619 gezinnen op straat, ook wordt gehanteerd. En op het moment dat lijkt dat in strijd daarmee gehandeld wordt, zal ik zelf handelen. En het voorbeeld wat mevrouw Van der Sanden aangeeft, geeft nog eens aan dat je in dit soort casussen altijd naar de individuele gevallen moet kijken met alle omstandigheden die daarbij horen en dat het ook nauwelijks past om daar beleid in te voeren. Nogmaals, de wijziging die ik wil aanbrengen, op verzoek van de SP, - en ik ga er vanuit dat u mij niet vraagt om die wijziging nu in te trekken -, de wijziging die ik wil aanbrengen en waarover ik met de corporaties in gesprek ben, is door in het toewijzingssysteem wel rekening te houden met het aantal slaapkamers, zodat een eengezinswoning met meerdere slaapkamers in beginsel niet wordt toegewezen aan iemand zonder kinderen, om het maar even zo te zeggen. En ik denk dat die wijziging voor een stuk tegemoet komt aan de problematiek en voor de rest, nogmaals, is het systeem waarbij we uiteindelijk via de crisisopvang zorgen dat er geen gezinnen op straat komen, naar mijn idee, voor Breda, op dit moment sluitend. DE VOORZITTER: Dan mevrouw Van der Sanden, tot slot. MEVROUW VAN DER SANDEN: Nou ja, we hadden zojuist een paar gezinnen hier buiten staan die gewoon letterlijk en figuurlijk op straat staan. Ze zijn er dus wel degelijk. En ja, wij kunnen alleen de gezinnen die bij ons bekend zijn en die bij onze hulpdiensten aankloppen, doorverwijzen naar wethouder Bergkamp. Maar ja, dan missen we nog al die andere gezinnen die die weg niet weten te vinden. Ik vind het jammer dat hij alles alleen maar ad hoe wil oplossen en geen structurele oplossing wil bieden voor het probleem. DE VOORZITTER: Goed. Daarmee is het urgentiebeleid woningzoekenden besproken. Aan de orde Breda'97: De buurthuizen. Procedure: vragensteller, overige fracties, vragensteller, einde. Het woord is aan mijnheer Vuijk, Breda'97. DE HEER VUIJK: Dank u wel, voorzitter. Actueel geïnformeerd ben je pas na het lezen van alle raadsbrieven die er op de laatste dag dan nog boven water komen. Misschien ben ik er in alle hectiek een vergeten te lezen. Maar vooralsnog zal ik even doorgaan met datgene wat voor ons ligt. Ik zeg al: ik zal de tekst niet letterlijk voorlezen; u heeft allemaal de tekst voor u liggen. Ik zal u echter de achterliggende gedachten schetsen. De gemeenteraad is er niet alleen om het handelen van B&W te controleren, maar ook om af en toe eens aan zelfreflectie te doen: het doen en handelen van jezelf. Daarbij kom ik terug op een motie binnen de takendiscussie waar 1,5 miljoen bezuinigd wordt op het accommodatiebeheer. Breda'97 heeft tegen gestemd. Niet vanwege het feit dat wij vinden dat daar niet bezuinigd moet worden, - we zaten wel heel erg dik in onze buurthuizen, dus daar kon best bezuinigd worden -, maar wij hebben toen tegen gestemd omdat er 1,5 miljoen in de tekst stond. Die 1,5 is volgens mij met de natte vinger gedaan. Wij kunnen er ook wel 5 miljoen van maken maar er moet steeds sprake zijn van realisme en balans. Nu er zoveel onrust is onder accommodatiebesturen en accommodaties die ook dicht gaan, is dit een mooi moment om onszelf eens te bevragen of we überhaupt wel een goed besluit hebben genomen met die 1,5 miljoen. Dus vragen wij u de 3 vragen. Moeten wij constateren dat de impact en de consequenties van de door de raad gekozen weg niet te overzien is? Deelt u met ons dit beeld? Bent u het met ons eens dat eerst het antwoord gegeven moet worden op het door de gezamenlijke besturen gevraagde perspectief waarbij het college even pas op de plaats maakt? En bent u het met ons eens dat de uitkomsten van de gesprekken met bestuurder, partners, voorgelegd dienen te worden aan de commissie Maatschappij alvorens verdere stappen te ondernemen? Dank u wel. DE VOORZITTER: Dank u wel. Wie van de leden van de raad? Mijnheer Stubenitsky en mijnheer Aartsen. Mijnheer Aartsen, VVD. DE HEER AARTSEN: Voorzitter, dank u wel voor de vraag.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2012 | | pagina 16