80 Eerst het dictum. Zo spoedig mogelijk, vooruitlopend op uitkomsten onderzoek verruiming kwijtscheldingsbeleid voor zelfstandigen zonder personeel met een inkomen onder de vastgestelde kwijtscheldingsnorm besluitvorming voor te leggen waarmee zij in aanmerking komen voor kwijtschelding. MEVROUW KOGER: Mag ik iets vragen voorzitter, aan mijnheer Stubenitsky? DE VOORZITTER: Nu bent u in de gelegenheid. MEVROUW KOGER: Ja? Want wat bedoelt u nu met zo spoedig mogelijk? Want als dat dan 2014 wordt..., DE VOORZITER: Ik moet eerst het college volgens de procedure..., Dus ik geef het woord aan de wethouder. WETHOUDER BOELEMA: Ik vrees dat ik dezelfde vraag heb als mevrouw Koger. Excuses voorzitter. Wat is nou precies zeg maar het verschil in het dictum ten opzichte van..., Tenminste, ik ga er van uit dat de motie nu al is ingediend. Want ik heb hem nog niet gezien. Hij is niet rondgedeeld. Dus ik weet niet precies hoe de motie er uit ziet. Dus ik ben ook enigszins in verwarring, voorzitter. DE VOORZITTER: Ik heb zojuist..., Is hij rondgedeeld? Goed. Wil de wethouder reageren? WETHOUDER BOELEMA: Dank u wel, voorzitter. Het is mij nu helemaal helder. Bedankt voor de uitleg van de indiener. Zoals het dictum nu geformuleerd is, dat gaat dan eigenlijk over zo spoedig mogelijk vooruitlopend op uitkomsten, een onderzoek doen, en dan is met terugwerkende kracht, zeg maar er van af, want ja, dat kan helaas gewoon niet meer, die verordening is nu eenmaal door u in meerderheid vastgesteld. Daar kan ik gewoon geen wijziging meer op aanbrengen in het lopende boekjaar. Maar ik zeg u wel toe dat we het zo spoedig mogelijk onderzoeken om te kijken hoe we dat kunnen doen. En ondertussen staat het natuurlijk wel mensen vrij om bezwaar in te dienen en lopende op de procedure, ik zou u wel aanraden daarvoor te sparen als ZZP-er, voor het feit dat u misschien afgewezen wordt, kunt u wel zeg maar de tijdspanne rekken. Dus die tip zou ik u dan nog aan de hand willen doen. En ondertussen gaan wij met het onderzoek starten. Is dat..., Dat is denk ik het beste..., DE VOORZITTER: Goed, ik stel voor..., WETHOUDER BOELEMA: wat ik kan voorstellen. DE VOORZITTER: Dat is uw antwoord. Nu krijgen de andere fracties de gelegenheid. Mevrouw Koger. MEVROUW KOGER: Ik begrijp de formaliteit wel. En ik begrijp ook dat het ingewikkeld is. Maar dit zijn mensen die op en onder het minimuminkomen zitten. En dan kijk ik toch een andere wethouder aan. Want is het dan niet mogelijk om individuele bijzondere bijstand te krijgen voor deze zaken? Wantje bent wel de dupe hiervan. Ja, ik ben erg royaal, mijnheer de voorzitter. DE VOORZITTER: Dan mevrouw Haagh. MEVROUW HAAGH:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2013 | | pagina 8