230 die ontwerpvisie hebben gestaan. Maar er staat nou: we gaan de eindgebruiker consulteren. Maar ja, ik zou zeggen, ga met die mensen praten en ga eens kijken wat de echte vraag is. Dus ja, ik hoop dat het waar wordt maar voorlopig hebben we daar nog weinig van terug gezien. De SP heeft net als de PvdA..., de PvdA was net wel heel lovend maar de scheve verhouding tussen economie, sociaal maatschappelijk en culturele thema's die hebben wij ook gezien. Je kunt het duiden in de tijd maar het mag wel wat meer uitgewerkt worden. Dus ik hoop dat daar ook de stad ook nog het nodige over zal zeggen en dat we dan vooral ook de mensen ook aan het woord laten. DE HEER DE BEER: Voorzitter, dat is wel interessant. Mag ik daar iets over vragen? DE VOORZITTER: Gaat uw gang. DE HEER DE BEER: Want de heer Van Lunteren zegt nu zelf 2 zinnen achter elkaar waarin hij zegt: nou ja, laat de stad daarover uitspraak doen, laat ze daarover spreken. Maar helemaal aan het begin van het betoog vertrouwde hij de stad eigenlijk de visie nog niet toe. We hebben een heel proces gehad..., DE HEER VAN LUNTEREN: Voorzitter, met alle respect, ik heb net al 3 keer gezegd..., DE HEER DE BEER: Ik denk dat niemand hier in deze raadszaal kan claimen dat hij architect is van een visie. Het is niet een verkiezingsprogramma, het is gewoon ook echt verbindend, heb ik het genoemd. DE VOORZITTER: Kunt u tot een vraag komen? DE HEER DE BEER: Ja, dat ga ik nu doen. Dus wat is het nu voor u? Vertrouwt u de stad nou wel toe dat zij input kan geven op de thema's? Of vertrouwt u de stad dit niet toe? DE VOORZITTER: Mijnheer Van Lunteren. DE HEER VAN LUNTEREN: Je zou bijna denken: kent u de SP wel. We zijn altijd in de stad en we zijn altijd in gesprek. Alles wat we hier zeggen is in afstemming met de mensen. DE HEER DE BEER: Maar waarom mag dit document dan niet de stad in? DE HEER VAN LUNTEREN: Niet namens de SP. Dat heb ik gezegd. Niet namens de SP. Dit stuk gaat niet namens de SP de stad in. En ik zou iedereen willen adviseren: stuur dit nou niet de stad in want dit is een slecht plan, dit is een neoliberaal plan wat gestoeld is op hele rare ideeën over de markt nog altijd over hoeveel vierkante meters winkels en kantoren we nog in de stad kunnen bouwen. Dit deugt voor geen meter nog zoals het er ligt. De sociaal maatschappelijke paragraaf moet verder uitgebouwd worden. Ik bedoel: het is niet ons stuk; wij herkennen ons er niet in. Dat is wat ik gezegd heb en u wilt het allemaal de stad in sturen. Prima. Dan moeten de mensen het in de stad maar zeggen. Maar dit gaat niet namens de SP de stad in. En dit zijn niet onze keuzes. DE VOORZITTER: Mijnheer Stubenitsky. DE HEER STUBENITSKY: Maar mijnheer Van Lunteren, wilt u dan niet dat juist de mensen in de stad de visie hier op geven en eventueel dit plan helemaal de grond in boren? De mensen moeten daar toch ook de kans voor hebben? DE VOORZITTER:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2013 | | pagina 29