90
taak die we hebben als raad. En ja, dat is wel een heikel punt waar wij namelijk nog antwoord van
de PvdA voor willen, willen wij namelijk voor deze motie stemmen.
DE VOORZITTER:
Mijnheer Hardorff, er wordt u een vraag gesteld.
DE HEER HARDORFF:
Ik wil daar wel op reageren. Maar wat volgens mij het belangrijkste is, - en dat speelt ook in
andere steden -, is dat nu klip en klaar wordt afgesproken: wat kun je terug verwachten en in
welke formulering komt dat in de beschikking te staan. Want over 3 jaar, sterker nog over een
jaar, kunnen in elke stad andere bestuurders aan de knoppen draaien. Dus de manier waarop je
het opschrijft, is cruciaal. Volgens mij is het nu nodig dat onze wethouder in Breda kan zeggen:
programmabureau, ik wil goede afspraken maken want de raad kijkt over mijn schouder mee. En
terecht. Er zit tegelijkertijd geen enkele druk op om binnen 2 weken die handtekening te zetten als
wij die commissievergadering hebben want daar is dan net iets meer tijd voor. Dus ik zou nu niet
inzien..., Ik snap uw redenering in principe wel. Alleen er is nu geen reden om snel een
handtekening te zetten om dan vervolgens getekend over 2 weken aan de commissie ter
kennisname te leggen. Dus ik zou hem graag in de vorm zoals hij veranderd is, - u heeft hem nog
niet opgelezen -, zou ik hem toch voor willen leggen aan de raad.
DE VOORZITTER:
Hij is gewijzigd. De subsidiebeschikking van Breda voor Brabant Culturele Hoofdstad 2018 voor
ondertekening door het college ter kennisname voor te leggen aan de raadscommissie
Maatschappij met een gedetailleerde toelichting op de bepalingen die daarin staan opgenomen.
Vooraf ter kennisname.
Ik denk dat we gewisseld hebben. We gaan over tot de stemverklaringen.
Wie wil een stemverklaring afleggen?
De heer Ernst en de heer De Beer.
DE HEER ERNST:
Ja voorzitter, ik heb het net al even kort gezegd. We zijn voor transparantie maar we willen de
taken wel helder scheiden en wij zien ook niet in, want het gaat eigenlijk om vertrouwen, ook nu
zijn die kaders nog een keer helder onderstreept waar het college mee op pad moet, en ik denk dat
het gewoon helder is om de taak verder bij het college te laten en controle achteraf te laten plaats
vinden.
DE VOORZITTER:
Dan is het woord aan de heer De Beer, D66.
DE HEER DE BEER:
Ja voorzitter, daar kan ik me bij aansluiten. Maar ik wil daar ook nog aan toevoegen dat in het
juryrapport ook is gezegd dat de samenwerking tussen Eindhoven en andere steden juist versterkt
zou moeten worden. En door het indienen van dit soort moties vind ik dat die samenwerking
daarbij niet erg gediend is. Het roept eerder een beeld op van Breda als een soort Calimero, terwijl
we de eigen kracht hebben. En we hebben de kaders meegegeven aan het college. En we
vertrouwen het college dat ze daaraan voldoen. En als ze daar niet aan voldoen dan heeft een
college doorgaans een probleem.
DE VOORZITTER:
Nog anderen?
Dan gaan we...,
De heer Stubenitsky.
En dan de heer Elbertse.
DE HEER STUBENITSKY:
Ja voorzitter, eigenlijk hetzelfde als mijnheer De Beer. En als ik zo alles bekijk, dan had ik eigenlijk
liever gehad dat Partij van de Arbeid tegen Culturele Hoofdstad had gestemd, net als de SP. Die is
tenminste duidelijk.
DE VOORZITTER:
De heer Elbertse, CDA.
DE HEER ELBERTSE: