29 5. STRUCTUURVISIE BREDA 2030, KEUZENOTA. Aan de orde is Werken@Breda, op weg naar werk. Wie is voor het voorstel? Het voorstel is unaniem aangenomen. le termijn. DE VOORZITTER: le termijn, om en nabij de 7 minuten. Wie van u wenst het woord? Het woord is aan mijnheer Lips, CDA. DE HEER LIPS: Dank u wel, voorzitter. De Structuurvisie tot 2030 is iets waar we in een extra commissie al een aantal keren uitvoerig over hebben gesproken, een structuurvisie tot 2030 waarvan we ook kunnen verwachten dat die in de loop der tijd nog wel regelmatig zal worden bijgesteld. In mei de besluitvorming waarna in september aan de hand van de zienswijzen de definitieve keuze gemaakt wordt. Dat is de stand van zaken op dit moment. Nu gaan we alleen de richting vaststellen. Ik wil vanavond niet alles weer over doen wat we in die commissie besproken hebben maar ik wil enkele uitgangspunten die voor het CDA belangrijk zijn, hier nog even extra beklemtonen. Het CDA kan zich vinden in de compacte stad. Maar het moet mogelijk blijven voor de dorpen om zich organisch te ontwikkelen. Dat is voor ons een belangrijk punt. Behoudt ook de aandacht voor de bedrijventerreinen, desnoods gefaseerd. De vergrijzing zal fors toenemen de komende 30 jaar. Extra inzetten op seniorenhuisvesting is noodzakelijk. Geschikt wonen voor iedereen is belangrijk. Dat is een belangrijk issue. Voldoende studentenhuisvesting waarbij goed gekeken moet worden naar het omturnen van kantoren en niet te veel allemaal in de wijken. Dat geeft alleen maar overlast. Ambitie tonen bij sport en bewegen vinden we een erg belangrijk punt. En als het gaat om Achter de Lange Stallen, is het CDA niet zonder meer tegen een ontwikkeling maar moet via een onafhankelijk onderzoek de meerwaarde worden aangetoond. Tot slot voorzitter, heb ik namens het CDA een motie. We hebben een motie voorbereid. Wij vinden dat de dorpen onvoldoende zijn weergegeven in de keuzenota voor de Structuurvisie. En die wil ik graag overhandigen. DE VOORZITTER: Ik dank u zeer. Draagt het college op voornoemde overwegingen te vertalen naar en uit te werken in de ontwerp Structuurvisie Breda. Ik wil de heer Lips complimenteren met zijn korte en stevige le termijn. Het woord is aan mevrouw Van Hasselt namens de VVD. MEVROUW VAN HASSELT: Dank u wel, voorzitter. Ook ik denk niet dat ik de 7 minuten nodig zal hebben. Maar het is wel zo dat we vandaag een belangrijke stap nemen in het traject om te komen tot de Structuurvisie Breda 2030. Wanneer de raad instemt met de keuzenota en met de notitie van de MER, ronden we hiermee fase 2 af en geven we het startsein voor fase 3 waarmee de formele inspraak en de uiteindelijke besluitvorming zal plaats vinden. Bij de totstandkoming van deze Structuurvisie is niet alleen de raad intensief betrokken maar is dat ook het geval met veel mensen en belangengroepen uit de stad. En dat maakt het proces niet alleen heel interessant maar ook transparant. We maken nu nog geen definitieve keuzes over waar we in de stad wel en niet willen ontwikkelen. Deze besluitvorming zal plaatsvinden in mei. En dan gaat het niet alleen over de Structuurvisie maar ook over het bijbehorende realisatieprogramma en het uitvoeringsprogramma. Wel geven we aan vandaag welke richting we met de stad uit willen. Dat is namelijk een evenwichtige ontwikkeling van de compacte duurzame stad. De uitgangspunten komen terug in 4 hoofdlijnen van deze visie, knooppunt, Markstad, mozaïek en spontaan. En het accent wordt gelegd op de economie, water in de stad, positie in de regio en de ruimte voor ondernemen. Ook krijgen we te maken met een terugtredende overheid en wordt er ruimte geboden aan flexibele en kleinschalige particuliere initiatieven. Allemaal prima punten. En naar aanleiding van de discussie in de commissie heeft het college nog een aantal punten toegevoegd, verduidelijkt en aangepast en verwerkt in een addendum. En dat zijn wat ons betreft, goede aanvullingen en die gaan onder andere over

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2013 | | pagina 30