33 Zoals gezegd, is D66 blij met het model van de compacte, duurzame stad. Duurzaam impliceert dat we zaken verankeren in de stad, dat we goed nadenken en dat we geen dingen doen waar onze toekomstige generatie last van heeft. In dat proces nemen braakliggende terreinen een bijzondere positie in. We zullen immers niet al deze terreinen op korte termijn duurzaam kunnen ontwikkelen. D66 hecht er belang aan dat duidelijk wordt welke terreinen de komende jaren niet ontwikkeld zullen worden. Want met die duidelijkheid ontstaat namelijk ook de mogelijkheid om actief naar alternatieve bestemmingen te zoeken. We zien in het uitvoeringsprogramma graag concrete voorstellen hiertoe die ruimte bieden voor experimenten en initiatieven, die zorgen voor lokale, economische en culturele ontwikkelingen. Terug naar waar ik mijn bijdrage mee begon: het bezoek van onze collega's uit Ekurhuleni deze week aan Breda. In Ekurhuleni zijn ze ook bezig om de stad compacter te maken, om wonen en werken dichter bij elkaar te brengen. Ze zijn daar hard aan het werk om veranderingen te bewerkstelligen in het woongedrag via de ontwikkeling van sociale woningbouw. Wij hebben daarin al een hele geschiedenis. In Breda staan we voor de uitdaging om onze burgers huizen te bieden die passen bij wensen als leeftijdsgeschiktheid, mogelijkheden te bieden voor burgers die niet langer in instellingen willen wonen maar zelfstandig en om meer doorstroming te krijgen in de woningmarkt. Dat betekent voor Breda dat we goed naar onze burgers moeten luisteren en dat demografische gegevens, maar ook maatschappelijke ontwikkelingen als ambulantisering van de zorg, een goede positie in de Structuurvisie moeten krijgen. We moeten, wat D66 betreft, over deze onderwerpen in de volgende fase in gesprek met de burgers en de organisaties over mogelijkheden maar ook beperkingen. Met de motie Ruimtelijke vertaling maatschappelijke trends, willen we bewerkstelligen dat dit gesprek met de stad gekaderd wordt met richtinggevende uitspraken, gebaseerd op trends en ontwikkelingen. Wat ons betreft, komen deze uitspraken op korte termijn beschikbaar. Het proces van de Structuurvisie is een lerend proces voor het college, voor de raad en voor de burgers. Met elkaar moeten we een volgende stap zetten. Steeds opnieuw moeten we met elkaar bepalen waar we het met elkaar over moeten hebben en verdieping realiseren. Maar we moeten ook door. Dat zijn we verplicht aan de stad. Wat dat betreft, is het prima dat de 2e fase nu afgerond wordt en dat we doorgaan naar de volgende. Datzelfde doen namelijk onze collega's in Ekurhuleni ook. En dat doen wij deze week ook met elkaar. Het is mooi dat wij onze ervaringen als raadsleden uit Zuid-Afrika en Breda, ook op gebied van onze rol als volksvertegenwoordiger, kaderstellend en controlerend, kunnen uitwisselen juist rondom zo'n belangrijk onderwerp als urban renewal, Structuurvisie van Breda. DE VOORZITTER: Dank u zeer, mevrouw. Het woord is aan de heer Van den Berg, Breda, 97. DE HEER VAN DEN BERG: Dank u wel, voorzitter. Kort maar krachtig. En duidelijk dan, hoop ik. Breda'97 zal vanavond voor de nota en in principe tegen alle reeds ingediende en alsnog in te dienen moties en amendementen stemmen, met onderliggende reden. Wij willen recht doen aan de nota voor wat deze is, wij willen recht doen aan het lopend proces en wij willen recht doen aan de woorden van de wethouder. We zien deze nota als een tussenproduct, om met de woorden van de wethouder te spreken, een fluïde, richtingbepalende visie waarmee nu de stad wordt ingegaan. Missen wij dan niets voorzitter? Natuurlijk wel. Ik zou bijna zeggen: logischerwijs mist Breda'97 een heleboel. Ook wij zouden graag nu al een actuele aanzet hebben willen zien tot de beloofde sociale paragraaf, verdieping van de rol en periferie van de dorpen, financiën, fiets versus auto, etcetera, etcetera, etcetera. Maar daarom zou juist ons nu limiteren tot enkele moties of amendementen, geen zin hebben. Want waarom stoppen bij 10, en geen 20, 30 of 40 open deuren intrappen. We gaan er vooralsnog van uit dat alle aangedragen punten, hetzij in de commissie of straks vanuit de stad, een onderdeel gaan uitmaken van een totale integrale afweging. Vertroebeling door nu het inbrengen van een groot aantal moties en amendementen van onze kant, een soort voorschotje nemen op 2014 zeg maar, vindt Breda'97 hier dan ook niet gepast. Mocht in mei het finale document niet naar onze zin zijn, dan ligt daar de kans, wat ons betreft, om met concrete moties aanpassingen te bewerkstellingen. Afsluitend voorzitter, heb ik nog wel een vraag, een concrete vraag richting college. En dat betreft een onderwerp wat door de andere partijen ook al gememoreerd is. Het betreft de Lange Stallen. In de laatste commissie Structuurvisie werd die inderdaad heel makkelijk van keuze 2 naar 3 geschoven oftewel: aanvullend te ontwikkelen. Nu heb ik nog een keer de commissie Economie nagekeken en ik kreeg de indruk dat..., ik vroeg me af of beide wethouders eigenlijk wel met

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2013 | | pagina 34