133 Ja voorzitter, inderdaad een zeer ingewikkelde materie. Tijdens de commissievergadering vond ik de bijdrage van de heer Bos het meest overtuigend. En ik heb nog geen aanleiding gezien om mijn mening te veranderen. Omdat ik bij het fractievoorzittersoverleg moest zijn, kon ik niet naar de technische uitleg die zojuist gegeven is. Maar commissielid Van Etten van Breda'97 die wel is geweest, was zo collegiaal mij snel helemaal bij te praten. Zo hoort dat. Akkoord. DE VOORZITTER: Ik dank u zeer. Nog andere leden van uw raad? Ik heb een tweetal concrete vragen beluisterd. De monitoring van het proces, met name, en wat vindt er onder de streep plaats. Een vraag van de heer Van den Berg. En de heer Van Lunteren: Doen we er iets mee rondom de erfpacht? Dat zijn een tweetal concrete vragen. Ik geeft het woord aan de wethouder. Wie wil als eerste reageren? Wethouder Bergkamp. WETHOUDER BERGKAMP: Voorzitter, net als in de commissie, hebben collega Boelema en ik afgesproken om dit samen te doen, waar nodig. Ik hoor brede steun voorzitter, voor het voorstel en dat stemt ons tot vreugde. Ja, vreugde tussen aanhalingstekens. Want inderdaad, het is een andere manier van het verwerken van de pijn. Ik kijk meteen de heer Van Lunteren ook maar even aan. Het is niet de oplossing voor het probleem. Nee, het is ook niet het toekomstige grondbeleid. Misschien toch nog goed om even aan te geven dat we met elkaar, u vooral ook als raad, het toekomstige grondbeleid zeg maar goed in de steigers gaan zetten als follow up van de Structuurvisie. En u kijkt natuurlijk ook naar de aanbevelingen zoals de Rekenkamer die gedaan heeft. Ik heb gehoord dat er inmiddels een kleine werkgroep geformeerd is vanuit de raad waar 4 leden van de raad in zitten die actief met die aanbevelingen aan de slag gaan. Dus u komt nog volledig aan uw trekken, raad en de heer Van Lunteren in het bijzonder, als het gaat om het toekomstige grondbeleid. En op dat moment is er ook weer een podium om de vraag wel of niet erfpacht, in hoeverre helpt ons dat wel of niet, nog een keer op de agenda te zetten. We hebben dat in het kader van Bredaas Bestek gedaan. De analyse leidt tot een conclusie. Ik heb u in de commissie gezegd dat het voor de woningbouw op dit moment niet echt helpt maar dat we het voor bepaalde bedrijfsontwikkelingen wel zouden kunnen inzetten. Als u vindt dat er nieuwe argumenten zijn, andere argumenten, om het daar weer eens over te hebben, is die discussie over dat toekomstig grondbeleid het podium om dat opnieuw te agenderen en daar opnieuw met elkaar nog eens naar te kijken met argumenten pro en contra. Voorzitter, wat betreft het tussentijds kunnen volgen van het proces. Ja, wij hebben eerder al aangegeven, ook in de commissie, dat ik zal maar zeggen deze boekhoudkundige oplossing van het verwerken van de pijn niet zal leiden tot een andere presentatie van de grexen en alle uitgaven en kosten die daarmee gemoeid zijn. Sterker nog, we hebben het idee dat als u dit besluit neemt, dat het college, laten we zeggen, nog meer dan nu al het geval is, gedwongen is, de investeringen apart, maar wel gekoppeld aan een ontwikkeling van een gebied, in kaart te brengen zodat u er nog explicieter een oordeel over kunt vellen, nog explicieter dan dat u dat nu eigenlijk ook al kunt. Laat dat dan het voordeel van het nadeel zijn, als ik het zo mag zeggen. Voordeel van een voordeel, prima, ook goed. Wat betreft de waarschuwing van de tussentijdse winstnemingen: die is helder en spoort ook helemaal met het huidige beleid wat daarin heel stringent is en ook heel terughoudend. Dus wij zullen ons daarin zeker niet rijk rekenen als we al die neiging zouden hebben. Maar die hebben we niet, maar als we die al zouden hebben zouden we het niet kunnen want die tussentijdse winstnemingen zijn aan een aantal hele specifieke eisen verbonden. Dat brengt me ook even tot het feit dat rondom zeg maar de BBV waarin spelregels worden bepaald, er de afgelopen periode nogal wat ruis geweest is, ook recent nog. En ja ook ik, het college was blij, dus dat compliment wil ik u graag terug geven, dat wij op basis van ook de discussie van vanmiddag en de toelichting van de accountant, hebben kunnen vaststellen dat op dit moment de BBV is zoals die is. Het zou kunnen zijn dat er in de toekomst wijzigingen komen. Dat zien we dan wel op dat moment. Maar op dit moment doen we het met de huidige regelgeving en die huidige regelgeving maakt dat wat wij aan u voorstellen, mogelijk. En nou, dat is denk ik een antwoord wat ons steun geeft in het verder handen en voeten geven aan dit traject. Ik kijk collega Boelema even aan. WETHOUDER BOELEMA:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2013 | | pagina 12