591
Dank u wel, voorzitter.
Er zijn verder geen vragen meer in mijn portefeuille gesteld van financiële of inhoudelijke aard. Het
enige wat nog open ligt, is een aangepaste motie die veranderd is in een amendement van
Breda'97. En ik denk dat het u niet vreemd in de oren klinkt dat het college dat besluit ontraadt
omdat wij natuurlijk keuzes hebben gemaakt op basis waarvan wij de raad voorstellen om het geld
in te investeren, en dat is niet in het Buurthuis van de Toekomst omdat we daar ook al, en daar
ben ik blij om dat u die intentie in ieder geval goed begrepen heeft, om dat dat ook kan zonder dat
extra geld en dat wij kiezen voor energiemaatregelen en evenementen en daar ook echt eenmalig
in investeren. En dit zijn toch dingen die een wat duurzamer karakter kennen. Dus die zou je dan
ook uit de exploitatie moeten reserveren. Dus in die zin kunnen we daar niet mee door een deur. Ik
ben wel blij dat we inhoudelijk in ieder geval wel op een lijn zitten.
DE VOORZITTER:
Dank u zeer.
Wethouder Arbouw.
Wethouder Meeuwis.
WETHOUDER MEEUWIS:
Voorzitter, De nieuwe motie van de SP. Nee, niet doen. Onverstandig.
De aangepaste motie van het CDA. Ik begrijp...,
DE HEER VAN LUNTEREN:
Voorzitter, nee niet doen. Mag ik daar even op reageren?
WETHOUDER MEEUWIS:
Ik heb het geprobeerd.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Ik werd er een beetje ongemakkelijk van, voorzitter.
Zo ken ik hem helemaal niet.
Maar dat hij zegt nee niet doen, dat snap ik want hij is dan toch van een andere partij die daar
weer heel anders in staat met een heel andere blik op de wereld. Maar er was een voorstel van
mijnheer Akinci om het wel bespreekbaar te maken op een ander moment. Hoe zit de wethouder
daarin?
WETHOUDER MEEUWIS: J
Het is niet aan deze wethouder of dit college om te becommentariëren op uw onderlinge
uitwisseling van argumenten. Ik reageer op de motie en deze motie is vaak en eerder besproken,
de strekking van deze motie. Die argumenten zijn veel en vaak gewisseld. De BRIM is een zeer
waardevolle organisatie voor de gemeente Breda, doet hele verstandige dingen op het gebied van
acquisitie van bedrijven, haalt grote bedrijven naar de stad, begeleidt bedrijven en heeft ook een
prominente rol in de huisvesting van startende ondernemers, een opdracht die ik van deze raad
heb mogen ontvangen en waarvoor de BRIM, anderhalve man, een paardenkop, de uitvoering van
zal verzorgen. Ik wil het ook gewoon niet. Ik vind het onverstandig.
DE VOORZITTER:
Gaat u verder.
WETHOUDER MEEUWIS:
De aangepaste motie over het topsectorenbeleid. Wat gebeurd is, is dat de visie veranderd is door
een beknopte visie. Nou, in het kader van de le termijn snap ik die opmerking. Als u het college
toestaat om op 26 februari dat op papier aan u toe te vertrouwen, dan kunnen we de opmerking
over de regio daar ook in meenemen en dan kunnen we het dan bespreken over wat de impact is
van het topsectorenbeleid voor het gemeentelijk en regionaal economisch beleid. Ik vind januari
namelijk wat kort dag.
MEVROUW VAN BEEK:
Is goed.
WETHOUDER MEEUWIS:
En dan de 3e motie.
MEVROUW HAAGH: