17
MEVROUW VAN DER SANDEN:
Die is al lang ingegaan. Gaat uw gang.
WETHOUDER MEEUWIS:
Want ik zou nog iets willen zeggen over de schermen want het is echt niet om aan te zien.
DE VOORZITTER:
Ik dacht dat die kleuren u wel zouden aanspreken.
Gaat uw gang.
DE HEER VUIJK:
We kijken vanavond door een roze bril.
WETHOUDER MEEUWIS:
Voorzitter, ik wil de commissie bedanken voor hun bijdrage in le termijn.
Het is al door een aantal mensen gezegd: dit belangrijke stuk werk is raadsbreed in goed overleg
tot stand gekomen. We hebben er volgens mij met z'n allen in geïnvesteerd om tot een gedragen
beleid te komen als het gaat over het belangrijke onderwerp als participatie.
Ik hoor ook wat kritische geluiden uit de raad,met name als het gaat over de koppeling met het
armoedebeleid. We hebben dat gewisseld in de commissie. Het college heeft daarom ook besloten
om na het vaststellen van de nota, om de regels rondom armoedebeleid, om die zo snel mogelijk
aan u te doen toekomen zodat u in uw eindoordeel voor de nota waarin het armoedebeleid als
flankerend beleid wordt aangedragen, om dat wel mee te kunnen laten wegen in uw besluitvorming
vanavond. En ik wilde dus de inhoudelijke vragen ten aanzien van de notitie rondom het
armoedebeleid ook graag doorverwijzen naar de behandeling van die armoederegels of
beleidsregels in de aanstaande commissie.
Voorzitter, als ik daar even op mag reageren.
Het is toch heel erg raar datje het armoedebeleid.., Het is een onderdeel van de nota
Werken@Breda, vervolgens komen er nieuwe regels met betrekking tot het armoedebeleid, en dat
gaan we dan pas volgende maand behandelen. We hebben dat nu wel toegestuurd gekregen en
daar staan een heleboel dingen in waar ik helemaal niet blij mee ben. Maar daar kan ik nu niks
over zeggen omdat we dat in de commissie nog gaan behandelen. Waarom dan niet 3 weken
eerder gekomen met die nieuwe regels of deze nota een maand uitgesteld zodat we het integraal
hadden kunnen behandelen? We zijn hiermee bezig sinds 2010. Die maand had daar volgens mij
ook nog wel bij gekund zodat we het gewoon gezamenlijk hadden kunnen oppakken. Ik vind het
een hele rare gang van zaken.
DE VOORZITTER:
De wethouder.
WETHOUDER MEEUWIS:
Voorzitter, ik ken de opvattingen van mevrouw Van der Sanden. Die hebben dit ook in de
commissie zo gewisseld. Ik heb toen wel vastgesteld dat een meerderheid van deze raad wel er de
voorkeur aan gaf om vaart te maken met zeg maar de kaders van het beleid die we in de nota
Werken@Breda hebben vastgelegd. En ook met de toezegging dat de beleidsregels rondom
armoedebeleid, - dat was op verzoek van de CDA fractie-, dat die wel met terugwerkende kracht
op 1 januari in zouden gaan, dus dat daar geen vertraging in zou ontstaan. Dus in die zin maken
we snelheid en houden we tegelijkertijd zorgvuldigheid volgens mij voldoende in acht.
Als ik kijk, zijn er relatief weinig vragen gesteld.
Het heeft zich toegespitst op een amendement wat u heeft ingediend en een motie.
Ik begin even met de motie van de Partij van de Arbeid en anderen. Ik kan u alleen maar prijzen in
deze aanpak. Ik snap uw zorgen als het gaat over het quotabeleid. Het is niet helemaal het
Bredase model om dit soort dingen af te dwingen denk ik. Ik denk dat we er alle baat bij hebben
en ook een overlegstructuur in Breda hebben die liever middels overleg tot goede afspraken komt.
Ik denk overigens dat de quotaregeling een uitstekende stok achter de deur kan zijn voor dit
overleg. En ik denk dat het college de motie rondom het overleg rondom die quotaregeling ook
graag ter hand zal nemen. Nou ja goed, ik kan ook tellen, dus in die zin zal die ook aangenomen
worden. En dat lijkt ons een uitstekende aanvulling op datgene wat we eerder hebben besproken
en in de nota hebben ingezet.
Dan ten aanzien van het amendement, daar wilde ik het volgende over zeggen. Het college wil u
graag in overweging geven om dit niet in deze vorm te doen. Wij hanteren in Breda wettelijke
beslistermijnen conform de Algemene Wet Bestuursrecht van 8 weken. Dat is, - en de heer De Jong
gaf dat ook aan -, niet zomaar een willekeurige grens, dat is een grens, een termijn, die ook op