26
MEVROUW VAN DER SANDEN:
de wettelijke termijnen hanteren. Ik geef u aan dat ik graag..., Dat is ergens op gebaseerd, ik
neem niet aan dat u dat op basis van een soort virtuele aanname doet, er zal best wel eens iemand
theoretisch een probleem kunnen hebben. Ik ga er van uit dat mevrouw Groeneweg namens het
CDA dit voorstel doet omdat zij er kennis van heeft dat er ergens iets mis is gegaan op basis van
een termijn die wij wettelijk hanteren. Nou, dan wil ik dat graag bekijken met haar of met de
informatie die er ligt, en kijken in hoeverre en hoe we dat probleem kunnen oplossen. En
natuurlijk, als er problemen zijn, dan worden die opgelost. Ik bedoel, een beetje: dan is het
antwoord op uw vraag ja.
MEVROUW KOGER:
Maar dan hebben we geen motie nodig.
WETHOUDER MEEUWIS:
Ik heb toch ook ontraden, dat amendement. De motie is voor mij, voor het college, niet nodig
omdat wij in principe, en dat blijkt ook uit het aangeboden armoedebeleid, de nieuwe regels die
voor liggen, daar ga ik zo nog even op de vragen van mevrouw Van der Sanden in, heel expliciet,
maar om met beleid te komen en ervoor te zorgen dat mensen niet door het ijs zakken. En dat kan
doordat we specifieke maatregelen in individuele gevallen nemen en door generiek regels zo te
richten dat ze efficiënt zijn en het doel nastreven wat we ermee beogen. Dus ik stel hier dat de
motie niet noodzakelijk is. Maar als u die zekerheid onderzocht wil hebben, dan ben ik uiteraard
bereid dat te doen. Ik wil daar wel voldoende tijd voor hebben. En mei is dan wel erg snel. Dus ik
zou daar iets meer ruimte voor willen, gezien de zorgvuldigheid waarmee ik hier naar zou willen
kijken en de zekerheid die ik hier durf te geven dat als individuele gevallen door het ijs dreigen te
zakken, er voldoende instrumenten zijn voor deze overheid om daar op in te spelen. Dus ik geef u
dat in overweging.
Ten aanzien van de vragen over de langdurigheidstoeslag. Ik vind het een onderwerp wat we
moeten bespreken op het moment dat de verordening van de langdurigheidstoeslag, wat aan de
raad is, hier voor ligt. In combinatie met het beleid wat, - ik ben even van mijn a propos -, in
combinatie met de beleidsregels die het college heeft vastgesteld, waarbij we zeggen: er zijn
middelen vrij gespeeld onder andere door het aanpassen van de langdurigheidstoeslag en die
middelen worden heel gericht ingezet op die groepen waarvan we met elkaar hebben vastgesteld
op basis van het onderzoek wat door het NIBUD en anderen is gedaan, dat er knelpunten te
signaleren zijn bij bepaalde doelgroepen die extra ondersteuning behoeven. En we hebben destijds,
en ik wil niet de discussie over de langdurigheidstoeslag hier over doen, hebben we met elkaar
besproken...,
MEVROUW KOGER:
Voorzitter, mag ik even?
Mijnheer de voorzitter, nou gaat de wethouder ook een onderwerp behandelen wat we hier niet
geagendeerd hebben, wat ik toch al verwarrend vond omdat ik daar wel deze week een brief over
had gekregen, wat ook vreselijk interessant was, maar dat gaan we over een maand behandelen.
En we hebben het alleen maar over het armoedebeleid.
DE VOORZITTER:
De wethouder gaat verder.
WETHOUDER MEEUWIS:
Voorzitter, ik heb tot 2 keer toe een hele specifieke vraag gekregen. Ik heb aangegeven dat ik dat
graag in de commissie behandel. Ik zou het zonde vinden als de suggestie hier wordt gewekt dat
het nieuwe armoedebeleid kaalslag is terwijl er juist heel gericht wordt ingezet voor specifieke
doelgroepen die door deze raad ook als belangrijk zijn aangegeven.
Voorzitter, mag ik dan even een voorstel doen?
Want ik begrijp dat mevrouw Koger het liever niet hoort nu. Zou de wethouder dan bereid zijn om
voor 26 februari als we het onderwerp behandelen, alsnog mij antwoord te kunnen geven
schriftelijk op die vraag,: 2,5 jaar geleden is die langdurigheidstoeslag uitgekleed omdat dat een
drempel zou zijn voor mensen om aan het werk te gaan. We hebben het mevrouw Van Maanen
zojuist nog hartstochtelijk horen vertellen, hoe mensen allemaal niet gaan werken omdat ze
langdurigheidstoeslag krijgen. Dus zou hij voor 16 februari dan met cijfers kunnen komen: hoeveel
mensen zijn daadwerkelijk aan de slag gegaan vanuit die doelgroep die altijd langdurigheidstoeslag
kreeg omdat ze het nu minder krijgen? Dan kunnen we het dan behandelen.