632
ons zorgen of de lokale omroep nog wel voldoende instroom en nieuw publiek trekt die de
bestaande kijk- en luistergroepen op termijn kunnen vervangen.
Het verschil tussen beide beleidsplannen geeft de doorslag. BredaNu ziet bij uitstek een toekomst
voor zich in het snel veranderende medialandschap, zowel financieel als bij het aanboren van
nieuwe doelgroepen. En de BRTS wil wel meer crossmediaal werken maar die lijkt qua financiering
vooral gericht op de subsidie en die heeft men al hard nodig voor de bestaande dingen.
Belangrijke vragen, voor wij een definitieve keuze maken aan de wethouder, zijn de volgende.
Wat zijn de mogelijkheden om kapitaalvernietiging tegen te gaan en dan zowel maatschappelijk
kapitaal als spullen? Zijn er mogelijkheden om overnameregelingen voor apparatuur en vrijwilligers
en dat soort dingen te doen? Een andere vraag aan het college is: is BredaNu als nieuwe
organisatie financieel wel in staat om direct van start te gaan of vraagt dat om
aanloopfinanciering? Zo ja, waar zou dat vandaan moeten komen?
Dank u wel.
DE VOORZITTER:
Ik dank u zeer.
Mijnheer Van den Berg, Breda'97.
DE HEER VAN DEN BERG:
Dank u wel, voorzitter.
Alles overwegende, kan Breda'97 zich ook vinden in het voorstel. Partijen die niet samen willen,
moet je zeker niet samen dwingen. We worden, - het is net al gememoreerd -, gedwongen tot een
keuze. Maar als die keuze is gemaakt, vinden wij niet dat wij op de stoel van de organisatie
moeten gaan zitten en alles tot 3 cijfers achter de komma moeten proberen te regelen. Alvast een
beetje vooruitlopend op de motie waar waarschijnlijk de PvdA mee gaat komen, vinden we die dan
eigenlijk min of meer een beetje overbodig.Maar als het de algemene consensus van de raad is,
dan zullen wij zeker daar niet tegen stemmen.
Dat was het. Wij zijn dus voor het voorstel.
DE VOORZITTER:
Dank u wel.
Mijnheer Stubenitsky. Breda'97, correctie: Leefbaar Breda.
DE HEER STUBENITSKY:
Ja voorzitter, ik had eigenlijk tijdens de commissievergadering mijn keuze al gemaakt maar ik bleef
hopen dat ze nog zouden kunnen gaan samenwerken. Maar ik heb er ook begrip voor dat ze niet
kunnen gaan samenwerken. Ook de namen van de mensen die BredaNu ondersteunen, hebben een
degelijkere indruk op me gemaakt, dan de namen die ik bij StadsTV Breda zag. En het feit dat we
dinsdag tot drie keer aan de Stads RTV Breda moesten vragen of ze afstand wilden nemen van de
moddergooibrief van de mede oprichter van de BRTS, heeft mijn mening dat BredaNu een
verbetering is, alleen maar versterkt. De vragen die bij een aantal van ons nog leefden over de
financiële zekerheid van BredaNu, hebben we gisteren via de mail ook beantwoord gekregen. Ik ga
ook het voorstel van het college steunen.
DE VOORZITTER:
Ik dank u wel.
Het woord is aan mijnheer De Beer, D66.
DE HEER DE BEER:
Dank u wel, voorzitter.
Ik heb in de commissie al gezegd dat ik dit een ontzettende ouderwetse procedure vind, een
ouderwetse wet die uitgaat van hele lange termijnen, die mensen lang in onzekerheid houdt, die
ook een heel circus aan mensen bezig houdt, maar ook omdat die geënt is op alleen een
zendmachtiging. En ik denk op zich, - ik moet daarover nog in beraad met een aantal mensen -,
maar ik voel er toch steeds meer voor om aan te dringen bij de Tweede Kamerfractie om ook naar
een lokaal mediabudget dan te gaan om lokale journalistiek en lokale media gewoon in bredere zin
te stimuleren. En het nu zo te koppelen aan deze zendmachtiging, komt toch wat bijzonder op mij
over. De heer Bakker heeft daar ook al iets over gezegd.
Ik vind het ook erg belangrijk om te zeggen dat ik alle mensen die ik heb ontmoet van beide
stichtingen enorm waardeer, voor hun passie, voor hun passie voor het vak, voor hun
vrijwilligerswerk, het feit dat ze daar zich als vrijwilliger voor inspannen en zich richten op een zo
hoog mogelijke kijk- en luisterdichtheid voor Breda voor de lokale omroep dan wel dat wensen te
doen.