14 MEVROUW HAAGH: Voorzitter, mag ik nog een vraag stellen aan mevrouw Van Maanen? DE VOORZITTER: Mevrouw Haagh. MEVROUW HAAGH: Ik hoor u praten over belangrijke prioriteiten, belangrijke ambities, maar het moet ook wel met wat minder kunnen. Nou, het is niet een beetje minder, het is de helft van het budget. Er is nogal weinig over,wat dat betreft, van het participatiegeld. Maar als nou blijkt dat de ambities niet waargemaakt worden, als nou blijkt dat de groei van het bijstandsbestand zoals dat nu plaats vindt, door gaat in plaats van dat het beter wordt, bent u dan nog bereid om echt aan die prioriteiten vast te houden en echt ook andere keuzes in deze stad te maken zodat werk, werk, werk, realiteit gaat worden voor veel meer mensen? MEVROUW VAN MAANEN: Dat hangt er van af hoe effectief het is. Welke keuzes stelt u dan voor? MEVROUW HAAGH: Dan is er dus meer geld nodig om meer mensen naar werk te begeleiden. Ik ben benieuwd of u dan bereid bent, want u zegt, als we de middelen hebben maken we de prioriteiten wel waar, maar als u die nou eens niet waar maakt en de ambities? Valt er dan te praten over een andere prioriteitsstelling als het gaat om de verdeling van de budgetten in Breda? MWEVROUW VAN MAANEN: Nou, over als dan dingen vind ik het lastig om in de toekomst te spreken. Kijk, als we naar het verléden kijken, dan is er ook wel heel erg veel geld besteed aan re-integratie van mensen wat volledig mislukt is. Dus ik denk dat we wel voorzichtig moeten zijn. Het is niet altijd zo dat als je extra geld inzet dat ook extra effectiviteit oplevert. Dus ik denk dat je moet kijken: welke prioriteiten stellen we, welke doelen hebben we en wat is daarvoor nodig om dat te bereiken. En dan ben ik altijd bereid om daar naar te kijken. DE VOORZITTER: Goed. Er is een 2e termijn. Ik geef het woord aan mijnheer Stubenitsky. DE HEER VAN LUNTEREN: Voorzitter, mag ik even een puntje van orde. Ik zit een tijdje naar mijnheer Bos te kijken, en enorm integer en gewaardeerd lid. En in al zijn bescheidenheid krijgt hij geen contact met u. Ik weet niet, hij zit misschien al wel 5 minuten te seinen, dus misschien dat u misschien een actievere rol als voorzitter zou willen aannemen. Dan kan mijnheer Bos ook zijn rol meespelen. DE VOORZITTER: Ik..., Mijnheer Bos kan dan het woord vragen en even richting..., Ik heb dat inderdaad niet waargenomen. DE HEER VAN LUNTEREN: Nee. DE HEER BOS: Ik wil de heer Van Lunteren bedanken voor deze bijval. Ik waardeer zeer hoe hij mij toespreekt. Ik denk dat ik het ook eventueel zelf zou hebben kunnen oplossen. Maar wel bedankt voor deze interventie. DE VOORZITTER: Het woord is nu aan de heer Stubenitsky. DE HEER BOS: Maar nog even kort. Want de reden waarom ik seinde, is misschien nog wel even handig om aan te geven..., DE VOORZITTER:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2013 | | pagina 15