56 WETHOUDER BERGKAMP: Voorzitter, als de toepassing van de criteria leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan, dan komen wij met dat voorstel naar u toe. Dus daar waar dat speelt, is dat bijna vanzelfsprekend. Dus dat wil ik dan..., Als dat de toezegging is die mevrouw Schokker wil horen, dan krijgt zij die van mij nu ter plekke. Als dat bedoeld was als een generieke afspraak, dan zeg ik daar geen ja op omdat we daarvoor met elkaar beleid formuleren. Nogmaals, als toepassing van dat beleid leidt tot een wijziging van het bestemmingsplan, dan vanzelfsprekend komen we daar eerst voor bij u terug. De heer Van den Berg vroeg in de commissie al naar consequenties op het gebied van de verkeersveiligheid. Dat wat we hebben en dat wat we hebben kunnen nagaan, zelf en bij een aantal buurgemeenten, heb ik u geschreven. Meer dan dit hebben we niet. Dus ik kan niet voldoen aan de vraag, het antwoord geven op de vraag die u astekt want we weten het gewoon niet. En de heer Van Lunteren is naar mijn idee bang voor iets wat zich niet gaat voordoen. Deze nota formuleert een aantal kwalitatieve eisen. Al riekt het maar naar reclame, dan gaan wij initiatieven die er in de stad zijn, beoordelen met de lat van de nota die we nu vanavond vaststellen. Dus u hoeft niet bang te zijn dat er een verstopte truc is om langs de lijn van kunst reclame te gaan maken. Dat laat onverlet dat als er kunst in de stad is, laten we zeggen wat gesteund of ondersteund of gesponsord wordt, dat we dat op zijn merites beoordelen.. Maar de angst die u heeft, is echt overbodig. En in die zin is de motie ook overbodig. 2e termijn. DE VOORZITTER: Wie van u heeft behoefte aan een 2e termijn? Mijnheer Van den Berg. DE HEER VAN DEN BERG: Dank u voorzitter. Een klein vervolgvraagje dan. Ik begrijp dat deze gegevens er niet zijn. Maar begrijp ik dan de wethouder ook goed, als ik een beetje voel dat hij er ook niet zoveel behoefte aan heeft om dit te weten? DE VOORZITTER: Wethouder. WETHOUDER BERGKAMP: Voorzitter, ook de behoeften van de wethouders zijn onbegrensd..., DE VOORZITTER: Het woord is aan de wethouder. WETHOUDER BERGKAMP: als het gaat om het hebben van inzicht. Maar ik moet ook even kijken naar wat er praktisch wel en niet kan. En nogmaals, wij hebben op basis van uw vraag in de commissie uitgebreid geïnformeerd, intern en bij andere gemeenten, of er signalen zijn die wijzen op toename van de verkeersonveiligheid, en niemand heeft dat kunnen bevestigen. En wat mij betreft, is dat een voldoende antwoord op dat wat u wilde weten en daar wil het dan maar bij houden. DE VOORZITTER: Mijnheer Van Lunteren tot slot. DE HEER VAN LUNTEREN: Voorzitter, als dit precies is in mijn amendement als wat de wethouder voor ogen heeft, dan snap ik niet waarom hij hem niet gewoon overneemt en in het beleidsstuk opneemt. Het zijn 2 zinnetjes. Nou, dat is tegenwoordig met de stand der techniek bijna een fluit van een cent. Dank u wel. Zeker als je 25 man personeel daarvoor ter beschikking hebt. DE VOORZITTER: Tot slot de wethouder. WETHOUDER BERGKAMP: Voorzitter, mijn voorstel is om de motie niet over te nemen omdat het vervolgens een inperking geeft in wanneer je iets kunst vindt of niet. En dat is een discussie die moet misschien nog eerder

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2013 | | pagina 57