187 Wat voor consequenties heeft dat ten aanzien van het amendement dat u heeft ingediend? DE HEER AARTSEN: Voorzitter, ik heb nog geen antwoord gehad van het college, dus..., DE HEER LIPS: Oké, oké. DE VOORZITTER: Mevrouw Van Mourik, Partij van de Arbeid. MEVROUW VAN MOURIK: Voorzitter, ook ik wil de wethouder danken voor zijn antwoorden. Dit actieplan is, wat ons betreft, een goede stap naar meer actie bij studentenhuisvesting, verruiming van het betaalbare aanbod en regie op de kamerverhuur. En omdat spoor 2 meer is dan alleen de quota en de regie op de kamermarkt echt nodig is, - want wij hebben in de commissie zelfs gevraagd waarom er niet meer tempo gemaakt wordt -, gaan we instemmen met het voorstel en met beide sporen. En we willen ook aan de VVD en aan de wethouder meegeven dat juist die regulering, juist die quotering, wel in samenspraak met de wijkraden ook is opgesteld en dat het er ook wel een belangrijk onderdeel van is om samen met de wijkraden daar mee aan de gang te gaan. DE HEER AARTSEN: Voorzitter, zou ik een vraag aan mevrouw Van Mourik mogen stellen? DE VOORZITTER: Gaat uw gang. DE HEER AARTSEN: Ja dat klopt. Maar daarbij is de focus wel gelegd op het quotum. En mijn vraag aan u is dan of u het, stel de wethouder gaat in gesprek met de verschillende partijen, naar bredere vormen van regulering, en het quotum gaat dan van tafel, zou u daar rouwig om zijn als Partij van de Arbeid? MEVROUW VAN MOURIK: Mijnheer Aartsen, zoals u zojuist in mijn le termijn hoorde, hebben wij ook de wethouder opgeroepen, om samen een creatievere oplossing om overlast te beperken, te zoeken. En we zijn niet te lyrisch over regulering maar we hebben ook wel begrepen dat het de enige juridische manier is om echt te kunnen handhaven. DE VOORZITTER: Het woord is aan mijnheer Lips, CDA. DE HEER LIPS: Dank u wel, voorzitter. Ik wil ook nog eens, net als mevrouw Van Mourik, beklemtonen dat dit tot stand is gekomen met de wijkraden. Dat is toch een belangrijk aandachtspunt in deze. De wethouder heeft ook aangegeven dat hij in het 3e kwartaal er uitvoerig op terug komt. Ik wacht dan ook even zijn beantwoording af om te kijken hoe we verder omgaan met het amendement. DE VOORZITTER: Mijnheer Van Lunteren..., DE HEER AARTSEN: Voorzitter, zou ik dezelfde vraag aan mijnheer Lips mogen stellen, namelijk of hij er ook rouwig om is als de wethouder met andere partijen komt met alternatieve voorstellen voor dit quotum. Of zegt het CDA: quotum is quotum en niet anders? DE HEER LIPS: Het CDA is altijd van mening dat als leden van het college met burgers en mensen in onze stad spreken, en tot goede afspraken kunnen komen en ideeën, dat we daar altijd naar moeten luisteren. En op basis van argumenten zullen wij er dan iets over zeggen. Maar niet op voorhand. DE VOORZITTER: Ik dank u zeer.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2013 | | pagina 22