627
Dan heb ik 2 vragen aan de wethouder. Hij zegt: eind januari/begin februari hebben we het in
beeld. Maar die mensen zitten nu natuurlijk al in die schimmel en in die tocht. Dus hoe gaat hij de
bewoners daarin meenemen in dat verhaal, zodat zij al vast weten dat de verwachtingen aan hun
kant ook duidelijk zijn, wat zij van u kunnen verwachten en wanneer dan die woning op orde is
zodat ze weten wanneer er weer een normale gezonde leefomgeving komt.
En de handhaving, dat is me niet helemaal duidelijk. Het klinkt nu een beetje reactief en wat wij
vragen is eigenlijk een beetje een meer proactieve houding van de handhavers. Niet een beetje,
maar gewoon proactieve handhaving op dat soort situaties. Want als wij het hier iedere keer van
de bewoners moeten vernemen, dan gaat er natuurlijk iets mis. Dat had de gemeente natuurlijk al
veel eerder zelf moeten zien.
Dank u wel.
DE VOORZITTER:
Goed.
De overige fracties.
Mijnheer Lips, CDA. Mijnheer De Beer, D66. Mevrouw Schokker.
Mijnheer Lips.
DE HEER LIPS:
Dank u wel, voorzitter.
Nou ben ik ook blij met de beantwoording van de wethouder. Daar kunnen wij dus goed achter
staan. Maar ik ben het ook met u volledig eens, als het gaat om de coalitie van PvdA en VVD in
Den Haag. Die maken van de corporaties een chaos en een puinhoop. En daar kan niet genoeg
aandacht aan besteed worden.
DE VOORZITTER:
Mevrouw Schokker, GroenLinks.
M,EVROUW SCHOKKER:
Ja voorzitter...,
DE HEER VAN LUNTEREN:
Ik bied u graag dit podium, mijnheer Lips.
DE VOORZITTER:
Mevrouw Schokker, GroenLinks.
MEVROUW SCHOKKER:
Ja voorzitter, ik ben ook blij met de beantwoording van de wethouder. Ik heb met deze
beantwoording wel het gevoel dat er vanuit het college alles aan gedaan wordt om deze
schrijnende situaties het hoofd te bieden, hoewel natuurlijk wel nu de winter aankomt en er tot
eind januari in feite toch nog niet voldoende gebeurt. En wij vragen ons ook af of nu wel alle
schrijnende situaties in beeld zijn bij het college. Is het college ervan overtuigd dat dat zo is? Dat is
onze vraag.
En wat wij vinden is, dat er niks mee is als wij als raad ook nog eens een keer die zorgen
uitspreken, dus niet alleen dat het college die zorg nu uitspreekt richting Den Haag maar dat we
dat gerust ook als raad kunnen doen.
DE VOORZITTER:
Mijnheer De Beer, D66. En dan mevrouw Van Oosterhout, VVD.
DE HEER DE BEER:
Dank u wel.
Dank aan de heer Van Lunteren om dit nog eens aan te kaarten. Ik ben het ook met hem eens dat
die woningen waar hij met name op doelt, dat die gewoon ook op zijn en dat die herbouwd moeten
worden. Ik heb zelf een paar jaar in de Hudsonstraat gewoond, met veel plezier, maar dat was
inderdaad soms schimmel, soms tocht, wel lekker goedkoop, ik geloof 280,— per maand. Maar
dat was je dan vervolgens ook weer kwijt aan stookkosten omdat die woningen inderdaad gewoon
niet geïsoleerd zijn en slecht. Die zijn echt toe aan nieuwe..., Dus dat punt is gewoon waar.
Waar het gaat om de inspanning van het college, vind ik het een erg goede beantwoording van de
wethouder. Ik vind het ook goed dat hij af gaat op de signalen vanuit de stad. Je kunt niet met een
afdeling toezicht en handhaving ieder huis wekelijks controleren. Je moet afgaan op signalen van
de stad. Als daar maar goed opvolging op is, dan vind ik dat een prima uitgangspunt.