160
DE VOORZITTER:
Even afronden mevrouw Haagh. Anders wordt het een erg lang...,
MEVROUW HAAGH:
Ja maar...,
DE VOORZITTER:
Nee, afronden.
MEVROUW HAAGH:
Ja.
DE VOORZITTER:
Excuses, ik kan het niet anders.
Mijnheer Bos.
DE HEER BOS:
Ik heb een vraag aan mevrouw Van Maanen.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Voorzitter, hier heb ik toch ernstig bezwaar tegen. Even een ordevoorstel. We zijn in de termijn
van de wethouder bezig. En dan gaan mensen hier elkaar zitten interrumperen.
DE VOORZITTER:
Het gaat over de inhoud en ik vind dat ik even de ruimte moet geven dat ze die interruptie plegen.
Mevrouw Haagh had een opvatting in de interruptie in de richting van de wethouder. Dat duurde
enige tijd. Dat heb ik mede afgerond.
Ik geef nu het woord aan mijnheer Bos. En dan stel ik voor dat de wethouder verder gaat met zijn
verhaal.
WETHOUDER MEEUWIS:
Ja, want er werd mij ook gevraagd...,
DE VOORZITTER:
Nee, eerst het woord aan mijnheer Bos.
En dan kunt u verder gaan, wethouder.
DE HEER BOS:
Ik had een vraag aan de wethouder maar ook aan mevrouw Van Maanen, eigenlijk dezelfde vraag.
Is het niet juist zo dat we doordat we dat dit jaar zouden steunen, dat je toch wat kunt werken
nog, dat je daarmee juist die afstand tot de arbeidsmarkt verkleint en dat zeker in de toekomst als
volgend jaar die maatregelen er niet meer zijn, dat we in ieder geval nog dit jaar mensen dichter
richting die arbeidsmarkt kunnen brengen? Wat is daar uw reactie op?
DE VOORZITTER:
Het woord is aan de wethouder. Ik stel voor dat na de beantwoording van die vraagstelling, de
wethouder verder gaat met de beantwoording.
Wethouder.
WETHOUDER MEEUWIS:
Ik moet de vraag aan mevrouw Van Maanen beantwoorden begrijp ik, van de heer Bos? Voorzitter?
Dat doe ik uiteraard met liefde en plezier.
DE HEER BOS:
De vraag was ook aan u gesteld en ik denk dat u dat prima kunt.
DE VOORZITTER:
Het woord is aan de wethouder.
WETHOUDER MEEUWIS:
Kijk, we hebben natuurlijk als je kijkt naar de kern van een aantal moties, en ook een stuk van het
debat, hebben we te maken met hoe je mensen ondersteunt zonder hen afhankelijk te maken. Hoe
help je mensen verder, hoe help je mensen vooruit zonder mensen die vooruit kunnen komen in de