590 Nee kijk..., Tot zover, voorzitter. DE VOORZITTER: Gaat uw gang, mevrouw Haagh. Wan^ wegebben het over fietsen. Waar u het altijd ook over heeft. Wat we vooral moeten blijven stimuleren. En er is nu een proef geweest en die is mislukt. En nu zegt u. als het echt een rotzoo wordt, dan gaan we er over praten. Waar is uw idealisme nou echt gebleven..., DE HEER AKINCI: MEVROUW HAAGH: om hier wat aan te doen? 3a, ik mis het volkomen. KMk^daUs'heTnadeel van het feit dat zo'n onderwerp een aantal keren terug komt. Het expériment is een idee van het college geweest. Ik had het zelf niet bedacht. Op een 9e9even moment dacht ik: vooruit, laten we het proberen. En het idee van een experiment is dat het lukken en niet kan lukken. Nou, het is voor 35% gelukt, kunnen we constateren financieel gezien. Soit that's it. Maar de keuze voor betaald fietsparkeren is al een keer gemaakt. Ik zie op dit moment nog niet dat de nadelige gevolgen zo groot zijn dat we dat terug moeten draaien. Voer het maar in. Maar ik heb destijds toen de keuze gemaakt werd, al gezegdop het moment dat nade g gevolgen in de stad op allerlei fronten zichtbaar zijn, dan draaien wij dat terug. Maar en dat ben ik ook eens met andere mensen die dat ook gezegd hebben, gratis bestaat bij een heleboel dmge niet En je mag ook best zeggen: voor een maatschappelijke voorziening mag je wel iets betalen. En tot 2008 waren de fietsenstallingen ook betaald in Breda. En ik had nou met het idee datd toen zo'n ontzettende ramp was. Ja, het geld klotst nu eenmaal niet tegen de plinten|°™h°°9- moet er daarna misschien nog bij zeggen dat met alle maatregelen die er de afgelopen,3 jaar qenomen zijn, - en dat vind ik dan misschien nog wel enigszins gênant -, het fietsparkeren nou niet op nummer 1 van ons prioriteitenlijstje staat. Ik denk dat een aantal zaken noodzakelijkerwijs gebeurd zijn in de stad die misschien net wat meer sympathie en treurnis verdienen dan het betaald stallen in de bewaakte fietsenstalling. Voorzitter, het laatste waar ik nog op in wil gaan, is de kracht van West Brabant, zoals de mot,e van de heer Van Lunteren genoemd wordt. Ik kan een heel eind met hem meegaan, me e qedachte of je als stad nog individueel moet gaan citymarketen of dat als regio moet oppakken. Ik kanook met hem meegaan als zijn gedachte is: in hoeverre is het nog een taak als het gaat om het vestigingsklimaat neer te leggen bij de BRIM en in hoeverre moet je daoPPakker.bij de Rewin De formulering in deze motie is alleen wel heel erg expliciet. Op 31 december ac ophouden met alle vormen van citymarketing, op 31 december de BRIM ophefTen .Ikdenk_d wat te snel gaat. Maar ik vind wel, en misschien dat een wethouder Economische Zaken daar o nog op in kan gaan, of misschien moeten we dat een keer in de commissie bespreken hoe 2nen wij nou op langere termijn die samenwerkingsgedachte in groter verband dan alleen maar Breda, misschien dat het dan ook nog wel aansluit bij de topsectoren die je in de regio wil oppakken. Dus deze motie in deze vorm niet. Maar de gedachte vind ik dat we als raad als commissie Economie met elkaar moeten afpellen. DE VOORZITTER: I^steUoor dat we 10 minuten schorsen zodat het college zich even kan beraden op datgene wat u in al uw wijsheid naar voren heeft gebracht. Dus ik stel voor tot 22.35 uur is de vergadering geschorst. SCHORSING 4. REACTIE COLLEGE 2E TERMIJN. DE VOORZITTER: Mag ik vragen de plaatsen in te nemen? Ik heropen de beraadslagingen. Het college krijgt maximaal 15 minuten. Het woord is aan wethouder Boelema. WETHOUDER BOELEMA:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2012 | | pagina 82