140 Er is nu al duidelijkheid over dat sommige dingen niet goed vermeld zijn op de website. Stel dat dat nou wel zo zou zijn, dus dat alles gewoon helder en duidelijk op de website te vinden is. Is dat niet voldoende voor de vrijwilligers? Wat zouden zij dan nog meer nodig hebben? MEVROUW HAAGH: U moet goed begrijpen: dit doe je samen. Dit doe je niet alleen als gemeente. De gemeente heeft al die organisaties van een Annahuis tot de Voedselbank keihard nodig om het beleid ook goed te laten werken. En daar moeten mensen dus ook goed geïnformeerd zijn. Het is niet zo dat die mensen..., Misschien kunnen ze wellicht op de website zoeken. Maar het is vooral belangrijk dat je elkaar ook kent, dat je elkaar weet te vinden als het bij iemand mis gaat en niet elkaar van het kastje naar de muur stuurt. En daar is het op gericht. Ga samen met die instituties om de tafel zitten en maak een gezamenlijke aanpak. En daar zijn voorbeelden genoeg van. We hebben zelf een voorbeeld gezien van de gemeente Rotterdam die echt een plan van kwetsbaar naar zelfredzaam heeft gemaakt. Nou, die ideeën kunnen we er zo uithalen. Dus het hoeft niet veel werk te zijn. DE VOORZITTER: Mevrouw Groeneweg wil een interruptie geven. MEVROUW GROENEWEG: Ja mevrouw Haagh, als ik u dit hoor zeggen, dan denk ik: dat is precies wat we hebben goedgekeurd in Werken@Breda, althans wat daar precies onder het hoofdstukje voorlichting staat, precies wat u vraagt. Dus ik denk dat het overbodig is want we hebben dat al met elkaar besproken en het staat al vast..., MEVROUW HAAGH: Nou, het staat niet op die manier vast. Er staat absoluut dat er betere voorlichting moet komen maar ik daag de wethouder hier uit om dat vooral ook samen met die instituties te doen en niet voor te schrijven hoe zij het moeten gaan doen maar het gewoon samen op te pakken. Maar ik praat tegen u hoor. Niet alleen als het gaat om participatiebeleid maar ook gewoon de armoederegelingen an sich passen daar ook gewoon bij. Dus dat is een nieuw kader en we willen graag de wethouder daartoe uitdagen. Misschien naar de 2e motie. Ik zal hem zo dadelijk aanbieden. Het NIBUD heeft een aantal adviezen gedaan, een aantal adviezen aan Breda omdat er 2 groepen waren volgens de NIBUD onderzoeken die er qua koopkracht wat moeilijker uitkwamen, financieel hard geraakt worden. Gezinnen met kinderen en 65 plussers. Voor de gezinnen met kinderen zijn aardig wat voorstellen gedaan door de wethouder en we zijn daar heel erg blij mee. Maar met betrekking tot die 65 plussers legt dit college een heel belangrijk advies naast zich neer. Want op dit moment is er een groep ouderen die beter af zou zijn met de bijstand dan met een AOW uitkering die eigenlijk hoger is. En dat komt omdat die mensen geen gebruik kunnen maken van de Bijzondere Bijstand. Dan gaat het met name om de ouderen die hoge zorgkosten hebben, hoge medische kosten, erg materiële kosten. Het NIBUD adviseert om nou juist voor de doelgroep ouderen te zeggen: rek die 110% op naar 110% AOW norm zodat die mensen gebruik kunnen maken van Bijzondere Bijstand voor juist deze specifieke kosten. Zo voorkom je een armoedeval. Het college neemt die aanbeveling niet over maar komt wel met een soort generieke seniorentoeslag die iedereen krijgt, alle ouderen, alle AOW-ers die alleen AOW hebben. Wij vinden dat onverstandig en wij vinden dat ook niet passend bij het maatwerkbeleid van Breda. Dus wij stellen voor om toch het advies van het NIBUD over te nemen en te gaan voor die aanpassing van die norm. Tot slot voorzitter, hebben we nog een amendement. Dat gaat over de langdurigheidstoeslag zelf. 3 Jaar geleden is de langdurigheidstoeslag hier in Breda aangepakt. Toen zijn bedragen gelijkgesteld. Dus of je nou een gezin bent of alleenstaand bent, het bedrag is hetzelfde geworden. Maar er werd ook toegevoegd dat als je uitzicht hebt op werk, je de langdurigheidstoeslag niet meer zou krijgen. En eigenlijk concludeert de wethouder zelf in raadsbrieven dat die prikkel, - want zo wordt die uitgelegd, dat het een prikkel zou zijn om naar een baan te gaan -, dat die niet werkt. Want mensen die langer dan 3 jaar in de bijstand zitten, stromen helaas maar heel moeilijk uit. Hij concludeert het zelf maar de maatregel blijft in stand. Dus de gemeente zegt tegen mensen: u heeft uitzicht op werk, wij vinden dat u uitzicht heeft op werk, want u zit in een mooi traject. Maar vervolgens zijn er geen banen. Volgens mij houd je dan jezelf voor de gek. Want als er geen werk is, kun je dit makkelijk tegen iemand zeggen maar is het wel keihard want iemand die 3 jaar in de bijstand zit, heeft echt geld nodig om bepaalde dingen aan te kunnen schaffen. Wat het college ook doet, op dit moment, met de langdurigheidstoeslag, is dat men eigenlijk een groep benadeelt, waarvan wij in Werken@Breda gezegd hebben: we moeten dat juist stimuleren.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2013 | | pagina 19