180 vanuit gegaan dat studenten per definitie een probleem zijn. En dat is niet zo volgens de VVD. Wonen is in ieder geval niet het probleem; de overlast is het probleem. En dan moet je niet zozeer het wonen aanpakken maar dan moet je juist de overlast harder aanpakken. En de VVD ziet dan ook veel meer in het aanpakken van overlast, het maken van afspraken en het aanspreken van overlastgevers dan in dit quotum. Ik heb het al eerder vergeleken met hondenpoep. De wethouder zal ook geen quotum invoeren als er last is van hondenpoep. Dan zal hij niet zeggen: er is in de buurt last hiervan. Laten we een quotum instellen voor honden. Nee, dan zal hij zeggen: pak de hondenpoep aan. Ook het quotum pragmatisch helpt niet zozeer tegen het probleem. Bij 4%..., DE HEER VAN LUNTEREN: Voorzitter, mag ik een vraag stellen aan mijnheer Aartsen? DE VOORZITTER: Gaat uw gang. DE HEER VAN LUNTEREN: Want zo kennen we de VVD weer. Als het gaat om eerlijk delen van lasten en lusten, dan zijn ze niet thuis. U bent het toch wel met me eens dat gettovorming niet verstandig is? Als je alle groepen bij elkaar zet, dan vraag je toch om problemen. Het is toch veel beter om te spreiden en te mixen en datje gemixte wijken krijgt van studenten en mensen van allerlei allooi. Dat is toch veel beter dan dat we de problemen bij elkaar brengen en op een hoop blijven gooien. Dat bent u toch wel met me eens? DE HEER AARTSEN: Voorzitter, zo kennen we ook de SP weer. Wij geloven in tegenstelling tot de SP, niet in een maakbare samenleving. Wij geloven er niet in dat je als overheid kunt zeggen: u moet daar gaan wonen en u mag niet daar gaan wonen. Wij geloven er meer in dat mensen op een normale manier met elkaar omgaan en als overlast wordt aangegeven, dat je dan als overheid zegt: ho eens even, er zijn nog andere mensen in deze wijk die ook normaal willen wonen. Maar wij geloven niet in dit soort regelgeving en dat je zegt: er mogen maar maximaal zoveel studenten hier wonen. Wat krijgen we dan straks voor ander doelgroepenbeleid? Daar zijn wij tegen, voorzitter. DE HEER LIPS: Voorzitter, mag ik een interruptie plaatsen? DE VOORZITTER: Gaat uw gang, mijnheer Lips. DE HEER LIPS: Maar het is toch gewoon zo dat als je een spreiding hanteert, dan heb je toch minder kans dat die overlast gerealiseerd wordt? DE HEER AARTSEN: Ja voorzitter, wij zien veel meer die spreiding voor ons in spoor 1 waarbij je zegt: wij bouwen complexen voor studenten die gemaakt zijn naar de wensen van die studenten. En wij zien er niks in om per straat te zeggen dat er maximaal 4% mag zijn. Er is straks wellicht iemand die zegt: ik wil mijn huis verhuren op een hele nette manier, met nette studenten. En dan komt de overheid en die zegt: ho, ho, dat mag niet want wij hebben een aantal procenten hier staan en dus mag u dat niet doen. DE VOORZITTER: Mevrouw Van Mourik. U had het net over spoor 1. Spoor 2 waar u het over heeft en waar die quota in genoemd worden, dat behelst meer dan alleen die quota. Dat hele spoor gaat ook over regie op de kamermarkt, over inzet, samenwerking met corporaties, meer toezicht en handhaving, en dan uiteindelijk die richtlijn kamerverhuur. Bent u daar dan helemaal tegen, tegen alles, dat hele pakket? DE HEER AARTSEN: Voorzitter, tegen imagoverbetering kunnen wij niet zijn. Ik kom dadelijk met een motie waarin ik dit besluit ga opsplitsen. Ik had het hele besluit ook in alle zinnen kunnen opsplitsen, maar dan hadden we hier vanavond nog gezeten om over alles te stemmen. Dit is een belangrijk, zo niet het belangrijkste punt, in spoor 2 en het studentenquotum. Wij zijn uiteraard voor imagoverbetering en verkiezing beste studentenhuis van het jaar. Maar het belangrijkste hoofdpunt van het college in spoor 2 is toch echt het studentenquotum. En daar ziet de VVD niks in.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2013 | | pagina 15