242
DE VOORZITTER:
Wethouder.
WETHOUDER BERGKAMP:
Voorzitter, we maken wat mij betreft..., We gaan die afspraak en die uitdaging graag aan. Wat mij
betreft, maken we de afspraak dat ik zorg voor meer tekst als mevrouw Haagh zorgt voor reparatie
van alle ellende uit Den Haag. Ik vind dat een uitstekende deal.
DE VOORZITTER:
Mevrouw Schokker. Het woord is aan mevrouw Schokker.
MEVROUW SCHOKKER:
Ja dank u wel, voorzitter.
De oproep aan het college om toch nog eens naar die maatschappelijke visie en de visie op de
Buitenruimte uit de vorige periode te kijken, dat dat vooral een heel integraal stuk was en dat die
twee stukken in samenhang met elkaar waren. En dat zou ook zo mooi passen in deze
Structuurvisie om het op die manier ook te omschrijven. Dus dat was mijn oproep. Uiteraard zitten
daar punten in die verouderd zijn. Maar in die opzet van die integraliteit kunnen we daar toch nog
best wel het een en ander uithalen.
DE VOORZITTER:
De wethouder.
WETHOUDER BERGKAMP:
Voorzitter, tegen integraliteit kan niemand zijn. Dus als dat de kern van de oproep was, dan is dat
er een waar we iets mee kunnen. Zolang het maar niet over de inhoud van die twee stukken gaat
want dan moet ik toch de kanttekeningen maken die ik gemaakt heb. We zullen het op basis van
de reacties zien. En ik neem, om in de termen van mevrouw Haagh te spreken, dit ook graag mee.
DE VOORZITTER:
Ik kijk naar wethouder Akinci tot slot.
WETHOUDER AKINCI:
Om te beginnen met de opmerking van de heer Adank: snel en comfortabel op de plek van
bestemming komen. Ja, daar ben ik ook consistent in, dat is absoluut de bedoeling, snel en
comfortabel met elke vervoerskwaliteit die denkbaar is. En dat betekent ook, omdat het onhandig
is als je met z'n allen precies voor dezelfde inrit staat, dat het ook wel handig is om de stad zo in te
richten dat alle mensen voor verschillende inritten staan of verschillende wegen, zodat je overal
fijn door kunt fietsen, rijden of lopen.
Wat dat betreft, toch ook een kanttekening bij de opmerking van de heer Van Lunteren. Het is
allemaal auto, auto, auto, wat hij zegt. Ik heb het toch maar even op een rijtje gezet. Auto komt
15 keer voor. En dat is dan zonder woorden als automatisch en wat dies meer zij. Het woord fiets
43 keer. Het woord trein 16 keer. En ik moet toegeven, de bus komt er wat karig van af met 5
vermeldingen waarvan een keer het woordje business. Dus wat dat betreft, als je het vergelijkt
met de modelsplit, dan komt die fietser er volgens mij behoorlijk gunstig uit. En inderdaad, we
proberen nou juist ook die fiets te stimuleren zonder dat dat betekent dat andere
verkeersmodaliteiten niet meer die stad in kunnen komen.
DE HEER ADANK:
Voorzitter, hier had u natuurlijk een reactie op kunnen verwachten.
DE VOORZITTER:
Mijnheer Adank.
DE HEER ADANK:
Dat u 43 keer een fiets opwerpt om de auto's tegen te houden, maakt dat dan niet dat u toch de
auto ogenschijnlijk een beetje aan het pesten bent?
DE HEER AKINCI:
Nou, dat valt wel mee want als het allemaal auto pesten zou zijn, - en dat is het absoluut niet -,
dan is het maar maximaal 15 keer zo. Dus volgens mij valt het wel mee.
Maar nogmaals, het gaat er om, om de verschillende modaliteiten via de juiste route. En dat
betekent soms inderdaad dat je een auto via een andere weg probeert te geleiden dan langzaam