98
moeten worden en er geen ruimte is om te kijken naar de consequenties van sommige
aanbevelingen. En die behoefte heeft de VVD fractie wel. Natuurlijk is het niet de bedoeling dat we
verzanden in een discussie die over van alles gaat behalve over het vinden van een oplossing. Dat
doet geen recht aan de inspanningen van de Rekenkamer en de wil van de raad om tot een
oplossing te komen.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Voorzitter, het is misschien snel maar anders gaat hij heel snel weer door naar een volgende
onderdeel. Mijnheer Quaars zegt: de schuld ligt eigenlijk bij de NWRO omdat we niet gewoon maar
ongebreideld onze exploitatieplannen kunnen blijven ontwikkelen. We kunnen niet stapels met
plannen in de stad neer leggen maar we moeten dat gaan afboeken van de NWRO omdat dat niet
gebeurt. Maar is mijnheer Quaars het dan niet met me eens dat we eigenlijk gewoon een heel
verstandig financieel beleid moeten voeren en niet ongebreideld gaan stapelen en...,
DE VOORZITTER:
Kunt u een vraag stellen want daar is de interruptie...,
DE HEER VAN LUNTEREN:
Daar ben ik mee bezig. De vraag is: is mijnheer Quaars met mij van mening dat het niet
verstandig is om ongebreideld maar plannen te stapelen en dat op te nemen in de boekhouding tot
dat het een keer mis gaat? Het is toch verstandig om dat vooraf te doen? Het is toch niet de schuld
van de NWRO dat het is mis gegaan?
DE VOORZITTER:
De vraag is gesteld. U geeft daar een mening aan. Maar het gaat vooral om de vraag bij deze
interruptie. U krijgt allemaal nog uw termijnen en er komt een 2e termijn.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Ja, maar het is toch een heldere vraag?
DE VOORZITTER:
Duidelijke vraag.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Ja, laten we dat helder hebben.
DE HEER QUAARS:
Ja, ik zou bijna vragen welke vraag het nou was, maar...,
DE VOORZITTER:
Mijnheer Quaars.
DE HEER QUAARS:
U verdraait wel een beetje mijn woorden. Want u zegt dat ik de schuld geef aan die nieuwe wet
RO. Dat is niet zo maar ik som een aantal feiten op waarbij ik constateer dat dat aanleidingen zijn
voor de situatie waar we nu in zitten. Wat betreft het financiële, daar kom ik verderop nog op
terug, als u het goed vindt.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Maar wat is uw antwoord? Ligt het nou aan de NWRO dat we met een probleem zitten of...,
DE HEER QUAARS:
Nee, nee, nee. Ik zal het u nog een keer voorlezen en als u mij toestaat, ga ik dan verder.
Door de nieuwe wet RO zijn er een aantal veranderingen. Ik heb dus niet gezegd dat het de schuld
is van de wet RO, zoals u mij in de schoenen probeert te schuiven. Dus daar verschillen we van
mening.
Voorzitter, tussen de commissiebehandeling en vanavond is er veel gebeurd. Hoe te komen tot een
constructie waarbij we recht doen aan de verschillende meningen die er zijn, aan de inspanningen
van de Rekenkamer, de inhoud van het rapport en het op een volwassen en professionele wijze
benaderen van deze complexe materie? En ik denk voorzitter, dat de raad zich zelf hier vanavond
een compliment mag geven. Het klinkt een beetje als in 1989 door een grote
schoonmaakproducent geïntroduceerde actie: wij van WC eend adviseren WX eend, maar zo is het
niet bedoeld. In de afgelopen dagen is er in goed overleg partijoverstijgend en met het belang van
de stad Breda in het vizier, gezocht naar een oplossing om met deze waardevolle aanbevelingen