210
Dank u zeer.
Mijnheer Van den Berg.
DE HEER VAN DEN BERG:
Dank u wel, voorzitter.
Volgens mij werd een paar jaar geleden onder in de kelder van het MOTI gebouw het eerst kennis
genomen van de stukken hoe het een en ander de verzelfstandiging in zou gaan. Op dat moment
kon natuurlijk een kind ook al bevroeden dat wanneer je 5 of 6 jaar achter elkaar rode cijfers
schrijft, tot en met 700.000,--, dat alleen verzelfstandiging an sich natuurlijk niet morgen leidt
tot zwarte cijfers. Dus dat er iets moest gaan gebeuren, dat stond toen eigenlijk al vast. We
hebben daar ook opmerkingen over gemaakt. Dat wij het eigenlijk een beetje 41.50 vonden hoe
de raad van toezicht gekozen werd, etcetera, en dat we eigenlijk toen al voorzagen dat we weinig
invloed zouden kunnen uitoefenen op het een en ander.
Ook ik heb een persoonlijk gesprek gehad met de heer Endedijk. En uiteraard, net als de mooie
woorden van de wethouder, natuurlijk stond er een en ander op stapel. Maar ik had dit nooit
kunnen bevroeden en ik weet niet of nu technisch een en ander nog mogelijk is om een en ander
als raad terug te draaien omdat ik wel vind dat de burgers alle recht hebben om ons daarop aan te
spreken dat wij dit laten gebeuren, een dergelijke inbreuk op het voorzieningenniveau in de stad
Breda.
DE VOORZITTER:
Mijnheer Elbertse, CDA.
DE HEER ELBERTSE:
Ja voorzitter, waar ik een klein beetje mee zit, dat is het volgende. Op 27 maart 2012 hebben we
als raad gezegd: wij willen de Nieuwe Veste zelfstandig maken. Daar hoorde ook een
uitvoeringsovereenkomst bij. En daar hoorde ook een taakstelling bij. Maar daar hoorde ook nog
vernieuwing bij. Want we zagen ook een trend in veranderend leesgedrag, informatieverstrekking
en digitalisering. We hebben gezegd: je moet dat zelfstandig gaan doen en je moet dat ook nog
goedkoper gaan doen en je moet het ook nog zelf financieren. En dat is de reden waarom die
vestigingen dicht gaan. En wat ik nu..., en eigenlijk verbaas ik me daar een beetje over want ik heb
hier meerdere mensen in de raad bij diverse informatie avonden, ochtenden en middagen gezien,
ook de heer De Beer refereerde daar net ook al aan, in februari hebben we daar met elkaar over
gesproken, ik moet heel eerlijk zeggen, toen heb ik er niemand over gehoord. Dus het verbaast mij
dat het nu wel gaat over het sluiten van gebouwen terwijl het niet over de functie gaat, ook niet
over het duurzaam maken van die functie gaat, maar dat we dus in wezen zeggen: kunnen we dan
niet een gebouw open houden, terwijl misschien als we dat dus dan gaan doen, het over 10 jaar
wel zo zou kunnen zijn dat we dan helemaal geen bibliotheek meer hebben. Dus ik zit hier toch...,
en dat dan even met betrekking tot de citaten in De Stem, ik bedoel, ik lees dat soort dingen ook,
en wat doe ik dan, dan bel ik zo'n directeur, of als het om iemand gaat die ik ken en waarvan ik
eigenlijk denk ja, dat kan hij toch niet gezegd hebben, die bel ik dan even op. En dan vraag ik van:
hoe heb jij dat nou bedoeld. En ik moet daar dan toch de wethouder in ondersteunen dat hij dat zo
niet bedoeld heeft. En zo kennen wij hem ook niet. Dus hij is in dialoog met alle partijen, hij is
bezig om een vernieuwde bibliotheek neer te zetten. Dan vind ik het wat ambtelijk om nu dan
maar te zeggen van hou maar open. En dan die vernieuwde bibliotheek maar niet...,
DE HEER HARDORFF:
Voorzitter...,
DE VOORZITTER:
Andere leden nog?
Geen interrupties.
DE HEER HARDORFF:
Nee?
DE VOORZITTER:
Gaat uw gang, mevrouw Koger.
MEVROUW KOGER:
Dank u wel, mijnheer de voorzitter.
Ja we hebben de bibliotheek verzelfstandigd; daar waren we zelf bij. En dat betekent in principe
dat ze zelfstandig hun eigen beleid mogen uitstippelen. Maar wij blijven natuurlijk de bibliotheek
financieren. En dat betekent dat wij wel degelijk nog iets in de melk te brokkelen hebben vanuit de