172 DE BURGEMEESTER: De motie, die door vele andere fracties ondersteund wordt, is denk ik ook ingegeven door uw bezorgdheid. En ik denk dat voor de bezorgdheid het college begrip heeft. Als ik kijk naar het advies van de Raad van State, dan werpt dat de vraag op of in het kabinetsvoorstel voor het oplossen van de illegaliteit de impact van alle mogelijke neveneffecten voldoende in beeld is opgenomen en verwerkt is. Alleen al de omstandigheid dat deze vraag hierdoor wordt opgeworpen, vraagt denk ik ook begrip voor het ontstaan van de bezorgdheid die inmiddels breed in alle gremia bestuurlijk tot uitdrukking gebracht wordt en ook vanuit de samenleving. En in de context van het recente Dolmatov incident kan men volgens mij slechts nog meer begrip voor deze bezorgdheid hebben, ook zonder dat het een direct met het ander te maken heeft. En als uw raad dat wenst, dan zal het college uiteraard meewerken aan het overbrengen van uw zorgen aan onze regering. DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER: Dank u wel. Wie van de fracties wil het woord? Ik geef het woord aan de heer Ernst. DE HEER ERNST: Dank u wel, voorzitter. Allereerst wil ik even opmerken dat wij het toch vreemd vinden dat dit geagendeerd wordt voor het actualiteitenuur. Het is inderdaad vrij gekomen van de Raad van State voor behandeling in de Tweede Kamer. Maar we hebben al vaker opgemerkt dat wij bijvoorbeeld hier niet over gaan en dat wij toch altijd weer een half uurtje Den Haag gaan spelen. Maar ja, de behandeling, - het is toegestaan door de voorzitter -, dwingt mij dan toch ook dan maar in die redenering mee te gaan. Het is natuurlijk altijd heel erg schrijnend soms voor de mensen die het betreft. Maar we moeten ook niet vergeten dat illegalen per definitie natuurlijk..., dat daar een strafbaarheid in zit als je gewoon niet terug keert. Wat u niet vermeldt, en wat natuurlijk ook met dit wetsvoorstel wordt beoogd, is dat juist de mensensmokkelaars en de criminele bendes die heel vaak achter het vervoeren van deze mensen zitten, ook strafbaar worden gesteld. Dus het is een veel breder kader dan wat u nu schetst. En wij vinden dan ook dat het pertinent onjuist is om hier zeg maar het debat te voeren en maar een klein deel uit te pakken. Dus wij zullen ook de motie niet gaan steunen. DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER: Dank u wel. De heer Blankenstein. DE HEER BLANKENSTEIN: Waarom zou de overheid mensen moeten straffen alleen omdat ze in onze stad zijn of verblijven? Illegalen zijn vaak uiterst kwetsbaar. Ze kunnen vaak niet terug naar het land van herkomst en wachten op een definitieve oplossing voor hun situatie. Volgens staatssecretaris Teeven is deze maatregel vooral bedoeld om criminele en overlastgevende vreemdelingen aan te pakken. Dit kan nu ook al zonder strafbaarstelling van illegaliteit. Het is dus vooral een symboolmaatregel maar wel eentje met ernstige negatieve gevolgen. Mensen gaan zorg mijden en mensen gaan onderwijs mijden. Ze zijn bang om zich op straat te begeven. Deze zorgen werden afgelopen maandag ook geuit in een bijeenkomst in de Anna Rozenkranskerk. De PvdA Breda vindt dat mensenrechten ononderhandelbaar zijn. Wij hebben daarom deze motie ook mee ingediend en zaterdag zullen wij op ons partijcongres ons ook inzetten om het regeerakkoord op dit punt te herzien. 3e kunt veel over dit kabinet zeggen maar niet dat het geen luisterend oor heeft voor de samenleving en dat ze star vast houden aan alles wat in het regeerakkoord staat Als wethouder in Amsterdam las vice premier Lodewijk Ascher geregeld een gedicht voor van een van zijn verre voorgangers, Floor Wibaut. Het gaat als volgt. Er is maar een land: de aarde. Er is maar een wolk: de mens. Er is maar een geloof: de liefde. Wij hopen dat het Kabinet zich op dit punt bezint en dat deze motie net zo succesvol zal zijn als de eerdere motie die wij als raad hebben aangenomen over het kinderpardon. Dank u wel. DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER: Dank u wel. Ik geef het woord aan de heer Van Lunteren. DE HEER VAN LUNTEREN: Dank u wel, voorzitter.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2013 | | pagina 7