238
gebied heel logisch zijn. Dat hebben we zoveel mogelijk terug gebracht tot echt noodzakelijke
aantallen om uiteindelijk een goed leefbaar dynamisch gebied te ontwikkelen aan die kant van de
stad.
Voorzitter, dan ging de heer De Beer in op de Bavelse Berg. Ik snap zijn opmerkingen. We hebben
in het coalitieakkoord afgesproken dat we proberen om de oude overeenkomst die er lag, te
vernieuwen naar een nieuwe overeenkomst en door te trekken met die evenementenzone. Ik ben
blij dat we binnenkort in de commissie kunnen praten over het bestemmingsplan want we hebben
inderdaad met het contract dat goed weten af te stemmen. In dat contract is de detailhandel ook
goed afgeblokt, wat mij betreft. En wat een belangrijk punt is, is dat we in die stedelijke
programmering met elkaar hebben afgesproken dat we bij alle nieuwe plannen een soort van
clausule zetten dat we een vergunning kunnen intrekken na een bepaalde tijd, of als van een
bestemming lang geen gebruik gemaakt is, dat we dat terug kunnen halen. Nou, en hier hebben
we dat ook gedaan. En dan moet je natuurlijk in redelijke termijnen denken dat een
initiatiefnemer..., In feite gaat het hier om twee initiatiefnemers, want je hebt natuurlijk de voet
aan de Berg van MaSys, en de Berg zelf bij de Grontmij. En dat is natuurlijk wel van een iets
andere orde als het gaat om de ontwikkeling. Je moet natuurlijk een redelijke termijn gunnen om
die ontwikkeling op te pakken. En ik denk dan, en zeker als ik praat over die Berg, dat 7 jaar dan
geen rare tijd is. Mijn verwachting is dat MaSys zodra het bestemmingsplan onherroepelijk is,
meteen aan de slag gaat want alle signalen wijzen daarop.
DE HEER DE BEER:
Voorzitter, ter interruptie.
Blij dat de wethouder het ook even verbreed naar buiten de Bavelse Berg, als het gaat om nieuwe
contracten en de clausule daarin over de termijnen waarin gerealiseerd moet worden. Zijn daar
uitgangspunten voor? Want ik kan me voorstellen dat de geschiedenis van de Bavelse Berg er voor
zorgt dat u op een bepaalde termijn uit komt. 7 jaar is voor mijn gevoel wat lang. Maar goed, u
heeft aan de onderhandelingstafel gezeten. Dus het zal ook heus wel in verband met andere
punten ook wel zijn uitonderhandeld. Maar ik zoek eigenlijk een beetje naar wat nu eigenlijk uw
gangbare termijn is als college. Want het is uw bevoegdheid, ik heb er bepaalde ideeën over als
het gaat om termijnen bij de nieuwe plannen. Dan mag wat mij betreft het uitgangspunt
bijvoorbeeld 2 jaar zijn, na 2 jaar, hop, weer inleveren. En dan kijken we naar een andere
initiatiefnemer. Hoe toetst u dat? Wat is uw uitgangspunt?
WETHOUDER ARBOUW:
Voorzitter, u snapt natuurlijk ook wel dat bij dit soort grote projecten, - en we hebben natuurlijk
wel eens meer grote projecten in de stad -, dat echt per project maatwerk is omdat het over
verschillende moeilijkheidsgraden gaat, over verschillende onderwerpen zeg maar. Want het
verschilt nog wel of we het over woningen hebben of over dit soort initiatieven. En dus moet je
gewoon inschatten in de grootte van het project en wat precies de bedoeling is wat dan een
redelijke termijn is waarin al die voorbereidingen dan gedaan moeten worden en men dan ook tot
uiteindelijk bouw kan overgaan. En dat hangt zelfs misschien wel af van het moment waarop je het
contract sluit en van de markt op dat moment. Wat is een reële inschatting als je naar de markt
kijkt dan dat een partij in ontwikkeling kan nemen? Wantje moet ze ook in de gelegenheid stellen
soms, vaak bij woningbouwprojecten, dat het bijvoorbeeld gefaseerd wordt aangepakt. En ook daar
maak je dan afspraken over. Dus je hebt niet een soort van stelregel dat het bij grote projecten zo
lang is.
DE HEER DE BEER:
Voorzitter, nog een vervolgvraag.
Ik snap wat de wethouder zegt, ik snap dat daar absoluut maatwerk om de hoek komt kijken als
element in de afweging maar ik zoek toch ook wel naar een stukje uitgangspunt. Een uitgangspunt
is geen beton, is niet van valt het in die legescategorie, dan is het zoveel jaar en valt het in die
etcetera. Daar vraag ik niet naar. Maar ik vraag er wel naar aan het college, aan de wethouder,
om daar toch nog eens goed over na te denken of u de raad daar beter gevoel bij kunt geven als
het gaat om uitgangspunten in termijnen tot realisatie van vergunningen.
WETHOUDER ARBOUW:
Wel, dan moeten we even kijken in welke commissie we dat nog een keer bij de kop pakken. Op
zich heb ik daar geen problemen mee om daar wat meer met elkaar over te spreken, hoe dat dan
functioneert.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Voorzitter mag ik over de Bavelse Berg en Achter de Lange Stallen dan