12
MEVROUW VAN DER SANDEN:
MEVROUW VAN DER SANDEN:
MEVROUW VAN DER SANDEN:
Ik wil dit nog even inleiden. Ik heb een vraag.
DE VOORZITTER:
Nee, nee, we hebben de afspraak gemaakt met elkaar. Dus ik vind dat u echt nu een punt moet
zetten.
Nou mijn voorganger was ook iets langer...,
DE VOORZITTER:
Nee dat is niet..., Ik heb het hier precies staan.
Oké, goed. Kan de wethouder mij uitleggen hoe deze grote groep mensen, 65% waar nauwelijks
perspectief op werk is, zelf zijn positie kan verbeteren en uit de armoede kan komen als hij zelf in
de nota al aangeeft dat werken voor hen niet haalbaar is?
DE VOORZITTER:
Dank u wel.
Het woord is aan mevrouw Haagh, Partij van de Arbeid.
MEVROUW HAAGH:
Dank u wel, voorzitter.
Werk, werk, werk. Drie speerpunten van de Partij van de Arbeid. Werk, werk, werk, ook de beste
vorm van participatie die er is. Daarom is het behandelen van deze nota belangrijk. Maar hoe
positief je ook kunt staan tegenover de ambities die in deze nota staan, zo hard zijn ook de feiten
en de realiteit van vandaag de dag, want we hebben te maken met een zorgwekkende
Economische Barometer die we deze week gepresenteerd kregen en een voor Breda ongekend
harde groei van de bijstandcijfers. En we zijn daar bezorgd over als Partij van de Arbeid. Het tij
gaat niet zomaar gekeerd worden. En daarom zien wij het ook als een grote uitdaging om juist op
dit terrein van Sociale Zaken en participatie te zoeken naar een verruiming van budget zodat er
meer ruimte is om mensen daadwerkelijk naar betaald werk te begeleiden. Dat is een investering
voor onze stad die een discussie waard is als we het hebben over prioriteiten voor belangrijke
beleidsterreinen.
Ik ga in op 3 punten, voorzitter.
Ik kan het pleidooi van mevrouw Van der Sanden herhalen. Dat is het pleidooi geweest wat wij in
de commissie gedaan hebben: behandel dit samen met het armoedebeleid. We deden voorstellen
als Partij van de Arbeid, al in juni 2012, om bij bepaalde doelgroepen, - en dan heb ik het met
name over gezinnen met kinderen en mensen met hoge zorgkosten -, voor een verruiming in dat
armoedebeleid te kijken. En dat moet geschakeld zijn aan dit participatiebeleid. Wantje zult het
maar net zijn. Je zult maar net op dat trapje van de participatieladder staan dat de afstand naar
betaald werk nog net even niet voor jou in beeld komt. Dan moet je in Breda kunnen terug vallen
op een goede inkomensondersteuning zodat je volwaardig mee kunt blijven doen in de
maatschappij. Een strijd die ik heb gestreden in de commissie met verbazing dat de coalitiepartijen
er toch voor kozen om nu de participatienota zo te behandelen.
Dus dan maar even naar de inhoud van die nota. Want die is wel belangrijk. De nota
Werken@Breda. Er is goed geluisterd naar betrokkenen, naar cliënten. Er is ook geluisterd naar de
gemeenteraad. En er is ook geluisterd naar de ideeën van de Partij van de Arbeid. De aandacht
voor zelfredzaamheid die men kan terug vinden in de nota juichen we toe. Het gaat niet meer
alleen om eigen verantwoordelijkheid en eigen kracht waar we eerst deze wethouder Sociale Zaken
steeds over hoorden. Maar ook het bouwen aan zelfredzaamheid heeft een plek gekregen en daar
zijn we blij mee. Daarnaast ook de aandacht voor de jongeren zonder uitkeringen, brede invulling
van de tegenprestatie en een goede bejegening van de klanten door klantmanagers. Ruimte voor
innovatieve ideeën zoals de scharrelondernemers. Het zijn goede dingen waarvoor we hard ons
best hebben gedaan en ze staan erin. We zijn daar blij mee. En ze staan ook nog goed beschreven
door de mensen die ook zo hard aan het leerwerkbedrijf hebben moeten werken.
Maar dan kom ik bij mijn laatste punt voorzitter. En dat is aandacht voor een specifieke groep en
dat is een groep mensen met een arbeidshandicap. Wij willen heel graag toe naar een Breda dat
koploper is als het gaat om het goed begeleiden naar betaald werk van mensen met een
arbeidshandicap. En straks krijgen we te maken met een participatiewet waarin een
quotumregeling staat. Mevrouw Groeneweg keek even naar de beren op de weg; ik kijk naar de
kansen die er zijn.