102 failliet gaat, werd er gezegd. Maar we willen wel vanavond met dit debat meer grip krijgen op oplossingen op lange termijn en mogelijke maatregelen op korte termijn die daaraan bijdragen. Wij danken de Rekenkamer voor de zorgvuldige analyse die zij gemaakt hebben van de situatie van het grondbeleid. Het CDA is van mening dat hier nuttige lessen uit te halen zijn, zoals de wijze waarop informatie aangeboden wordt. Er is een heleboel informatie voorhanden, ook ruimtelijke projecten en financiële informatie en door deze nog integraler en toegankelijker aan te bieden, kan de raad nog beter de controlerende en kaderstellende rol uitvoeren. Wij zien dat hierin reeds belangrijke verbeterslagen zijn gemaakt. Wij vinden dat suggesties om dit nog te verbeteren altijd ter harte moeten worden genomen. Daarbij is het ook van belang dat informatie niet onnodig het predicaat geheim krijgt zodat er ook een openbare toetsing mogelijk is. De situatie van het grondbeleid gaat immers de hele stad aan. De Rekenkamer maakt inzichtelijk dat er een integrale aanpak nodig is waarbij een regie nodig is op de overprogrammering en op de projecten. In Breda hebben we er niet voor gekozen om de problematiek te negeren. Zoals mevrouw Jansen-Jansen constateert, zit Breda niet, in tegenstelling tot andere gemeenten, in een ontkenningsfase. Maar de Rekenkamer maakt daarnaast nog eens goed inzichtelijk dat eventueel toch te voorzichtig zijn wellicht leidt tot een kostentoename. Rentes op leningen blijven zich dan opstapelen evenals de beheerkosten en plankosten, terwijl vervolgens in de toekomst alsnog geconcludeerd moet worden dat het project niet haalbaar is. Tegelijkertijd wil je ook niet onnodig kansen tegen houden. Zo kan te veel afboeken ook een verkeerd signaal geven aan een markt en derden die wellicht wel in Breda nog geïnteresseerd zijn om te investeren. We zullen dus op zoek moeten naar de juiste balans tussen ambitieus blijven maar ons zelf ook niet te rijk rekenen. Een balans die het beste gevonden kan worden door met elkaar op zoek te gaan naar consensus. Tijdens de commissiebehandeling bleek wel dat de meeste fracties over een aantal aanbevelingen direct met elkaar overeenstemming hadden en andere aanbevelingen echter nog leidden tot vragen en onduidelijkheden. Maar niet instemmen met deze aanbevelingen zou onnodig de zeer relevante discussies van tafel halen, terwijl deze juist zo van belang zijn voor de toekomst van onze stad. Wij waarderen het zeer dat er een inspanning is gepleegd om tot een consensus te komen, waarvoor veel dank aan de heer Quaars, waardoor de diverse issues nog eens goed bestudeerd worden door raad en/of college zodat wij met elkaar tot een nog betere en meer integrale aanpak kunnen komen om het probleem van het grondbeleid te lijf te gaan. Daarbij willen wij graag benadrukken dat er in de uitwerking zoveel mogelijk aangesloten zal moeten worden bij de werkzaamheden en afspraken die er lopen. Denk aan de actualisatie van de stedelijke herprogrammering en de Structuurvisie. We willen hierbij wel een aantal gezichtspunten meegeven voor de verdere uitwerking. Bij het vinden van de juiste balans bij het afboeken en zelfs het beëindigen van projecten, zal er goed naar de financiële gevolgen moeten worden gekeken, de financiële gevolgen op korte termijn en op lange termijn. Dit vereist tevens een inzicht in mogelijke claims en inzicht in eventuele oplopende kosten waarnaar de Rekenkamer verwijst. Graag vragen wij aandacht voor dit integrale overzicht. Een MPG dient integraal en overzichtelijk de juiste informatie te bieden maar we moeten ook oppassen dat we niet alle tijd gaan steken in het bieden van informatie en te weinig in het daadwerkelijk anticiperen daarop. Wij zouden het zeer nuttig vinden als verschillende MPG modellen van diverse gemeenten bekeken worden om ook hierin een goede balans te vinden, effecten van het beleid op mogelijke initiatieven die marktpartijen nog wel bieden. Landelijk worden vele initiatieven genomen om de bouw te stimuleren, als aanjager van onze economie en werkgelegenheid. Dat betekent dat de gemeente, wat ons betreft, ook de ruimte moet blijven bieden en ook een flexibele klantgerichte houding dient aan te nemen. Eventuele wijzigingen in grondprijzen, in programmering, bestemmingsplannen en de mate waarin er door de gemeente regie wordt genomen op projecten, kunnen hier allemaal op van invloed zijn. Is het college bereid om speciale aandacht te besteden aan zo'n impacttoets? Tot slot de regionale afstemming. Vraagstukken over programmering en over vraag en aanbod van kantoren, bedrijventerreinen en woningen, zijn vraagstukken die een blik over de gemeentelijke grenzen heen vereisen. Hoe is het college van plan om hier nader de provincie en het overleg binnen West Brabant bij te betrekken? Afsluitend: wij zijn blij met de brede aanpak waar de raad hiermee volstaat, een aanpak die recht doet aan de complexiteit van de materie en die ook in ons aller belang is voor de toekomst van onze stad Breda. Dank u wel. DE VOORZITTER: Ik dank u zeer. Mijnheer Bos, D66.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2013 | | pagina 30