566 DE HEER HARDORFF: Volgens mij was ik eerst. DE VOORZITTER: U heeft gelijk. Mijnheer Hardorff. DE HEER HARDORFF: Want ik wil wel reageren op wat de wethouder zegt en daarmee eigenlijk op wat de heer Ernst inbrengt. Ik wil even memoreren dat toen het museum startte, dat het zou gaan om het Nationa e Museum voor Grafische Vormgeving en dat onze bijdrage gebaseerd was op een nationale, misschien zelfs internationale uitstraling, een begroting die navenant was en waarbij wij een bepaald deel voor onze rekening namen. We kunnen nu alleen constateren dat die totale begroting niet qehaald wordt, men heeft moeten bezuinigen, er is personeel uit gegooid, men heeft kosten omlaag moeten schroeven. Onze bijdrage is nog steeds gelijk maar we zitten nu in een situatie dat er een MOTI is wat niet eens landelijk erkend wordt. Dus ik denk dat dit wel degelijk het moment is om tegen het licht te houden wat voor soort museum we hier nu eigenlijk hebben en wat voor functie het vervult en wat voor soort financiering ook in verhouding tot de totale begroting daarbij hoort. Dus ik hoop dat u ook zo onze motie begrijpt dat wel degelijk die inhoudelijke redenering ten grondslag lag aan dit dictum. DE VOORZITTER: De wethouder. WETHOUDER WILLEMS: Dat lijkt me correct zoals het geformuleerd wordt. Zo moetje er ook inderdaad naar kijken. En daarom zeg ik: de motie zoals die in het dictum staat, is wel erg strak. Want die gaat alleen over de centen. Dan zou je inderdaad de discussie moeten hebben wat dat museum voor ons is. Het was natuurlijk zo dat wij er 2,3 miljoen subsidie in stopten en het Rijk 5 ton, wat later door de Provincie is overgenomen. Dat valt weg. Dat is dus niet de helft of driekwart of zo. Dat is slechts noq minder dan 10% van het totale bedrag. Dat valt weg en dat levert ons wel opnieuw de vraag op: wat willen we met dat museum en wat kunnen we er mee? Dus die vraag is legitiem en daar moeten we ook met elkaar goed over doordenken. Maar het zomaar hetzelfde bedrag van 2,3 miljoen extra uit de markt halen, dat vind ik wel een erg ambitieuze opgave. DE VOORZITTER: Mevrouw Van Beek. En dan de heer Ernst. Mevrouw van Beek. MEVROUW VAN BEEK: Ik heb het idee dat de wethouder nu eigenstandig toch zo'n contract aan het verlengen is waarbij het voor ons onduidelijk is wat er precies in komt te staan en voor welk bedrag. U geeft aan. wij denken aan een contract voor 2 jaar. Maar is het niet mogelijk om bijvoorbeeld die nieuwe afspraken even toch iets uit te stellen en dat we met elkaar echt goed dat inhoudelijk debat voeren? Want het museum is natuurlijk inderdaad veranderd. Daar heeft de heer Hardorff helemaa qelijk in. En daar horen ook andere uitgangspunten bij en daar hoort ook bij dat als het Rijk er minder geld in stopt datje misschien als gemeente ook gewoon heel kritisch gaat kijken. Dus dat debat vind ik heel erg relevant. Maar het zou jammer zijn als er nu net voor het einde van het jaar toch nog snel een nieuw contract wordt gesloten en dat we eigenlijk een debat gaan voeren wat dan geen zin meer heeft. WETHOUDER WILLEMS: Dat was niet mijn intentie want wij zijn nu natuurlijk met alle instellingen nu 2 jarige of 4 jarige nieuwe overeenkomsten aan het sluiten binnen de visie die we met elkaar hebben afgesproken. Daar passen deze onderhandelingen ook bij, zoals dat ook voor een heleboel andere instellingen geldt. Dus we zijn druk bezig met al die instellingen om de jaarplannen die ingediend zijn, meerjarenplannen, om die te beoordelen. En ik wil heel graag toezeggen dat ik met dat verhaa ook bij uw commissie kom zodat voordat wij definitieve afspraken maken, u zich erover kunt buigen. Dus dat lijkt me op zich iets wat we trouwens iedere 4 jaar gedaan hebben. Meestal bij he uitvoeringsprogramma doen we dat ook zo. Tot nu toe was het niet zo dat er een taakstelling ag op het MOTI. Dus daar is tot nu toe met hen niet over gesproken. Tot nu toe is uitgegaan van de subsidie die meerjarig vastgelegd was. De motie die er nu ligt, doet op ons een beroep om daar noq eens opnieuw naar te kijken, ook in de verdeling met gelden van derden. En daar ben ik best toe bereid omdat er inderdaad wel wat moet gebeuren. En dan kan ik terug rapporteren wat eruit

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2012 | | pagina 58