MEVROUW VAN DER SANDEN: Zou het niet toch mogelijk zijn om de langdurigheidstoeslag te bespreken? We hebben nog 3 kwartier. Als we ons houden aan onze tijd, dan zou dat mooi afgerond zijn en dat zou mij uitstekend uit komen omdat ik de volgende vergadering niet aanwezig kan zijn. DE VOORZITTER: Er is een ordevoorstel geweest. Daar heeft u in alle aanwezigheid en wijsheid uw opvattingen over kenbaar gemaakt. Ik kan een nieuw ordevoorstel doen. Dat doet u eigenlijk bij deze. Dan breng ik dat opnieuw in stemming. En het is aan u dan die afweging te maken. Wil iemand nog een opvatting delibereren over dit ordevoorstel7 Voorzitter, voorzitter..., DE VOORZITTER: Mevrouw Van der Sanden. MEVROUW VAN DER SANDEN: Ik begrijp dat mevrouw Koger het nu graag wil behandelen. Ik zou dat het liefst ook doen. Maar ik ga het niet in 3 kwartier nu afraffelen. We zijn met 9 fracties. Ik heb het dusdanig voorbereid dat ik 6 keer heb geoefend om binnen die 5 minuten te blijven. Maar dat is 9 maal 5 minuten plus op en neer lopen. Dan ben je al een uur kwijt. Dan is wethouder Meeuwis meestal niet zo heel erg kort van stof. Dus die gun ik ook wel een half uur. En dan nog een 2e termijn. Dan zitten we hier om 0.30 uur nog. Dus ik wil niet dat de burgemeester om 23.10 uur ons gaat opjagen dat we snel moeten afronden. Dus dan liever over 3 weken. DE VOORZITTER: Even voor de orde. Ik ben geen goede drijver. Dus dat zal ook niet lukken. Maar u heeft een besluit genomen. Nu zijn er mensen naar huis gegaan op basis daarvan mogelijkerwijs. Dat kan ik niet zien. Mensen hebben de tv, internet, uit gezet, Ja, nee, even voor de orde: u heeft in wijsheid dat besluit genomen. We hebben een afspraak, 23.15 uur, kan tot 23.30 uur, het is aan u zelf. Ik heb een opvatting, het gaat om een belangrijk dossier en dat moet je ook vind ik in alle rust en tijd dan ook de aandacht geven. En dan kan het zijn dat u tot 24.00 uur de behoefte heeft. En of de een kort of langer is, dat verschilt heel vaak. U geeft elkaar daar over het algemeen niet veel in toe. En dat begrijp ik ook in het debat want dat hoort ook zo. We kunnen het dus opnieuw in stemming brengen en kijken of dat wel of niet werkt. MEVROUW KOGER: Voorzitter, de situatie was veranderd, dit punt was heel snel afgehandeld. Dat wisten we toen nog niet, toen'we hiervoor besloten. Maar ik begrijp best wel dat mijn voorstel het niet haalt. Dus dan trek ik het in. DE VOORZITTER: Goed. Ik kan mij overigens voorstellen dat u daar allemaal wat ambivalente gevoelens bij heeft. Zo gaat dat ook soms. Laten we daarbij vaststellen..., MEVROUW KOGER: Ik ben verdrietig. DE VOORZITTER: Oké. Maar ik moet zeggen: als dat zo uw verdriet is, dan ben ik er wel jaloers op. DE HEER SZABLEWSKI: Wethouder Meeuwis kijkt ook verdrietig. IX. SLUITING. DE VOORZITTER: Dan sluit ik deze vergadering. Wij drinken nog een glaasje met de mensen op de tribune bij de Heeren van Breda aan de overzijde van dit huis. De vergadering is gesloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2013 | | pagina 49