243 verkeer, om die twee ook uit elkaar te houden. Dus natuurlijk moetje daar maatregelen nemen. Maar nogmaals, bottom line is om te zorgen, Breda gastvrije stad, dat iedereen met de modaliteit naar keuze in die stad kan komen. Maar ja, aan de ene kant stimuleer je wel wat meer dan aan de andere kant. Dat geef ik ook heel eerlijk toe. Want als iedereen in de auto zou komen en de hele mobiliteitsgroei van de komende 10 jaar plaats zou vinden via de auto, dan staan we met z'n allen gezellig stil. En dat kan ook niet de bedoeling zijn. Dat zult u met me eens zijn. DE HEER ADANK: Absoluut. Alleen een verduidelijkende vraag. Niet alles en iedereen hoeft naar die binnenstad toe. We hebben ook interne mobiliteit te garanderen. Dus ik wil graag aandacht vragen voor het feit dat ook daar oog voor blijft bestaan. Kunt u dat toezeggen? WETHOUDER AKINCI: Nou ja, die interne mobiliteit is natuurlijk onderdeel van de mobiliteitsgroei en dan om dit interruptiedebat niet al te lang te maken: met het nieuwe werken bijvoorbeeld, zal een bepaald woon-werk verkeer in de spitstijden minder worden. Maar daar hoort ook bij dat tussen die spitstijden, dus in de daluren, de mobiliteit weer zal toenemen in de stad. Dus die maakt onderdeel uit van die totale mobiliteitsgroei van, pak hem beet, 2% per jaar. En dat zijn toch, als je dat bij elkaar optelt, forse aantallen. Mevrouw Schokker vraagt om de monitoring extra aandacht te geven. Aks het gaat om het integraal benaderen van duurzaamheidthema's en die ook te bezien in de relatie people, planet, profit, dan ben ik dat helemaal met haar eens. Als je vervolgens vraagt: doe dat nou in het kader van de Structuurvisie, dan moet ik toch verwijzen, en dat staat ook op, ik zeg uit mijn hoofd, pagina 89 en verder paragraaf 5.5 van de Structuurvisie waarin het ook enigszins benoemd staat. Dat ook de reguliere uitvoeringsprogramma's die een cyclus van 4 jaar hebben, de goede momenten zijn om op die duurzame thema's in relatie tot die 2 andere thema's te kijken wat nou aan resultaten gehaald is. De heer Van Lunteren vroeg vervolgens ja, waarom wordt die Milieuvisie 2015 dan afgevoerd. Nou ja, het is bijna 2015, het wordt hoog tijd voor een nieuwe visie. En wat mij betreft, maar uiteindelijk gaat uw raad daar over, is dat er ook een waarin je een aantal milieuthema's integraal benadert, dus niet alleen de Klimaatnota als losstaande nota maar in verbinding met andere duurzame thema's als het gaat om bouwen, als het gaat om waterbodem kwaliteit, luchtkwaliteit, enzovoorts. DE HEER VAN LUNTEREN: Voorzitter, mag ik dan vragen waarom de Milieuvisie nu wordt afgeschaft, in relatie met de Structuurvisie. En waarom wachten we dan niet tot de nieuwe Milieuvisie in zijn breedte er is en voeren we hem dan af. Want hij wordt nu afgevoerd..., WETHOUDER AKINCI: In de bijlagen staat iets of wat bot: kan hij afgevoerd worden ja of nee. En er staat nu een hele botte ja. Dus dat probeer ik van enige context te voorzien van er komt als uitwerking ook van de richting die we in het hoofdlijnendocument aangeeft tot aan 2030 komen die milieuthema's..., Het is niet zo dat die milieuthema's er niet meer zijn. Sterker nog, ze zijn pregnanter dan ook en komen ook in de visie op een aantal punten terug, als het gaat om groen, water, enzovoorts. DE HEER VAN LUNTEREN: Voorzitter, maar daarom juist precies de vraag. Want als wij in september of oktober een klap geven op de Structuurvisie, dan zijn we daarmee met die botte ja wel die Milieuvisie kwijt. Dus dan zou je zeggen, nuanceer dat stukje, of haal hem dan, wat mevrouw Schokker ook zei, gewoon uit dat rijtje. WETHOUDER AKINCI: Ja, laten wij nu richting, als het gaat om die thema's, misschien, en dat wil ik dan wel heel kort doen met een klein proces of een tabel komen, wat dat dan betekent voor de milieuthema's. Dan kunt u dat als vervanging zien van die hele botte complexloze ja of nee die er in die tabel staat in het bijlagenboek. Voorzitter, een laatste vraag, en daar permitteer ik me dan toch nog even een of anderhalve minuut voor als u mij toestaat. Is de vraag van mevrouw Giebels een beetje een vraag naar de bekende weg want we hebben hem de vorige keer al gehad. Waarom is nou alleen maar het water aan de westflank, pardon, het water aan de oostflank van de binnenstad een voorbeeld van hoe je erfgoed zichtbaar kunt maken in de stad. Is dat nou alles wat we gaan doen. Absoluut niet. Hij is genoemd als voorbeeld omdat daar ooit een open waterloop was, later is dat een open riool geworden, en nog later is dat een gesloten riool geworden. Nou in het kader van erfgoed en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2013 | | pagina 42