558
WETHOUDER MEEUWIS:
Ja voorzitter, ik verzet mij een beetje tegen het beeld dat de citymarketing bestaat uit het maken
van snoepreisjes. Verre van dat zelfs. Ik denk dat we als Breda laten zien dat we zeer sober met
weinig budget een hoop voor elkaar kunnen krijgen. En het is inderdaad waar, ik zeg ook niet voor
niks dat we onderscheid moeten maken tussen beleid wat zich landelijk afspeelt en wat vanuit he
ministerie van EZ wordt georganiseerd, tussen provinciaal/regionaal beleid waar wij met de regio
West Brabant inzetten op een sterke één strategie met een focus op 3 van de 9 topsectoren en dat
wij lokaal ook eigen accenten aanbrengen. Breda heeft een sterke AV basis, er zijn veel creatieve
mensen werkzaam in de sector. Dat is geen regionaal speerpunt maar toch wel voor Breda erg van
belang om daar aansluiting te vinden bij wat er in, in dit geval Nederland, maar ook in Europa
gebeurt. Dus wij hebben in Breda wel onze eigen accenten, we zijn natuurlijk belangrijk ook voor
de regio met onze inbreng, maar de situatie in Bergen op Zoom, de regio Bergen op Zoom, dat is
ook West Brabant, daar is de hang en de focus op bijvoorbeeld biobased economy is daar vele
malen groter. Die sluiten zich aan bij andere topsectoren dan de focus in Breda. Toch hebben we
gemeend dat we dat in regionaal verband gezamenlijk in een Strategische Agenda moeten
opzetten of moeten opschrijven, en ook moeten uitwerken. Dus we doen en, en. Dus we werken in
regionaal verband samen. Dat doen we ook op het gebied van bedrijventerreinen. Daar hebben we
het al eerder over gehad. Keuzes maken: waar wel en waar niet. Maar binnen Breda doen we het
ook. Maar ook keuzes, waar wel en waar niet. En het een, - althans dat is de overtuiging van het
college -, hoeft het ander niet uit te sluiten.
Ik wil daarom, in antwoord op de oproep uit de motie, nu niet, althans ik zou hem zo willen
uitleggen dat we nu niet weer een rapport gaan schrijven met elkaar, maar wel dat we elkaar, met
name in de commissie Economie, even up to date houden over wat er op het gebied van Dina og
gebeurt. Ik kan u zeggen: op 14 december komen daar wat mededelingen naar buiten nadat de
nieuwe minister zich over het hele topsectorenbeleid, ja hoe noem je dat, nadat hij heeft gelezen
waar het over gaat. Althans, ik neem aan dat hij dat even moet doen. En wat daar dan in ieder
geval uit zal komen, is dat TKI, dat is de Topconsortia voor Kennis en Innovatie, op het gebied van
logistiek, dat die zal worden toegevoegd aan de Bredase omgeving. Dat betekent dat we dus
landelijk, naast Dinalog en naast World Class Maintenance, een zeg maar landelijke accelerate op
het gebied van kennis- en innovatieontwikkeling in Breda zullen hebben en daarmee ook duurzaam
zeg maar de ambities die wij in Dinalog zien voor Breda, voor de regio, maar vooral ook voor het
land, met enige duurzaamheid onderbouwen.
MEVROUW VAN BEEK:
Komt er dan een nieuw extra kennisinstituut? Want Dinalog is toch eigenlijk al een kennisinstituut.
Of wordt dat in Dinalog..., Of hoe moet ik dat zien?
WETHOUDER MEEUWIS:
Het systeem werkt als volgt. De vorige minister van Economische Zaken heeft een aantal trekkers
voor de topsectoren aangewezen. Voor logistiek was dat de heer Van Wijk. Die was aanvoerder van
wat dan een TKI heet. Dat is een Topconsortium voor Kennis en Innovatie. Even uit mijn hoofd. En
dat TKI is zeg maar het platform waarop de ondernemingen in Nederland, gestimuleerd door het
Ministerie van Economische Zaken en ook gefinancierd door het Ministerie van Economische Zaken,
aan kennis- en innovatieprogramma's werken. Dat TKI is dus feitelijk de financier van Dinalog,
want dat stelt middelen, die middelen die dus nu centraal door het Ministerie ook in het
regeerakkoord zijn verankerd, die worden via die TKI's aan de topsectoren aan kansrijke
programma's en projecten toegevoegd. Dinalog was natuurlijk voor een aantal jaren gefinancier
Dat liep af en middels dit TKI is dus de toekomst van Dinalog verzekerd. En dan gaat het om het
instituut. En de campus is dan weer een heel ander verhaal, dat is een afgeleid verhaal van het
instituut. Maar de toekomst van het instituut is heel belangrijk omdat een campus zonder een
instituut weinig kansrijk zou zijn, dus wij ook erg gefocust hebben, - daar ga ik u later allemaal nog
over bijpraten -, op de duurzaamheid, de duurzame financiering, van het instituut. Dus vandaar
dat wij als Breda erg blij zullen gaan zijn straks met de vestiging van het TKI logistiek in Breda.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Voorzitter...,
Marketingtechnisch zou ik het toch anders brengen als u in China bent. Dit is niet te volgen.
WETHOUDER MEEUWIS:
Ik ben dus blij dat ik het zelf intussen goed snap.
DE VOORZITTER:
Ik stel voor dat de wethouder, gezien de tijd, verder gaat.
Wethouder Meeuwis.