigden voor. Toen zou het gaan verhuizen naar bestaande panden. Dat is ook stilgelegd. Hoe gaat deze motie nou dat probleem oplossen? Want volgens mij moet dat nu aangepakt worden in plaats van nieuwe visionaire gedachten. MEVROUW VAN BEEK: De economische ambitie, het debat over de economische ambitie, dat zie ik vooral in de raad af en toe ontbreken, waarin we, terecht ook hoor, met elkaar ook veel tijd besteden aan onderwerpen zoals het sociaal vangnet, wat wij ook heel belangrijk vinden. Maar daarnaast denk ik dat er toch ook een debat hoort plaats te vinden over hoe we het weer vooruit helpen. Dus daarop had dat betrekking. Kijk wij zien natuurlijk ook de ontwikkeling bij Dinalog en dat een hele grote campus met allerlei nieuwe kantoorgebouwen op dit moment niet gerealiseerd wordt. Ik moet bijna zeggen, misschien maar goed ook als je kijkt naar de leegstand ook van kantoorgebouwen. Maar wat wij willen doen, is dan niet zeggen van ja, we hebben met heel veel gejuich en gejubel Dinalog binnen gehaald en nu zwijgen we er maar over. Het gaat er ons juist om of je nu op een andere manier kunt kijken in hoeverre het nog wel heel veel kansen kan bieden. Op het moment datje je heel erg kunt profileren ook samenhangend met dat thema van logistiek en je daarmee als stad kan profileren, misschien kan het wel weer leegstaande kantoorgebouwen in Breda bijvoorbeeld ook vullen. MEVROUW HAAGH: Mag ik dan aanvullend vragen voorzitter, met betrekking tot die motie..., DE VOORZITTER: Heel kort. MEVROUW HAAGH: Ik hoor in uw antwoord wel iets meer actiegerichtheid dan ik in de motie zie. Wat ons betreft, gaan we juist met de focus op die dingen die er spelen, die nu liggen, die we op moeten pakken, vinden wij het best interessant om er naar te kijken. Wilt u de motie in die richting wellicht aanpassen? Dat we echt naar het doen en doorpakken op het terrein gaan?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2012 | | pagina 31