35
Voorzitter, de vragen worden eigenlijk niet beantwoord in de commissie en ik ben benieuwd wat de
wethouder er zo meteen nog over kan zeggen. Dat gaat hij natuurlijk niet meer redden in die 10
minuutjes die hij zo meteen heeft. Hoe gaat hij die discussie met de stad aan, is dan mijn vraag.
Hoe gaat hij de stad eerlijk voorlichten over de stand van zaken nu en over de reële economie
waar we nu mee te maken hebben? Ik heb het zojuist ook al gezegd: de tijden zijn veranderd. En
als ik dan de scenario's zie die de wethouder hanteert, het transatlantische scenario, Amerika en
Europa is de maat der dingen, nou dat is al lang niet meer zo. Het ontbreekt blijkbaar bij de
wethouder of op het stadskantoor aan een beeld van hoe het er nu bijstaat. We begonnen een half
jaar geleden met een kleine discussie over de economie van net genoeg; ik geloof dat alleen
mevrouw Van Hasselt daar moeite mee had en de rest van de raad was het er aardig mee eens.
Maar dat is blijkbaar niet helemaal doorgedrongen in het stadskantoor. Dat heb ik niet terug gezien
in wat er nu voor ligt. Het baseert zich nog steeds op modellen van 2005 en eerder waarin de
bomen nog tot in de hemel groeiden.
MEVROUW VAN HASSELT:
Voorzitter, ter interruptie.
De wethouder luistert wel goed naar mevrouw Van Hasselt; dus dat is heel prima.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Ja precies. De wethouder zou zich de meerderheid van de raad aan moeten trekken in plaats van
een partijgenoot, maar goed. Dat is misschien nog eens een keer een lesje bestuurskunde voor de
wethouder. Dat laat ik graag aan de burgemeester over een keer.
DE VOORZITTER:
Nou, ik geloof dat ik zo'n les niet kan geven.
Gaat u verder.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Ik dacht dat u voorzitter was van de raad.
DE VOORZITTER:
Ja, ja maar u geeft daar wel een eigen interpretatie aan.
Gaat u verder, mijnheer Van Lunteren.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Maar goed, het is..., het lijkt mij goed dat..., het staat ook al in de motie van mevrouw Bijlsma:
baseer nou die toekomstvisie en die structuurvisie die we hier neerleggen op de reële economie
van nu en niet op scenario's van voor de crisis en voor alle financiële ellende waar we als stad in
zijn beland. Ik hoor graag van de wethouder dat hij de motie ook zo gaat uitleggen want anders
heb ik die oude moties van mij ook nog wel om dat helemaal specifiek te duiden. Maar ik hoor
graag dat u dat gewoon in een keer snapt nu.
De SP is dus nog helemaal niet tevreden met de keuzenota zoals die er nu ligt en ik hoop dat, maar
even richting de heer Van den Berg, dat de mensen in de stad dat ook snappen, en dat er nog een
heleboel vragen te stellen zijn. En als ze het debat goed hebben beluisterd, dat ze dat ook allemaal
gaan doen nu. Want zoals het er nu ligt, gaan we natuurlijk nooit akkoord. We hebben er eigenlijk
helemaal geen vertrouwen in dat de wethouder dit allemaal weet op te lossen, te repareren in een,
door zichzelf trouwens opgelegde, tijdsdruk. Hij kan die druk en dat kokende water waar hij het
over heeft, er beter af halen en de kwaliteit gaan leveren die Breda verdient.
Dus ik steun alle voorstellen ter verbetering, in tegenstelling tot Breda'97. Want alles wat beter kan
worden en wat we nu al beter kunnen maken, is al maar vast verbeterd.
Tot slot voorzitter, nog dit. Er is blijkbaar een dingetje met auto's. De VVD heeft de vorige
commissievergadering bijna een uur gedebatteerd over de heilige koe. Het slaat de discussie dood.
De wethouder gaat daar ook heel graag in mee, de wethouder Mobiliteit. Dat gebeurde tijdens de
commissievergadering, een Poolse landdag. Het zou zonde zijn als de auto zo dominant wordt. Ik
hoorde daar mevrouw Van Hasselt ineens hele wijze dingen over zeggen. Dat kwam niet terug uit
de commissie.
MEVROUW VAN HASSELT:
Voorzitter, ik...,
DE HEER VAN LUNTEREN:
Ik heb daar nog wel een motie over om dat maar te bestendigen dat de auto niet de maat der
dingen is en dat we naar een mix van mobiliteit moeten.