61
Nee...,
DE VOORZITTER:
DE HEER NOUHI
Nog even, want dit is wel belangrijk...,
DE VOORZITTER:
Nee, ik kap het af. Ik ga nu naar de andere termijn. Ik denk dat het voldoende gewisseld is. U
krijgt nu de inbreng van uw termijn want u had zich daarvoor aangemeld.
Het woord is voor u.
DE HEER NOUHI:
Ik blijf voor de tijd dan maar even op mijn plek zitten.
Zoals we in de commissie hebben aangegeven, bepaalt de wet dus dat de veroorzaker van huiselijk
geweld het veld moet ruimen. We weten ook dat dit niet altijd gebeurt en dat gescheiden moeders
bij huishoudelijk geweld, excuses, bij huiselijk geweld niet onder de urgentiecriteria vallen en
jarenlang moeten wachten op een huurwoning. Alleen maar afstemmen met de corporaties uit onze
regiogemeenten volstaat wat ons betreft niet. De PvdA zal op dit punt terug komen met de
bespreking van de urgentiecriteria in de commissie Ruimte, om zo eventueel mogelijkheden te
creëren voor verruiming van deze criteria, zodat de moeders met kinderen, nogal logisch, niet
jarenlang in een gewelddadige leefomgeving gevangen zitten.
De in de nota voorgestelde ideeën voor het onderzoeken hoe op beleidsniveau met de huidige
nieuwe partners samengewerkt kan worden, ondersteunen wij dan ook. Nu zijn in de adviserende
stuurgroep waar Breda voorzitter van is, de zorg- en de strafketen vertegenwoordigd. Hieronder
staan 2 adviesgroepen die voeling houden met de lokale praktijk van gemeenten en ook op eigen
niveau wordt ingezet op samenwerking zodat ze elkaar makkelijk kunnen vinden. De PvdA vindt
dat we voorzichtig moeten zijn met het optuigen van te veel structuren en geen bos aan
meldpunten moeten creëren waardoor het voor een slachtoffer wellicht verwarrend kan zijn waar
men terecht kan voor huiselijk geweld.
Daar wil ik het even bij laten.
DE VOORZITTER:
Dank u zeer.
Mevrouw Koger, GroenLinks.
MEVROUW KOGER:
Dank u wel.
Zoals ik in de commissie al heb gezegd, wat ons betreft zo snel mogelijk aan de slag met deze
nota zonder teveel organisatorische rompslomp. Maar dat herhaal ik alleen even.
Ik héb een beetje..., Ik wil zo meteen een motie indienen over eergerelateerd geweld. Ik heb bij de
commissie al gezegd: in het stuk staat het ene woordje eergerelateerd geweld en verder niets. Ik
denk dat het toch een specifiek probleem is wat een specifieke oplossing vraagt. En ik wil daarom
in die motie, in deze motie..., Ik wil een motie indienen om nadrukkelijke aandacht voor dit hele
specifieke probleem te krijgen. „,,„„1
Laat ik maar meteen even ingaan op de motie van de VVD. Op zich zijn slachtoffers van seksueel
geweld natuurlijk ook een doelgroep die onder dit beleid valt. Ik vind alleen het wel heel erg
gericht op seksueel geweld. En huiselijk geweld is echt veel meer. Maar ook seksueel geweld.
Uiteraard. En daardoor heb ik wat moeite met die motie.
Ik schrik ook een beetje van de bijdrage van de VVD over de repressie, de sterke repressieve
houding. Natuurlijk moeten we mensen die iets doen wat niet mag, aanpakken. De dader moet
aangepakt worden. Maar daar helpen we het slachtoffer niet mee. En het gaat nu om slachtoffers.
DE HEER AARTSEN:
Voorzitter, als ik daar toch even kort op mag reageren.
Mij werd gevraagd of op het moment dat het slachtoffer het huis verlaat, en de dader blijft wonen,
of ik dan allerlei maatregelen wilde nemen. En toen heb ik gezegd: ja dat is de wereld op zijn kop
en volgens mij moet de dader het huis uit, in plaats van dat het slachtoffer het huis uit wordt
geslagen door de dader.
MEVROUW KOGER:
Dat ben ik tot op zekere hoogte met u eens. Maar de werkelijkheid is vaak anders en vluchten
vrouwen het huis uit. Daar zitten we ergens in het midden. Maar ik schrok een beetje van uw
repressieve houding. Ik wil het gewoon hier even verder bij laten en deze motie indienen.