155 DE VOORZITTER: Dank u zeer. Mevrouw Van der Sanden, SP. MEVROUW VAN DER SANDEN: Dank u wel, voorzitter. Ik doe het even vanaf deze plaats. Ik heb volgens mij 2 toezeggingen gehoord van wethouder Meeuwis op moties van ons. Dat is over die betere communicatie. Hij geeft aan dat dat plan er komt in juni. Ik had deze motie opgesteld omdat na de raadsvergadering waarin Werken@Breda was vastgesteld, hij die brief heeft doen uitgaan over de aanpassing van de Bijzondere Bijstand en ik dat weer geen succesnummer vond. Nu heeft hij weer beloofd dat het beter gaat worden en dat we het 10 juni gaan bespreken. Dan wil ik hem die kans graag geven. Dus dan trek ik die motie in. En ook over de wijzigingen van het armoedebeleid, waarin hij aangeeft van nou, ik ga dat tijdig op de agenda zetten en niet net als nu dat we het met terugwerkende kracht moeten gaan vaststellen. Nou, daar wacht ik dan ook inderdaad zijn voorstellen af. En ik trek die motie ook in. Als het gaat om ruimhartig toepassen van Bijzondere Bijstand voor chronisch zieken en gehandicapten, hoop ik dat hij toch een keer gaat praten met het BCG of andere belangenorganisaties waar ik heel veel signalen krijg dat het gewoon veranderd is de afgelopen 2 jaar, dat er toch behoorlijk wat kosten zijn die voorheen wel vergoed werden en die nu niet meer verg'oed worden. En dat maakt voor mensen met een chronische ziekte of een handicap gewoon een groot verschil. Een van de redenen zou ook kunnen zijn dat nu in de beleidsregels echt een behoorlijke opsomming staat van wat wel en niet vergoed wordt waardoor kosten, waar misschien de opsteller van de beleidsregel niet aan gedacht had, nu niet meer vergoed worden. Zoals bijvoorbeeld extra taxikosten en die elektriciteit van die rolstoel waar ik het over had. Bijvoorbeeld als iemand ernstig ziek is of chronisch ziek is en daardoor heel veel op bed ligt, heeft hij vaak ook een apart matras nodig, wat doorligwonden voorkomt. Dat soort niet medische kosten worden niet door zorgverzekeringen vergoed en het gaat nu dus juist om dat soort kosten die die mensen hebben, waar deze motie om gaat. Mijn laatste motie, toch die differentiatie langdurigheidstoeslag. Ik vind het nog steeds gewoon nodig omdat mensen, meerpersoonshuishoudens, hogere en meer kosten hebben. En die zouden wat ons betreft, dus een hogere langdurigheidstoeslag moeten hebben. Dus ook die motie handhaaf ik. DE VOORZITTER: Dank u zeer. Ik geef het woord aan mevrouw Schokker, GroenLinks. Gaat uw gang, mevrouw. MEVROUW SCHOKKER: Dank u wel, voorzitter. Ik wil eerst nog even ingaan op een vraag die wij hebben gesteld in het kader van onze le termijn en waar ik de wethouder niet over gehoord heb. Dat gaat over de kosten en als wij nu allerlei nieuwe acties hebben in het kader van het maatwerk of dat dan ook binnen dat bestaande budget kan of dat daar dus nog extra kosten aan verbonden zijn. Verder zijn er natuurlijk heel veel moties. Ik begrijp dat de PvdA ook het amendement ingetrokken heeft? Klopt dat? Nee? Maar de motie die dus nu gekomen is, die heeft een beetje..., Dat is dezelfde strekking. Dus die laat u naast elkaar bestaan? MEVROUW HAAGH: Zal ik het even toelichten, voorzitter? DE VOORZITTER: Gaat uw gang. MEVROUW HAAGH: Het amendement betreft een hele brede aanpassing van de langdurigheidstoeslag waarbij we eigenlijk zeggen: iedereen die 3 jaar op dat minimum zit heeft recht, ongeacht de situatie, op die langdurigheidstoeslag. Dit amendement gaat specifiek in op die groep, en dat is een veel kleinere groep, die met behoud van uitkering werkt en dus een aanvulling krijgt vanuit de WWB. En we vinden dat die groep specifiek in ieder geval niet gestraft moet worden maar juist gestimuleerd moet worden om dit te blijven doen en hopelijk ook echt door te groeien naar dat grotere inkomen. Dus dat is specifiek die groep waarover ik ook eerder sprak.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2013 | | pagina 34