565 bespreken, als dat niet tot de beoogde taakstelling zou komen. Maar dan zullen we dus ook, zoals het bij een fatsoenlijke boekhouding is, de dekking daarvoor moeten zoeken. Voorzitter, mevrouw Haagh is er, ook met anderen nog, ingegaan op de discussie over het MOTI en het Bredaas Museum. Ieder museum in zijn eigen perspectief bekijken, zei zij er ook nog bij. De motie die daarop betrekking heeft van de Partij van de Arbeid, die geeft mij wel een goede richting aan maar is wel vrij strak in zijn formulering. Als je zegt 50% van de totale jaarbegroting van MOTI, dan heb je nog niet eens genoeg om de huisvestingslasten van het museum te dekken. Het is nu zo dat Provincie en Rijk hun financiering van de afgelopen jaren hebben ingetrokken. En dat stelt het museum, en dus ook ons, maar vooral het museum, voor de opgave om daar dekking voor te zoeken. Daarover zijn we met elkaar in gesprek. Ze hebben aan de kostenkant natuurlijk heel sterk in moeten grijpen om te zorgen dat ze ook minder uitgeven. En uiteraard zijn ze ook bezig om aan de inkomstenkant serieus na te denken hoe ze het gat wat ontstaat, moeten invullen. Dus als ik uw motie zo mag begrijpen, dat wij serieus met het museum voor de komende jaren een perspectief kunnen schetsen wat leidt tot meer eigen inkomsten, dan ben ik dat volstrekt met u eens. Dat is ook de inzet. Maar het is wel moeilijk om precies letterlijk zo uit te voeren zoals die hier staat. Wij waren al van plan om het perspectief van het museum niet voor 4 jaar vast te leggen maar hooguit voor 2 jaar omdat er juist op het terrein van beeldcultuur en erfgoed de komende jaren nogal wat te veranderen staat en ook met veel minder middelen. En natuurlijk, ook de landelijke fondsen en Provincie en Rijk hebben sterk bezuinigd op de culturele budgetten. Dat is een van de verklaringen waarom het museum nu ook niet meer die extra middelen heeft die ze in het verleden wel had. En dat kunnen wij als gemeente niet oplossen. Dat heb ik het museum ook uitdrukkelijk gezegd. Wij kunnen dat gat niet vullen. Maar zoals het hier letterlijk staat, het is een streven waar we met het museum graag over willen praten om daar inhoud aan te geven. En daar zullen we heel creatief nog moeten kijken hoe je ook naar het gebouw toe kunt komen met passende oplossingen. Want het gebouw op zich kost al 1,5 miljoen per jaar. Dan krijgen wij dat weer terug als gemeente omdat wij die kosten maken. Dus dan moet je daar wel een oplossing voor zien te vinden in het totaal. DE HEER HARDORFF: Voorzitter mag ik daar toch even op..., DE VOORZITTER: Mijnheer Ernst. Mijnheer Hardorff. Mijnheer Ernst. DE HEER ERNST: Ja voorzitter, ik heb even een vraag. Het gaat nu alleen maar over het geld maar bent u het niet met mij eens dat MOTI de meerwaarde voor Breda moet aantonen en dat wij daarop, op die prestatie, moeten gaan afrekenen? WETHOUDER WILLEMS: Ja. Dat ben ik overigens niet alleen met u maar ook met mevrouw Van Beek en anderen die dat gezegd hebben, volstrekt eens. Dat betekent ook dat wij van hen een perspectief moeten krijgen en dat is ook aan hen gevraagd. We hebben een meerjarenbegroting gehad waar we over in gesprek zijn. Want daar staat die vraag centraal. En daar moet inderdaad blijken..., Overigens is het wel een museum waar meer dan 40.000 bezoekers per jaar komen. Dus dat is best redelijk. En het is een museum wat tot nu toe ongeveer de hoogste opbrengst aan eigen inkomsten had van alle musea in Nederland. Dus wat dat betreft, hebben ze het niet slecht gedaan. Maar er is nu wel een behoorlijk gat in de begroting geslagen en dat moet overbrugd worden. Maar ik vind dat het belangrijk is, - en dat wil ik ook graag met de commissie delen -, dat zij hun perspectief, wat zij voor de stad gaan betekenen en wat wij dus aan subsidiebijdrage willen verstrekken, tot nu toe was een bedrag van ik meen 2,3 miljoen, stond in de begroting. Daar is eigenlijk tot nu toe de discussie over gegaan. Daar rekenen ze ook op. Maar daar kun je wel wat voor terug vragen wat ze dan voor de stad verder betekenen met dat museum. Daar gaat het gesprek natuurlijk ook over. En daarbij is ook aan de orde geweest, kunnen andere instellingen in de stad eventueel mee gebruik maken van de ruimte die in MOTI, in de Beijerd, is vrij gekomen. MEVROUW VAN BEEK: Voorzitter..., DE VOORZITTER: Mevrouw Van Beek.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2012 | | pagina 57