177 veel beslissingen wat betreft terugvorderingen en dat gaat ook over hele grote bedragen. En ik denk dat gewoon een extra belasting voor het college is die ten eerste niet nodig is en ten tweede niet wenselijk is. DE VOORZITTER: Dank u zeer. Mevrouw Koger, GroenLinks. MEVROUW KOGER: Dank u wel, mijnheer de voorzitter. U heeft fantastisch samengevat wat er in de commissie is gezegd. Dus dat ga ik eigenlijk niet herhalen. Maar een heel klein beetje. Ja, ik vind ook dat er gerede twijfel moet zijn voor een huisbezoek. En ik vind: beter een niet toegekende uitkering dan een terug te vorderen uitkering. En daarbij bedoel ik dus vooral ook fraudepreventie aan de voorkant van het geheel. Wat betreft de motie heb ik helemaal geen behoefte om te kijken wie er een robuuste incasso krijgt. Ik vind het een vreemde motie. Maar ik zou hem graag toegelicht willen zien door een wethouder. DE VOORZITTER: We hebben collegiaal bestuur. Dus dat wordt prima gedaan. Mevrouw Van Maanen, VVD. MEVROUW VAN MAANEN: Ja voorzitter, zoals de VVD in de commissie al heeft aangegeven, hebben wij geen problemen met deze sanctiewetgeving. Maar wij zijn het eens met de PvdA en anderen dat je aan de voorkant heel erg duidelijk moet maken wat de regels zijn waar mensen aan moeten voldoen. En als het moment daar is dat mensen tot 2 keer toe zich niet aan de regels houden, dan hebben wij ook geen problemen met de robuuste incasso. En wij zijn van mening dat dat door het ambtelijk apparaat kan worden gedaan. Dus wij zullen de motie ook niet steunen. DE VOORZITTER: Nog andere leden van uw raad? De heer Bos, D66. DE HEER BOS: Dank u wel, voorzitter. Op 1 januari 2013 is de Wet aanscherping en handhaving sanctiebeleid SZW wetgeving in werking getreden. Het is goed om te zien dat Breda daar ook beleid op geformuleerd heeft. Ik denk dat het heel goed is dat mensen die geen recht hebben op een uitkering, die ook niet krijgen en ik ben ook blij om te zien dat preventie vanuit de gemeente veel aandacht gaat krijgen omdat immers het achteraf corrigeren veel meer energie en geld kost dan het vooraf voorkomen van die problematiek. Dus ik denk dat daar een echte taak ligt voor de gemeente om daar maximaal op in te zetten, op de preventiekant. En ik denk dat het gewoon goed is dat mensen die dan toch frauderen, gewoon aangepakt worden. Ik heb de indruk, - en dan richt ik mij tot de heer Stubenitsky -, dat eigenlijk dat proces van die robuuste incasso, voldoende geborgd is. En ik laat me graag even door de wethouder voorlichten of dat zo is. Dus als dat zo is, dan zou ik die motie overbodig vinden. Dank u wel. DE VOORZITTER: Dank u zeer, mijnheer Bos. Nog andere leden van uw raad? Dan is het woord aan wethouder Boelema. Gaat uw gang wethouder. WETHOUDER BOELEMA: Dank u wel, voorzitter. Als eerste vervanger van de heer Meeuwis zal ik de beantwoording voor mijn rekening nemen. Goed. Ik beperk mij, - want er zijn verder geen vragen gesteld -, tot een reactie van het college op de motie die voorligt. Nou, die zou het college willen ontraden. Ten eerste omdat onze ambtenaren zeer goed in staat zijn om een zorgvuldige beslissing te nemen. Dat doen zij nu ook al maar deze wetgeving wordt natuurlijk landelijk opgelegd. En ik denk dat ik het niet beter had kunnen verwoorden dat de heer De Jong. Uiteindelijk zijn onze mensen daarvoor opgeleid om die beslissing te nemen en zijn dat ook altijd dingen waar het 4 ogen principe gehanteerd wordt. Dus het is ook niet zo dat een iemand daar alleen over gaat. En onze klantmanagers krijgen daar ook trainingen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2013 | | pagina 12