658
De PvdA fractie vindt het ook een goede eerste stap. In 2011 zouden 4 organisaties in onze stad
door deze maatregel geraakt worden. Wij zijn benieuwd hoeveel dit daadwerkelijk zal zijn in het
komend jaar. Dus wij stellen ook de vraag van mevrouw Koger om het inzichtelijk te maken. Dus
die organisaties zouden dan, of die bestuurders zouden dan, in een organisatie het gesprek moeten
aangaan met de medewerkers waarom zij geen of minder subsidie krijgen omdat hun bestuurder
zo'n hoog inkomen verdient. Ik denk dat dat bestuurders zal afschrikken voortaan om zulke hoge
salariseisen te stellen. Van ons had de norm ook lager gemogen, bijvoorbeeld op de norm van de
leden van het college van B&W. Wij kennen geen organisaties in de stad waar bestuurders een
zwaardere baan hebben dan de politieke functies in het college van B&W. Dus waarom zouden die
organisaties, die bestuurders, dan een hoger inkomen verdienen?
Deze maatregel geldt alleen voor organisaties die subsidie van ons krijgen. Er zijn ook heel veel
organisaties, publieke organisaties, die geen subsidie krijgen. Die worden niet door deze maatregel
geraakt. Mijn fractie zal in ieder geval die bestuurders daar zelf op blijven aanspreken. Ik hoop dat
ook andere collega's dat doen. Want wij vinden dat belastinggeld goed besteed moet worden en
niet moet toevloeien aan de inkomsten van bestuurders.
Dank u wel.
DE VOORZITTER:
Ik dank u zeer.
Mijnheer Van Lunteren, SP.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Dank u wel, voorzitter.
We zijn deze discussie ooit begonnen met een Van der Veldennorm, naar de burgemeester. Dat
had het van ons best mogen zijn, als maat der dingen hier in Breda. Helaas was daar geen
meerderheid voor te vinden, al hoor ik nu toch wel geluiden die kant op. Maar het is de
premiersnorm geworden. Het is een stap in de goede richting. Laat het een duidelijk signaal zijn
naar iedereen die veel te veel verdient in de publieke sector en semi publieke sector. Het is klaar
met graaien, stop daar nou eens mee, jongens. Hartstikke goed dus deze eerste stap en laten we
hopen dat het een eerste stapje is naar meer.
DE VOORZITTER:
Dank u zeer, mijnheer Van Lunteren.
Mevrouw Groeneweg, CDA.
MEVROUW GROENEWEG.
Dank u wel, voorzitter.
Ook de CDA fractie heeft in het verleden met ontsteltenis kennis genomen van berichten van
exorbitante salarissen van bestuurders en instellingen uit zorg, welzijn, onderwijs en
woningcorporaties. Politiek is daar zowel landelijk als lokaal al verschillende malen afkeuring aan
gegeven en landelijk zijn er diverse maatregelen getroffen. Wij staan positief tegenover de mix van
maatregelen waaronder zelfregulering, openbaarheidsregimes en inkomensmaximering zoals nu in
samenhang vastgelegd in de wet normering topinkomens. En we kijken met interesse uit naar de
voorstellen van het huidige kabinet om deze maatregelen nog verder aan te scherpen. Wij hopen
met name dat de sectoren zelf in beweging komen. Daar vindt nu een cultuuromslag plaats en we
hopen dat buitensporige beloningen snel verleden tijd zijn. De excessen moeten er uit om te
voorkomen dat mensen die zich met hart en ziel inzetten voor onze zorg, volkshuisvesting en
onderwijs, worden neergezet als zakkenvullers en graaiers. Het beloningsbeleid in de politiek moet
evenwichtig zijn. De vraag die gesteld moet worden of een opeenstapeling van allerlei lokale
normeringen de juiste wijze is om exorbitante salarissen en bonussen te beteugelen. We willen
immers ook niet dat een zorginstelling in Breda heel anders mag belonen dan in Tilburg of in
Lutjebroek. Wij vinden wat er nu voorligt een zeer redelijk compromis dat enerzijds uitgaat van de
landelijke ontwikkelingen en anderzijds ook de mogelijkheden biedt om op een evenwichtige wijze
een lokaal signaal af te geven.
Wij zullen dan ook hiermee instemmen.
DE VOORZITTER:
Dank u zeer, mevrouw Groeneweg.
Het woord is aan de wethouder.
WETHOUDER BOELEMA:
Dank u wel.
Ja voorzitter, er zijn vragen gesteld over de praktische uitwerking van hoe we dat gaan doen. Het
is normaliter altijd zo, - en dat zou ik ook willen voorstellen bij dit wat je extra in de algemene
