643
werken. Er is in ieder geval niet in die zin naar gekeken. Mocht de BRTS straks, als de keuze valt
zoals die lijkt te vallen, een aanbod willen doen van het produceren van programma's aan
BredaNu en zij zijn genegen omdat het past in hun visie, om dat uit te zetten dan is dat ook weer
een afspraak tussen 2 partijen.
Uw motie met betrekking tot de aandacht voor doelgroepen, snap ik wel. U zegt: ouderen zijn
misschien meer afhankelijk dan andere doelgroepen, als het gaat om nieuwsvoorziening van een
lokale omroep, In die zin vind ik..., U vraagt daar gewoon op deze manier aandacht voor. Als ik uw
motie nou zo mag vertalen dat ik nog eens een keer aan de zendgemachtigde straks ga vragen,
hoe zien jullie de nieuwsvoorziening ook voor ouderen. Willen jullie dat met een kabelkrant doen,
willen jullie dat met programma's doen, met een nieuwscarrousel. Ik weet niet wat voor
oplossingen er zijn. Dan wil ik best die vraag die u nu aan mij stelt, vervolgens weer voorleggen
aan de omroep en dan het antwoord wat ik krijg, aan u doorgeleiden. Dat ben ik bereid te doen. Ik
zou de motie nogmaals, in deze manier, omdat u er wel erg veel focus aan geeft, dan niet
indienen. Maar dan beloof ik wel dat ik die vraag aan de omroep stel.
MEVROUW VAN BEEK:
Mag ik daarop reageren?
Ik vind dat een goed voorstel. Ik denk dat we, wat dat betreft, dezelfde gedachte hebben bij deze
motie. En wat dat betreft, kunnen wij de motie dan ook intrekken.
WETHOUDER AKINCI:
Ja ik ga niet tegen het CDA zeggen dat u dan bediend bent want dat is altijd heel gevaarlijk.
DE VOORZITTER:
Er zijn veel betekenissen aan het woord bedienen, zeker in die kringen.
WETHOUDER AKINCI:
U krijgt dan zo spoedig mogelijk antwoord.
In de richting van de heer De Beer. Ja die voorwaarde over dat kapitaal, dat was ik ook al
voornemens te doen en dank ook voor het feit dat u dat nog even herbevestigt dat dat van belang
is.
En in de richting van de motie van de heer Spapens. In mijn korte periode heb ik al best wat
moeilijke gesprekken gehad over partijen die het moeilijk hebben in deze tijd, die net wat meer
financiering nodig hebben en een begroting die dat niet toelaat. Ik weet oprecht niet, en u zou mij
voor een groot probleem stellen, en ik ga alleen maar over mijn eigen cultuurbudget, nou ja mijn
eigen, het is niet mijn budget maar het budget wat ik beheer, u zou mij voor een enorm probleem
stellen op het moment dat ik daar 55.000,-- uit moet halen om een omroep te bekostigen.
Daarnaast, en laat dat ook even helder zijn, in het bekostigingsmodel kan de gemeente een
afweging maken of de gevraagde bekostiging door een omroep in de juiste verhouding staat tot het
bieden van activiteiten en de daarbij behorende uitgaven en overige inkomsten van de omroep.
Dus het richtbedrag is een bedrag voor de omroep waarbij ook rekening gehouden moet worden
met externen, dus zeg maar verkoop van reclame, maar ook op basis van het product wat geboden
wordt. Ik constateer in de financiële paragraaf van BredaNu dat zij een bedrag aanvragen van
60.000,—. Ik vind het dan niet logisch en al helemaal geen goede prikkel om als raad dan maar
meteen te zeggen: Hierbij heb je de hele lumpsum. Althans de lumpsum, het is geen
lumpsumbedrag maar het totale richtbedrag. Ik zou dat niet de juiste manier vinden om met een
omroep om te gaan. Dus ik moet uw motie toch ontraden.
DE VOORZITTER:
Goed, ik dank u zeer.
DE HEER SPAPENS:
Mag ik reageren, burgemeester?
DE VOORZITTER:
Mijnheer Spapens, tot slot.
DE HEER SPAPENS:
Burgemeester, de voorzitter.
Dank u wel, mijnheer Akinci. Want uw antwoord is duidelijk. In die zin neem ik deze motie even
terug. Ik houd hem aan zodat we wellicht in de komende periode waar toch nog wat besprekingen
plaats gaan vinden, kunnen kijken of een en ander op een manier ingebed kan worden. Ik denk dat
u heel goed aangevoeld heeft welke richting ik in ieder geval uit zou willen. En uw antwoord is
dusdanig dat we hem dus terugtrekken en aanhouden.