233 Meerdere partijen maken zich zorgen over het dichtslibben van de stad voor de auto. Wat als Achter de Lange Stallen inderdaad door gaat en het dat succes wordt wat de ontwikkelaar en de voorstanders verwachten en wat kan er dan gebeuren met parkeren? Ongeveer 800 parkeerplaatsen waarvan er 200 al naar de toekomstige bewoners gaan. De winkels worden een succes. Maar wat doe je dan met die file op de Claudius Prinsenlaan vanaf de Beverweg tot aan de reeds volle ondergrondse parkeergarage Achter de Lange Stallen? Geen woord over alternatieve vervoersmiddelen. O, dat zien we dan wel. Nee voorzitter, die voorstellen moeten dan minimaal al klaar liggen. Nog zoiets. Voor de leegloop van de inloopstraten als Haagdijk en Boschstraat zijn wel plannen. Maar hoe vang je de te verwachten langdurige leegstand in het oosten van onze binnenstad op? Je kunt de Karrestraat misschien een keer verhuren voor het maken van een SF-film waarin iemand in een gepantserde auto door een leeg winkelcentrum raast maar dat is misschien eenmaal in de 30 jaar mogelijk. Je zou ook kunnen overwegen om pandeigenaren die al jarenlang woekerprijzen vragen voor de huur van de panden die hun voorouders 40, 50 jaar geleden voor een schijntje hebben gekocht, boetes op te leggen als hun pand langer dan 3 maanden leeg staat. Niet eens zo heel gek. En dan kom ik daar, als we over de voortgang van het project Achter de Lange Stallen praten, nog wel op terug. Een soort leegstandsverbod. Als ik mijn auto wil verkopen voor 5.000,-- en ik raak hem er niet voor kwijt, zal ik in prijs moeten zakken. Ik denk dat de huurprijzen in de binnenstad ook wel wat zouden mogen zakken. Wat een nieuwe bril al niet doet. Misschien hebben meer mensen een nieuwe bril als ze deze concept Structuurvisie gaan bestuderen. En ik ben dan ook benieuwd wat daar uit voort komt. Voorlopig wacht ik de resultaten van de ter inzage legging af. Ik vind het amendement van de heer Adank in dit stadium, als hij het indient, belangrijk genoeg om te steunen. Dank u. DE VOORZITTER: Dank u zeer. Nog andere leden van uw raad? Dan geef ik het woord aan het college. Wethouder Arbouw. WETHOUDER ARBOUW: Dank u wel, voorzitter. Laat ik beginnen met u dank te zeggen voor de complimenten aan het team om inderdaad binnen de tijd in een snelkookpan tempo, fors onder druk, tot dit resultaat te komen. En ik ben ook zeer blij met de opmerkingen van de fracties dat het ook echt een leesbaar document is geworden omdat het natuurlijk echt belangrijk is als we zo meteen die interactie met de stad ook goed willen voeren. Maar ik geef u tegelijkertijd ook zelf een compliment. Want de verschillende fracties hebben er al op gewezen. Het is natuurlijk een beetje een experiment geweest in die zin. Bij de commissie Stedelijke programmering hadden we al wat ervaring opgedaan. Maar met de commissie Structuurvisie hebben we dat verder doorgezet met een zeer interactief proces met u samen, maar ook zeker met heel veel partijen in de stad, met alle sociale media. En we hebben natuurlijk uiteindelijk veel meer opgehaald dan we in het vorige proces van de Structuurvisie 2005, 2006, 2007 hebben kunnen doen. En in die zin hebben wij de vraag die toen ook bij de gemeenschappelijke meeting in Mezz gesteld is, namelijk kunnen we van het proces ook niet leren naar de toekomst toe voor een heleboel andere onderwerpen, in ieder geval als college ook opgepakt als een uitdaging om dat ook verder door te kunnen zetten. Voorzitter, deze Structuurvisie is ongeveer op alle fronten anders dan, zeg maar, de oude vorm van Structuurvisie. En dat gaat niet alleen over het proces maar zeker ook over de inhoud. Integraal, alle beleidsthema's en terugkomend, zelfs geprobeerd daar een uitvoeringsparagraaf aan te wijden waarin je ook een soort van doorkijk maakt van wat dat dan financieel naar de toekomst toe mogelijk zou kunnen betekenen, waardoor ook de keuzes die in de stad gemaakt moeten worden richting 2030 ook transparant worden en telkenmale in collegeperioden ook aan de orde kunnen komen. Maar het is ook nieuw in de zin dat met die sociale media je ziet dat, ook wetend dat de rol van de gemeentelijke overheid naar de toekomst toe echt drastisch gaat veranderen, er ook mogelijkheden ontstaan om de dingen die we moeten oppakken, ook daadwerkelijk af te stemmen op keuzes die de organisaties in de stad, bedrijven in de stad, het onderwijs, al die andere partners, willen gaan doen, om dat ook op elkaar af te stemmen, waardoor je uiteindelijk een soort van gedragen visie krijgt van de stad ais totaal. Dat is uiteindelijk waar we naar toe willen en waardoor ook in de toekomst partijen ook zelf hun verantwoordelijkheid kunnen pakken, hun eigen keuzes ook daadwerkelijk kunnen uitvoeren en dat dan in samenspraak met andere partijen en ook met de gemeentelijke overheid kunnen aanzetten. Dus dat krijgt samen op dat moment ook echt daadwerkelijk inhoud.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2013 | | pagina 32