239 DE VOORZITTER: Mijnheer Van Lunteren. DE HEER VAN LUNTEREN: In die combinatie, want ze komen ook achter elkaar in het betoog van de wethouder. Maar samen leggen ze de hele stad helemaal vast als het gaat om retail opgave. Dat hebben we vorige keer met z'n allen bij de Keuzenota al een keer besproken. En toch wordt dat nu doorgezet, die keuze. We leggen de stad helemaal op slot. Waarom wordt die keuze gemaakt? Waarom kiezen we nou voor die 2 locaties die de stad compleet op slot leggen? Alles is bouwen voor de leegstand. Waarom kiest de gemeente toch voor deze 2 grote retail locaties? WETHOUDER ARBOUW: Voorzitter, deze discussie, Achter de Lange Stallen, komt nog terug, en ook als het gaat om de hoeveelheid detailhandel en wat voor soort en wat we daarmee willen bereiken. Als het gaat om de Bavelse Berg, heeft de heer De Beer, als het gaat om de geschiedenis, daar al het een en ander over gezegd. Kijk, en het enige wat ik er mee wil aangeven, is dat het rapport van Gianotten daar een heldere lijn in geeft en ook aangeeft: houd vast aan het detailhandelsbeleid watje met elkaar hebt afgesproken. En dat wij heel bewust, - en daar komen we bij het bestemmingsplan van de Bavelse Berg volgende week ook nog wel over te spreken -, heel bewust ook afgeblokt hebben wat er mogelijk is aan detailhandel langs de locatie en dat het ook van een specifieke soort moet zijn, wat dus niet dan concurrerend is met je binnenstad. DE HEER VAN LUNTEREN: Voorzitter..., WETHOUDER ARBOUW: En verder denk ik dat we dan nu even die discussie..., DE HEER VAN LUNTEREN: Maar voorzitter, een vraag. Ik heb me daar natuurlijk ook in verdiept en gesproken met mensen. En die zeiden: zo'n thematische duiding is een wassen neus. Als het over 3 jaar leeg staat daar aan de Bavelse Berg, dan gaat daar echt de Blokker wel heen en de AH en de H&M. Die gaan daar echt wel heen als dat leeg staat. Dus hoe hard is dat dan? Staat daar voor de leegstand gewoon retail? WETHOUDER ARBOUW: Voorzitter, Blokker hebben we afgeblokt. Dat heb ik net al aangegeven. Bij het bestemmingsplan komt dat allemaal nog even terug denk ik want dan zult u dezelfde opmerkingen maken. Laten we dan even dat debat doen hoe we dat precies in het bestemmingsplan er voor gezorgd hebben dat dat wat u nu schetst, gewoon echt niet mogelijk is. Dan komen we daar later op terug. Voorzitter, mijn laatste punt is het volgende. De Heer Van Lunteren heeft ook nog een opmerking gemaakt over het stellig voornemen. Daarmee ervan uitgaande datgene wat u nu in de Structuurvisie zet, dat dat al in beton gegoten is en dat zeg maar ter visie leggen aan de stad nog een wassen neus zou zijn, om uw terminologie te gebruiken. Die opmerking in de jaarrekening over dat stellig voornemen komt van de accountant. Volgens mij is dat al een aantal keren met u besproken. Het punt is dat de accountant vindt dat, als wij met elkaar een Ontwerp Structuurvisie maken, ook al hebben we dat niet besloten, dat zo ver draagt dat uiteindelijk daar al financieel de consequenties van genomen moeten worden. En daarom vindt u dat terug in de jaarrekening. Dus dat is niet het stellig voornemen van ons, dat is dat de accountant onze Ontwerp Structuurvisie als zodanig beoordeelt. Zo moet u dat interpreteren. DE HEER VAN LUNTEREN: Voorzitter, het was een Keuzenota. 3 visies werden de stad in gelaten met 3 totaal uiteenlopende ideeën over hoe de stad er uit moet zien. En dat wordt dan als stellig neergelegd. Mensen gaan daar rechten aan ontlenen buiten en zeker als je dat in een jaarrekening zo vast legt. Dat is toch niet verstandig. WETHOUDER ARBOUW: Maar misschien voorzitter, bij de behandeling van de jaarrekening kom ik daar op terug. En dan kunnen we er nog verder en dieper op ingaan hoe het allemaal precies financieel technisch werkt. DE HEER VAN LUNTEREN: Zeker.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2013 | | pagina 38