647
organisatie dus mensen ziet en kansen ziet om daar nu dus wel werkgelegenheid voor te krijgen
door bedrijventerreinen te kunnen gaan verkopen, wie zijn wij als gemeenteraad dan om dat te
gaan beperken? Wij moeten alles omarmen om onze werkgelegenheid veilig te stellen, mensen aan
het werk houden en een zo goed mogelijk economisch beleid voeren. Wij zullen het amendement
van mevrouw Schokker dan ook niet steunen in deze want wij gaan helemaal mee met het voorstel
wat er nu ligt.
DE VOORZITTER:
Andere leden nog van uw raad?
Mevrouw Bijlsma, Partij van de Arbeid.
MEVROUW BIJLSMA:
Voorzitter, dank u wel
Voor dat ik inga op het amendement van GroenLinks, heb ik nog 2 concrete vragen aan het
college.
De vraag aan het college is of met de aanpassing van het bestemmingsplan, of zij dan denkt dat
met de komende 6 maanden een nieuwe partij zich zal melden voor dit terrein, of daar enig zicht
op is.
En daarnaast zijn wij ook wel gevoelig voor de argumentatie van de heer De Beer. In de commissie
heb ik echter begrepen dat het toch gaat om een ander type terrein. Dus de vraag aan het college
is dan ook: is er sprake van een dergelijke concurrentiepositie met onze eigen gronden?
Dank u wel.
DE VOORZITTER:
Dank u zeer.
U gaat nu niet op het amendement in?
Nee? Akkoord. Dat is de vraag. Nee. Helder.
Nog andere leden van uw raad?
Dan is het woord aan wethouder Arbouw.
WETHOUDER ARBOUW:
Dank u wel, voorzitter.
Voorzitter, het is een beetje een technische discussie natuurlijk dat begrip flour space index.
Mevrouw Van Hasselt heeft daar al een aantal opmerkingen over gemaakt. Het feit waar we hier
over praten, is een pilot destijds van de provincie om te kijken in de goede tijd of met zo'n index
naast de bebouwingsoppervlakte die al in het bestemmingsplan is voorgeschreven, nog bepaalde
kwaliteitssturing zou kunnen plaats vinden. De verhouding van de oppervlakte van de vloeren
afgezet tegen de oppervlakte van het perceel. Het is precies wat mevrouw Van Hasselt ook
aangeeft: op het moment datje daar met die knop gaat draaien, betekent dit datje in feite
aangeeft dat als je dat getal hoger maakt je meer van de kantoorachtige bedrijfskavel spreekt dan
wanneer je dat bedrag lager maakt. Dat is in feite de essentie waar het hier over gaat.
Voorzitter, en de betreffende ondernemer heeft de vraag gesteld om dat, die index, aan te passen,
omdat gebleken is dat in de huidige markt en zeker met de huidige economische crisis, de vraag
naar dit soort bedrijven, waar een groot kantoorgehalte in zit en maar een kleine hal, dat die vraag
aanmerkelijk terug zakt. En u snapt dat want we hebben zelf in de Kantorennota die discussie
natuurlijk met elkaar gehad en we hebben ook met elkaar geconcludeerd dat het sturen op dat
soort bedrijven in deze markt niet gewenst is. En deze ondernemer vraagt dus om meer kans te
maken voor het soort bedrijven wat hier namelijk wel past, en dat gaat om bedrijven, met name
logistieke bedrijven, die ook een stukje meerwaarde brengen omdat er ook een aantal handelingen
ter plekke plaats vinden, added value, ook werkgelegenheid met zich mee brengt. Om daar kans
op te maken, betekent dat je die FSI zal moeten aanpassen zodat er ook sprake is van grotere
bedrijfshallen zonder dat dat de kwaliteit van de plek, kijk naar wat er omheen staat, de C1000, de
Schuitema, dat vindt u ook terug in de omslag. Want die kwaliteit moet het natuurlijk wel hebben,
dat die wordt aangetast. Want daar waren in de commissievergadering inderdaad vragen over of
we dat ambitieniveau niet te veel zouden loslaten. En waarom heeft het college dit verzoek
omarmd? Omdat wij inderdaad ook vinden dat wij ook moeten meebewegen met die huidige markt
en die economische crisis. En dat die werkgelegenheid, en zeker aan die onderkant, want als het
gaat om wat voor werkzaamheden vinden dan plaats bij zo'n logistiek bedrijf, is dat de
werkgelegenheid die een wat minder hoog opleidingsniveau vraagt. En daar hebben we ook in
Breda behoefte aan. En als het gaat om dit soort bedrijven, logistieke bedrijven die het added
value ook geeft, hebben we eigenlijk nauwelijks bedrijventerreinen in Breda. En betekent dat als
het gaat om andersoortigheid van bedrijventerreinen, wij het ook belangrijk vinden dat we
meebewegen met deze vraag van de ondernemer. En die heeft er overigens natuurlijk ook zijn