heb en wellicht als u hem voorleest, dan scheelt dat een hele hoop spreektijd en dan snapt iedereen wat ik bedoel. DE VOORZITTER: Overwegend dat reclame uitingen geen kunstobject of landmarks zijn maar hooguit kunstzinnig kunnen worden vorm gegeven, reclame verkopen als kunst of Geen eerlijk beeld schept van de commerciële motieven van de reclamemaker, reclame pas als niet commercieel beeldbepalend element voor de stad dient te worden aangemerkt als in de loop van decennia de waardering van het publiek daartoe aanleiding geeft. Besluit het beleidsplan Buitenreclame Breda 2020 vast te stellen met dien verstande dat aan de alinea's over raakvlakken tussen kunst, architectuur en reclame op pagina 3, 4 en 14 de volgende zin wordt toegevoegd: actuele reclame uitingen worden thans niet onder de noemer kunst of.... toegepast in de stad. In de loop van decennia zal de waardering voor een reclame uiting uitwijzen of dit uitmondt in de behoefte deze te behouden als beeldbepalend element in de stad. MEVROUW KOGER: Mijnheer de voorzitter, wilt u even uitleggen wat u voorgelezen heeft? DE VOORZITTER: Dan kan ik het beter uitreiken want dat werkt niet. Ja goed..., DE HEER VAN LUNTEREN: Voorzitter, dan wil ik hem zelf wel toelichten. Kijk, het gaat er om mevrouw Koger dat we niet moeten verzanden in een discussie van we zetten kunst neer of we zetten reclame neer. Als Mac Donalds een prachtig kunstwerk neerzet maar het is wel keihard reclame, moet het wel helder blijven of we iets neer zetten voor commerciële reclamedoeleinden of dat iets een kunstwerk is. En als we dat helder hebben, dan vind ik het allemaal prima wat we neerzetten in de stad. Maar het moet leiden tot een vermenging van belangen. Het moet helder zijn of iets staat voor reclame of voor kunst. Dank u wel. DE VOORZITTER: Goed. U heeft de tekst voor u liggen als het goed is. In dat opzicht hoop ik dat u het nog een keer wilt overlezen. Er staat echt wat ik heb voorgelezen. Nog andere leden van uw raad? Dan is het woord aan de wethouder. WETHOUDER BERGKAMP: Voorzitter, 3 vragen, 3 antwoorden. De opmerking van GroenLinks over reclamemasten. Ja, u formuleert nu beleid en vanuit dat beleid gaat de wethouder uitvoeren met zijn ambtenaren. En als u vindt dat het beleid niet goed wordt uitgevoerd, dan roept u de wethouder ter verantwoording. Dus dat betekent dat wij, dat ik niet vooraf niet met dit beleid naar de commissie ga met de vraag of u het eens bent met een mast of niet. Ik ga het beleid, wat u hopelijk vanavond vaststelt, uitvoeren en u controleert mij daarop. De heer Van den Berg vraagt iets..., MEVROUW SCHOKKER: Voorzitter..., WETHOUDER BERGKAMP: wat ik niet heb, wat er niet is. DE VOORZITTER: Mevrouw Schokker. MEVROUW SCHOKKER: Ja voorzitter, we zouden toch wel graag van de wethouder willen horen waarom dat dan niet zou kunnen, dat naar de commissie halen. Want als het echt een mast is van boven de 40 meter, dan zou daar toch ook wel in het bestemmingsplan over gepraat moeten worden. DE VOORZITTER: De wethouder.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2013 | | pagina 56