638 WETHOUDER AKINCI: Dank u wel, voorzitter. Ik denk dat het een compliment is naar alle vrijwilligers van de BRTS, - ook al komt dat misschien na uw bijdrage wat wrang over dat er zowel in de commissie als hier, zo uitvoerig over dit onderwerp gesproken is omdat het ook aangeeft het belang wat u hecht aan een publieke lokale omroep en dus daarmee ook impliciet de waardering uitspreekt voor wat er op dat vlak gedaan is door een heleboel vrijwilligers de afgelopen 30 jaar van de BRTS, en hopelijk, zoals het er nu naar uitziet, in de toekomst mogelijk gedaan zal gaan worden door een nieuwe zendgemachtigde. En u heeft daarbij ook als fracties allemaal redelijk consistent de lijst van vragen afgewerkt. Dus dat duidt ook op een redelijke eensgezindheid bij u in de raad. Laat ik eerst even zeggen dat ik ook mijn waardering uitspreek naar de commissie die, nadat ik dat al gedaan heb vanuit mijn verantwoordelijkheid als collegelid, dat u als commissie ook nog een uiterste poging heeft gedaan de omroepen tot elkaar te brengen. En dat heeft in die zin ook resultaat gehad dat het geleid heeft tot nog een keer een gesprek met 2 delegaties van 2 omroepen om te kijken of er een mogelijkheid is om samen te werken maar vervolgens ook de conclusie dat de cultuurverschillen en de verschillen in visie te groot waren om tot een zinvolle fusie te komen. Dus ik denk dat we als Breda echt kunnen aantonen, u in uw verantwoordelijkheid als raad en commissie en wij vanuit onze verantwoordelijkheid als college dat er echt alles aan gedaan is om die samenwerking en het voorkomen van kapitaalvernietiging wat gestand te doen. Het is helaas alleen niet gelukt. Dan de vragen die u gesteld heeft. Om te beginnen bij de heer Bakker. Dat zijn vragen die eigenlijk ook gesteld zijn door de heer Blankenstein, de heer Quaars, mevrouw Van Beek en de heer Spapens, en misschien vergeet ik nog wel iemand onder u. Hoe voorkomen we kapitaalvernietiging? Om te beginnen met de vrijwilligers want dat is het grootste kapitaal wat een omroep heeft. De Mediawet geeft ons weinig mogelijkheid als gemeente om invloed te hebben op de omroep behalve eens per 5 jaar het beoordelen van het pbo en het beleidsplan om een advies te geven over de zendmachtiging en vervolgens tussentijds nog een keer om te kijken of de omroep nog steeds aan al die voorwaarden voldoet. Dus er zijn in 5 jaar tijd 2 controlemomenten. En daarbij gaan wij niet over de inhoud, niet over de redactionele inhoud, niet over het werk van de redactie en dus feitelijk ook niet over het personeelsbestand. Dat is een autonome verantwoordelijkheid van de omroep. Als dat onze verantwoordelijkheid zou zijn, dan betekent dat in mijn ogen, en in ieder geval in de ogen van de Mediawet, een ongewenste inmenging in de redactionele autonomie van een omroep. Dat wil niet zeggen dat we natuurlijk niet in gesprek zijn. En de nieuwe gegadigde, BredaNu, heeft ook in uw richting maar ook in onze richting al diverse malen aangegeven niet alleen bereid te zijn om die vrijwilligers die passen in hun visie in het programmabeleid om daarvoor deuren open te zetten, maar daar ook een procedure voor op te zetten. Dat klinkt misschien wat formeel, mensen mogen zich melden en vervolgens volgt er een gesprek. Dat zou je een sollicitatiegesprek kunnen noemen. Maar het is ook gewoon een gesprek om te kijken: wat zijn jouw kwaliteiten, wat zou je voor ons willen doen en wat kun je bij ons doen en wat past binnen onze programmering. Dus ik heb het idee dat BredaNu daar heel erg open voor staat. Ik wil ook na vandaag graag nog dat gesprek met BredaNu aan om daar nog eens een keer garanties voor te vragen en u daar ook over in te lichten van wat nou de intenties zijn. Het staat ook in het beleidsplan overigens. Nee pardon, dat staat niet..., het is in de commissie toegelicht. Ik moet het correct zeggen. Maar ik wil dat graag nog een keer in uw richting doen toekomen en vervolgens ook verslag te doen van of dat nou goed gegaan is en waartoe dat heeft geleid. BredaNu heeft daar ook een eigen belang bij want zij hebben belangen bij voldoende goede programmamakers om die omroep straks te vullen. Dus ik ben ervan overtuigd dat het ook een intrinsieke motivatie bij hen is. Wat is de mogelijkheid om kapitaalvernietiging te voorkomen? Dan hebben we het gewoon over de apparatuur die nu in handen is van de BRTS maar straks zonder zendvergunning, zonder zendmachtiging, niet zo heel veel functie meer heeft. Ja, wij hebben daar helaas in het verleden nooit afspraken over gemaakt. Wij hebben subsidie verleend aan de omroep, overigens volgens onze eigen subsidieregels, en daarbij niet als aanvullende voorwaarde gezegd: stel je voor dat je ooit de zendmachtiging verliest, dan moeten investeringen die gedaan zijn met gemeentelijke middelen, met belastinggeld om het zo maar te zeggen, ook weer ten goede komen aan de nieuwe oproep. Dus formeel hebben we niet iets om hen aan te houden. Ik kan me voorstellen dat ook de stichting BRTS er belang bij heeft om goederen die ze straks niet meer kunnen gebruiken, om die te kapitaliseren bijvoorbeeld om lopende verplichtingen af te handelen. Ik wil me graag opwerpen als mogelijk bemiddelaar om te kijken of we daar tot een faire deal kunnen komen. Die apparatuur die nog niet is afgeschreven, kunnen we die voor een redelijke prijs over doen naar de nieuwe omroep op het moment dat die daar behoefte aan heeft. Heel veel meer kan ik niet doen want we hebben geen juridische mogelijkheden. Ik wil overigens in de afspraken met de nieuwe omroep wel

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2012 | | pagina 35