37 terrein waren. Logisch, want wie betaalt, bepaalt. Nu gaat de wethouder een onafhankelijke deskundige partij laten onderzoeken of de uitgangspunten van het project nog valide zijn. Deze deskundige bijzondere hoogleraar Gianotten wordt betaald door de gemeente. Het zou me liever geweest zijn als de rekening van dat onderzoek voor deze hoogleraar..., DE HEER LIPS: Interruptie. Wilt u hem dan betalen mijnheer Stubenitsky? Of hoe zou u dat willen doen? DE HEER STUBENITSKY: Dat wilde ik net gaan vertellen, mijnheer Lips. U bent veel te ongeduldig. Het zou me liever geweest zijn als de rekening van dat onderzoek van deze hoogleraar in 3 gelijke delen betaald zou worden door de opdrachtgevers van BRO en Strabo en de gemeente om onenigheid achteraf te voorkomen. En als een van die partijen dan niet mee wil werken, geeft dat toch te denken aan de waarde van dat onderzoek. Dat ik de motie van de SP over mobiliteit steun, zal mensen die mij voornamelijk zien als de berijder van een PC Hooftstraat tractor, verwonderen. Maar ik zie ook ons wegennet volkomen dicht slibben en kan niet anders dan constateren dan dat ik op vrijdagmiddag eerder met de fiets van Brabantpark bij de Meubelboulevard ben dan met de auto. Ik heb tijdens de commissiebehandeling al gewezen op het belang van het onderzoek naar onbemande taxi's. En toen zei de wethouder dat het miljoenen kostte. Dat is ook zo. Maar die ingrijpende aanpassingen aan ons wegennet zijn ook verre van goedkoop. Het is nu tijd om keuzes te maken. Voor het overige kan ik mij vinden in de Structuurvisie. DE VOORZITTER: Dank u zeer. Het woord is aan mijnheer De Jong, Trots op Nederland. DE HEER DE JONG: Dank u, voorzitter. Ik zal het een stuk korter houden. We hebben het hier over de Structuurvisie 2030, een plek op de horizon. We moeten ook 17 jaar vooruit kijken. En mevrouw Van Hasselt zei al: dat is eigenlijk niet te doen. Zeker niet in een dynamische omgeving en maatschappij als waarin wij leven. De nota die voorligt, geeft alleen een richting aan. Dat heeft de wethouder al aangegeven. Dat kan ook eigenlijk niet anders. Over die richting zijn wij tevreden, daar kunnen wij ons in vinden, met name de 4 hoofdpunten. En er wordt nog met de stad over gesproken. Dat alles wordt nog in later uitvoeringsprogramma gegoten. Wij kunnen ons verenigen met het proces en de richting. DE VOORZITTER: Ik dank u zeer. Nog andere leden van uw raad? Het woord is aan wethouder Arbouw. WETHOUDER ARBOUW: Dank u wel, voorzitter. Dank aan de fracties voor de uitgebreide bespreking tijdens de commissie maar ook vanavond over eindfase 2 van de Structuurvisie. Want, - dat heeft u in uw bijdrage ook aangegeven -, het gaat ook wel over iets. Het is natuurlijk vreselijk moeilijk om zo ver vooruit te kijken door de impact van allerlei verschillende ontwikkelingen. Pak alleen maar de digitalisering en de technologie om helemaal voor jezelf door te rekenen wat dat voor consequenties voor het maatschappelijk functioneren heeft. Maar toch heeft zo'n visie wel een hele belangrijke waarde. Waarde enerzijds dat die richting geeft aan de stad en dat allerlei partijen in de stad zich daar ook als een soort juridische zekerheid dat het die kant op gaat, ook hun eigen beslissing over kunnen focussen. En het tweede is dat het dus uiteindelijk ook een juridisch document is dat planologische waarde heeft voor het verder uitwerken van bestemmingsplannen of als de nieuwe omgevingswet wordt ingevoerd, of andere instrumenten die daarvoor ontwikkeld worden. Voorzitter, het is ook belangrijk, deze visie, omdat de financiële middelen schaars worden. En dat betekent dat het met name ook belangrijk is dat we zo'n visie ontwikkelen om onze financiële middelen ook op de juiste manier te kunnen inzetten. Want enige verspilling of fouten in onze uitgaven kunnen we ons niet meer permitteren. Om dat inzicht te krijgen van wat er nodig is om die stad te ontwikkelen op de verschillende gebieden in de volle breedte, integraal bekeken, en waar we dan de keuzen aan geven, waar we de prioriteiten leggen, wat eerst en wat later, of wat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2013 | | pagina 38