178 voor. Dus in die zin is de motie, wat ons betreft, niet nodig. En ik denk ook, maar dat is aan u zelf natuurlijk als raad, dat we de scheiding tussen waar de uitvoering begint en waar de kaderstellende taak begint, met deze motie wel wat vertroebelen. Dus in die zin zou het college die ook willen ontraden. 2e termijn. DE VOORZITTER: Dank u zeer, wethouder. Nog anderen? Dan gaan we naar de 2e termijn. Wie van u nog behoefte aan een 2e termijn? Mijnheer Stubenitsky, Leefbaar Breda. Gaat uw gang. DE HEER STUBENITSKY: Dank u, voorzitter. Je hoeft niet altijd de behoefte te hebben om te weten wie een robuuste incasso opgelegd krijgt en ook niet elke dag te gaan kijken in het kastje. Maar het kan voorkomen dat iemand je benadert en zegt: ik heb robuuste incasso gekregen en nou zit ik helemaal in de problemen. En wanneer je dan gaat kijken in het kastje, kun je kijken of het wat is. En het is zo dat de gemeenten de keuzen hebben gekregen in de onderstaande onderdelen. De gemeente heeft de keuze de beslagvrije voet al dan niet op nihil te zetten bij recidive en de periode waarop de beslagvrije voet al dan niet op nihil wordt gezet. Dus het is niet zo dat de gemeente alles opgelegd krijgt van boven. MEVROUW VAN MAANEN: Voorzitter, mag ik een vraag stellen aan de heer Stubenitsky? DE VOORZITTER: Gaat uw gang. MEVROUW VAN MAANEN: Mijnheer Stubenitsky, vindt u het bij nader inzien ook niet een beetje vreemd om op individueel niveau als raadslid het college te willen controleren? Wat vindt u daar nou van? DE HEER STUBENITSKY: Kijk, dat is nou het verschil tussen een lokale partij en een landelijke partij, mevrouw Van Maanen. Ik trek me wel degelijk individuele gevallen aan. Dat de VVD dat niet doet, vind ik jammer. Maar dat bepaalt elke fractie zelf. MEVROUW VAN MAANEN: Ja goed, maar als wij ieder individueel geval hier gaan doen, dan gaat u toch echt wel, wat mij betreft, op de stoel van het college zitten. En wat is dan, wat u betreft, de rol van het college? DE HEER STUBENITSKY: Uitvoeren wat de raad wil. Niet anders. En de raad moet wel in staat zijn om te controleren wat het college doet. En de een heeft er meer behoefte aan dan de ander. Maar ik heb er behoefte aan om controle te houden op het college. DE VOORZITTER: Goed, de interruptie is beantwoord. Gaat u verder, mijnheer Stubenitsky. DE HEER STUBENITSKY: Ik was al klaar, voorzitter. DE VOORZITTER: U was al klaar. Wie nog voor een 2e termijn aanvullend? De wethouder nog behoefte aan een reactie? WETHOUDER BOELEMA: Dank u wel, voorzitter. Ja, mocht het nou zo zijn, en volgens mij hebben wij die werkwijze met elkaar en hanteren we die oo'k af en toe als het zo is. Als u benaderd wordt door een individueel, door iemand in de stad die

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2013 | | pagina 13