185
DE VOORZITTER:
Mag ik vragen de plaatsen in te nemen?
De beraadslagingen worden hervat.
Aan de orde is de 2e termijn.
Nee, excuses, aan de orde is de beantwoording door het college.
Het woord is aan wethouder Bergkamp.
WETHOUDER BERGKAMP:
Voorzitter, dank u wel.
Het is volgens mij goed om toch nog even te memoreren dat het voorstel, zoals we dat hier hebben
ingediend, in belangrijke mate voortgekomen is uit het overleg met de meest betrokken wijkraden.
En de commissie heeft het college en de wethouder nadrukkelijk die opdracht gegeven om met die
wijkraden tot dat voorstel te komen. Dat is een.
Twee. Dit voorstel behelst niet quotering van studenten. Dit voorstel behelst regulering van de
kamermarkt. Pas bij 5 bewoners in een huis of meer, gaat die regulering op. Dat betekent dat tot
en met 4 die regulering niet geldt en dus ook de hospitaregeling niet geldt, nergens in de stad.
Alleen bij kamerbewoning boven de 4 gaan de regels gelden zoals we die voorstellen in dit
voorstel. Ja, als daar nou studenten wonen, dan gaat dat om studenten, maar als er
arbeidsmigranten wonen, zijn het arbeidsmigranten en als het dansers zijn van een gezelschap,
dan zijn het dansers. Dus toch nog wel even die 2 punten meldend.
Kijk, de heer Scheltens geeft, denk ik, wat het college betreft, goed de lijn aan. Want we hebben
goed gehoord de lijn om met een stimulerende aanpak invulling te geven aan het thema Breda
Studentenstad. En dat wordt door u breed denk ik, unaniem gesteund. De discussie is over, zit op
dat 2e spoor van zeg maar die regulering en hoe kun je vormen van overlast voorkomen. Zonder
datje daar ongenuanceerd mee aan de slag gaat.
Overigens zijn er andere beleidsthema's waarin wij ook maxima afspreken. In het centrum is
bijvoorbeeld het aantal horecagelegenheden gemaximeerd. En wat wij nu willen, is dat wij in delen
van de stad het aantal kamerverhuurbedrijven willen maximeren. Maar de manier waarop, daar
heeft u ook vanavond toch nog een aantal kanttekeningen bij geplaatst. En volgens het college
biedt de uitwerking ruimte om goed nog eens te wegen de kanttekeningen die u geplaatst heeft. Is
die verdeling die we nu hanteren in die drie schijven echt de beste aanpak. Is de
huisvestingsverordening wellicht een instrument wat we in dit traject wellicht nog wat scherper
kunnen inzetten in plaats van of naast. Dat is de moeite waard om dat in die uitwerking ook mee te
nemen. Dus dat zeg ik ook toe. En in de commissie had ik al aangegeven, - ik besef dat we daar in
de brief niet expliciet genoeg in zijn, geweest zijn -, dat dat onderscheid in die 1% in die
buitengebieden eigenlijk ook niet heel veel toevoegt. Dat zou een indruk wekken alsof we de
buitengebieden laten we zeggen willen ontzien ten opzichte van de schijven om het centrum terwijl
eigenlijk het buitengebied veel meer..., Het zou mooi zijn als die tenminste die 1% al zou halen.
Dus in die verdere uitwerking kunt u dan ook wel verwachten dat die 1% in die buitengebieden het
waarschijnlijk niet zal gaan redden omdat de toegevoegde waarde daarvan in relatie tot de
bedoeling van het voorstel heel beperkt is.
Dus het voorstel van het college voorzitter, is om de op- en aanmerkingen die gemaakt zijn te
betrekken bij de verdere uitwerking van spoor 2. En zoals het voorstel al aangeeft, willen we daar
uiterlijk in het 3e kwartaal van dit jaar op terug komen. Dat zo zijnde...,
Nog even een vraag van de heer Van Lunteren over de positie van de corporaties. Die is inderdaad
vooral ingegeven door de actuele, zeg maar slechte situatie, die zij op dit moment meemaken
door alle maatregelen. Dat betekent dat zij zich op de studentenhuisvestingsmarkt aan het terug
trekken zijn. Ik hoop dat zij, als die situatie in de toekomst weer verbetert, weer als partner volop
mee willen. Dat betekent dat we voor de korte termijn vooral ook initiatieven van anderen dan
corporatiepartijen hard nodig hebben om onze huisvestingsdoelstelling te kunnen realiseren.
Samenvattend voorzitter, ontraadt het college het amendement omdat dat naar ons idee een van
de twee pijlers uit het voorstel haalt. En b: we willen voldoende ruimte bieden om in dat 2e spoor
om nog rekening te houden met de op- en aanmerkingen die u gemaakt heeft en vanuit mijn
toezegging denk ik
DE HEER AARTSEN:
Voorzitter,
WETHOUDER BERGKAMP:
Naar de SP: de motie is nog niet ingediend, dus het is aan hen om het te bepalen maar als die
komt, dan zouden we hem eigenlijk overbodig vinden.
DE HEER AARTSEN: