645 kondigde het al aan een amendement voorbereid, dat een tussenweg moet vormen tussen het vigerende bestemmingsplan en het voorliggende voorstel. Tot zover. DE VOORZITTER: Dank u zeer, mevrouw Schokker. Besluit in het ter vaststelling voorliggende ontwerp raadsbesluit te wijzigen: artikel 3.2.2. lid d te laten vervallen, daarvoor in de plaats een nieuw lid d op te nemen, luidende: voor bebouwing geldt een minimale FSI van 0,75. Ondertekend door GroenLinks. Mevrouw Van Hasselt, VVD. MEVROUW VAN HASSELT: Dank u wel, voorzitter. In de commissie heeft de VVD zich duidelijk uitgesproken want door de gewijzigde economische omstandigheden is er minder behoefte aan hoogwaardige bedrijven met een hoog percentage kantooroppervlak. En door de aanpassing van dit bestemmingsplan ontstaat een bedrijventerrein dat toegankelijker wordt voor reguliere bedrijven en behoudt het terrein zijn economische functie. En dat vinden wij hele belangrijke zaken. Wij willen graag meewerken aan een goede invulling van braakliggende terreinen en met dit voorstel ga je verloedering en leegstand tegen en bovendien is deze aanpassing goed voor de werkgelegenheid. Dat zijn beide positieve punten. Dan over het amendement van GroenLinks. Dan wil ik het toch hebben over het 2e en 3e streepje van de overweging. Daar staat dat het bedrijfsoppervlak gehalveerd wordt op basis van het feit dat er zich nog geen bedrijf heeft gemeld voor de gronden en dat er nog geen bedrijfsgrond is uitgegeven. Maar, ja het is met duur woord de floor space index, die wordt verlaagd, niet om wat ik net zei, wat bij het 2e en 3e streepje staat, maar gewoon omdat je de bestemming van dit terrein wijzigt. Dus omdat de economische situatie in Nederland is veranderd en dat je minder behoefte hebt aan kantoren, wijzigen we nu de bestemming. Maar dan is het ook gewoon logisch dat je de floor space index aanpast want dat zijn 2 factoren die nauw aan elkaar verbonden zijn. Wanneer je kantoren bouwt, kun je namelijk makkelijker de hoogte in maar wanneer je andersoortige bedrijven wilt aantrekken, zitten die liever in panden bestaande uit 1 of 2 lagen. En dan zul je gewoon je FSI moeten aanpassen. En dat gebeurt nu ook. En een fsi van 0,5 voor dit soort bedrijven is gewoon heel gebruikelijk. En daarom zullen wij dit amendement niet steunen. DE VOORZITTER: Dank u zeer. Mijnheer De Beer. DE HEER DE BEER: Dank u wel, voorzitter. We hebben hier in de commissie al over gesproken en daar zijn al een aantal interessante aspecten aan de orde geweest. GroenLinks heeft een van die aspecten, het belangrijkste aspect, ook in een amendement gegoten. En dat amendement zal onze fractie in ieder geval steunen. Ik heb het niet mede ingediend. Ik vind de zaken die in dit amendement staan wel belangrijk, maar ik wil ook nog een ander perspectief aan deze discussie toevoegen. En dat is de discussie over: wie moet nou de pijn dragen van het feit dat grondposities minder waard worden, dat de bedrijventerreinenmarkt fors is afgenomen. En die discussie die voeren wij, onze raad, met het college, alle betrokkenen, in het kader van de Structuurvisie op dit moment. En daarbij zeggen we altijd: de gemeente moet een deel daarvan dragen, van die achteruitgang, maar ook derde partijen. En juist dat laatste aspect is volgens mij door alle partijen benadrukt. Het gaat er hier dan ook helemaal niet om of je voor of tegen revitalisering bent want daar zijn we allemaal voor. D66 is daar ook hartstikke voor. Daar heeft dit voorstel niks mee te maken. Het heeft ook niks te maken met of we meer banen willen in Breda. Dat willen we ook allemaal. En D66 is daar van harte voor en dit voorstel van de Greenery gaat daar ook helemaal niks aan helpen. Want er zijn andere terreinen in de nabijheid beschikbaar, bijvoorbeeld het terrein waar sloopbedrijf Vermeulen op zou landen, bijvoorbeeld de wig bij Ritmeesterpark waar Dinalog zou landen. Die terreinen zijn beschikbaar en dat zijn grondposities van de gemeente. Op het moment dat wij dit nu helemaal gaan goedkeuren, het voorstel van de Greenery, dan wordt die grond van de Greenery gewoon meer waard, zullen bedrijven gewoon eerder daar naar toe gaan en blijven wij zitten met onze grondposities, hetgeen het Grondbedrijf geld zal kosten. En dat is nou net wat we niet hebben. Dus ik wil hier een stukje bewustwording neerleggen in deze raadszaal dat wij die bredere discussie kunnen relateren aan dit concrete geval.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2012 | | pagina 42