59
centraal staat. Niet meer 5 keer je verhaal doen tegen 5 verschillende personen en 5 verschillende
organisaties maar bij een persoon van een en dezelfde organisatie die alles op de achtergrond
regelt en die ook tijdens deze moeilijke tijd jouw begeleider is. Een betere samenwerking tussen
ziekenhuizen en politie waardoor de pakkans en aangiftebereidheid, - ook een hele belangrijke
voorzitter, flink omhoog gaat. Betere nazorg zodat herhaling wordt voorkomen en slachtoffers weer
terug de samenleving in kunnen.
Voorzitter, de VVD zou een dergelijk centrum, een dergelijk samenwerkingsconcept ook graag in
Breda zien. De uitvoering en daarmee ook de naam, gekscherend, laat ik graag over aan het
college, of nog beter gezegd, aan de professionals. Voor ons is belangrijk dat de slachtoffers niet
worden lastig gevallen met bureaucratie en procedures maar juist de hulp krijgen die ze nodig
hebben en centraal staan in deze verschrikkelijke zaken.
En daarom dien ik ook deze motie in samen met de collega's van het CDA, Trots op Nederland,
Leefbaar Breda en D66.
DE VOORZITTER:
Draagt het college op een onderzoek te doen samen met professionals in het veld naar een
samenwerkingsconcept tussen ziekenhuizen, politie, justitie en hulpverleners, geïnspireerd op
voorbeelden elders, waarbij slachtoffers van bovengenoemde thema's centraal staan en zo de
huidige aanpak op seksueel geweld te verbreden.
Is breed ondersteund: D66, Leefbaar Breda, Trots op Nederland, CDA, VVD.
DE HEER AARTSEN:
Voorzitter, als u mij toestaat...,
DE HEER SPAPENS:
Voorzitter, mag ik een vraag stellen?
DE VOORZITTER:
Mijnheer Spapens.
DE HEER SPAPENS:
Mijnheer Aartsen, uw motie is op zich duidelijk. De vraag die wel bij ons is blijven hangen, is: hoe
gaat u van de partijen verlangen dat zij hieraan meewerken? Stel dat een partij zegt: hartstikke
goed maar wij hebben budget nodig voor mogelijkheden. Gaat u dat dan een op een van hen eisen
of is juist dan de gemeente aan zet om dat te faciliteren?
DE HEER AARTSEN:
Ja voorzitter,volgens mij heeft de gemeente hierin een regierol en als daarin samen met andere
partijen een concept kan worden bedacht waarbij hulp aan het slachtoffer verbeterd is, kan daar
niemand tegen zijn. Maar stel dat een organisatie tegen is. Dan lijkt mij dat niet erg verstandig van
die organisatie want dan is die namelijk tegen een betere hulp aan het slachtoffer.
DE VOORZITTER:
Goed. Gaat u verder.
DE HEER AARTSEN:
Ja voorzitter, als u mij toestaat, ga ik reageren op de motie van mijnheer Spapens zodat ik
waarschijnlijk geen 2e termijn nodig zal hebben. Hoe sympathiek die motie ook is, ben ik er
eigenlijk principieel op tegen, en wel om het feit dat deze motie er van uit gaat dat het slachtoffer
dit maal het huis bijna letterlijk, laat ik dat ook maar zeggen, uit huis wordt gemept. En volgens
mij moeten wij straks naar een situatie waarbij niet het slachtoffer uit huis gaat maar waarbij de
dader uit het huis gaat. Dat lijkt mij echt idioot dat dit nog steeds niet vaak het geval is. Dus ik zou
die motie ook niet willen steunen maar meer willen combineren met een oproep om nog meer
gebruik te maken van het huisverbod voor daders zodat slachtoffers niet letterlijk het huis uit
worden geslagen, voorzitter.
DE VOORZITTER:
Dank u zeer.
DE HEER SPAPENS:
Een korte reactie voorzitter, als het mag.
DE VOORZITTER:
Heel kort.